De jonge onderzoeker: samenwerken met POI’s

Voor haar afstuderen deed Anouk de Keijzer onderzoek naar de registratie van POI’s (Points of Interest): verschillende soorten gegevens over bezienswaardigheden en nuttige plaatsen op kaarten en in apps en navigatiesystemen.

Door: Anouk de Keijzer, Peter Becker en Jos van Helvoort

Een toeristische organisatie heeft in de loop der jaren veel informatie verzameld over zogenoemde ‘Points of Interest’ (POI’s). Het gaat hierbij om verschillende soorten gegevens over bezienswaardigheden en nuttige plaatsen zoals die worden aangegeven op kaarten en in apps en navigatiesystemen. De vereniging gebruikt POI’s om tips te kunnen geven voor uitjes en om een meerwaarde te geven aan magazines, gidsen en apps.

In de loop der jaren hebben verschillende afdelingen binnen de organisatie informatie over POI’s verzameld. Er was echter geen sprake van een centraal systeem en ook een overzicht over inhoud en verantwoordelijkheden ontbrak. In het kader van mijn afstuderen voor de opleiding IDM aan de Haagse Hogeschool kreeg ik van de instelling de vraag om de verscheidenheid aan POI-verzamelingen binnen de organisatie in kaart te brengen en een advies uit te brengen over het gemeenschappelijk beheer en gebruik hiervan.

POI-landschap

Voor mijn onderzoek heb ik alle collecties met POI’s bestudeerd, literatuuronderzoek verricht en medewerkers van verschillende afdelingen en met verschillende functies geïnterviewd. Op basis hiervan heb ik een inventarisatie gemaakt van de collecties en de systemen waarin de POI’s beheerd worden.

Dit resulteerde in een ‘POI-landschap’, waarin is vastgelegd hoe het beheer van de POI’s is geregeld. Het idee van het POI-landschap is gebaseerd op het binnen het archiefwezen veel gebruikte Documentair Structuur Plan: een beschrijving van aanwezige archiefbestanden binnen een organisatie en de wijze waarop deze zijn georganiseerd.

Dit instrument bleek heel goed aan te sluiten bij de gegevenscollectie die in dit geval geen documentair karakter had maar meer gestructureerde gegevens bevatte zoals NAW-gegevens, telefoonnummers en GPS-codes.

Vervolgens heb ik een datadictionary ontworpen voor een overkoepelend informatiesysteem waarmee de verschillende collecties op de belangrijkste kenmerken toegankelijk gemaakt kunnen worden. De data uit de organisatie zelf zijn aangevuld met gegevens uit literatuuronderzoek naar vergelijkbare systemen die een aanvulling zouden kunnen zijn op de collecties.

Adviezen

Naast het POI-landschap en de datadictionary heb ik een rapport opgeleverd waarin de volgende adviezen werden meegegeven: > Het samenvoegen van alle POI-collecties in één systeem heeft geen meerwaarde. Op basis van de datadictionary kan een schil over de collecties gelegd worden waarmee de collecties toegankelijk gemaakt worden.

  • De organisatie doet er verstandig aan een beleid op te stellen voor het beheren, actueel houden en standaardiseren van de content. Vooral dat laatste is van belang om gemeenschappelijk gebruik mogelijk te maken.
  • Afdelingen doen er goed aan om te zorgen dat men op de hoogte komt van elkaars collecties. Het POI-landschap kan daarbij van dienst zijn. Dit kan veel dubbel werk voorkomen.
  • Samenwerking tussen verschillende afdelingen biedt de mogelijkheid om te komen tot nieuwe producten

De opdrachtgever staat positief tegenover de opgeleverde producten en het advies. De organisatie zal er dan ook mee aan de slag gaan.

Anouk de Keijzer is afgestudeerd bij de opleiding IDM van De Haagse Hogeschool.

Peter Becker en Jos van Helvoort zijn docenten aan de opleiding IDM van De Haagse Hogeschool.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen