Door: Frank Huysmans
De aanwezigen beginnen met hun programmaboekjes te wapperen. Kijken elkaar daarbij veelbetekenend aan. Transpiratiekanaaltjes banen zich een weg naar beneden. Aan het geplak op mijn rug voel ik dat het moment is gepasseerd waarop ik mijn colbert nog met goed fatsoen had kunnen uittrekken. De benen maar weer strekken. Auw! Pijnscheut in de linkerbil. Voorzichtig vanuit de onderrug het bekken indraaien naar de rechterbil. Die ziet het ook niet meer zitten. Gluteus maximus, grote bilspier, maakt dat met een zeurend gevoel duidelijk.
Spreker heeft er duidelijk zin in. De verwerking van zijn bepaald niet accentvrije Italiaanse Engels stokt doordat hij de klemtoon herhaaldelijk verkeerd legt. Het halfuur dat hem was toebemeten is verstreken, maar een goeroe als deze snoer je niet de mond. Gedachten dwalen af naar thuis. Straks te weinig tijd voor boodschappen en eten voordat de jongste naar tennisles moet. Hé, het geluid valt weg. De Romeinse professor kijkt voor het eerst de zaal in. De technicus haast zich met een loopmicrofoon naar voren en weer terug naar de mengtafel. Ha, de zaalversterking werkt weer. Waarom dragen die jongens van de techniek altijd een zwart t-shirt en lang haar in een paardenstaart.
De lage tonen dreunen nu door de zaal. ‘Five more minutes and I will release you,’ belooft spreker. Iemand applaudisseert. Een golf van onderdrukt gelach baant zich een weg naar het podium. De evolutie selecteerde de afgelopen miljoenen jaren niet op het geduldig kunnen luisteren naar lezingen. Leuker en makkelijker hadden we het de prooidieren niet kunnen maken. Toegegeven, ook lezen behoort niet tot de evolutionaire bagage. Maar in teksten kun je voor- en achteruit springen, een woordenboek (lees: Wikipedia) raadplegen en bovenal: je eigen tempo volgen. Dat sluit beter aan bij hoe ons brein met informatie omgaat dan proberen een woordenstroom door de buizen van Eustachius in een hersenpan te gieten. Neurofysiologisch onderzoek leert ons in hoog tempo hoezeer we het mis hebben als we ons laten leiden door techniekmetaforen als informatieoverdracht en -opslag. Het brein krijgt niets binnen en slaat niets op. Het moet eerst de zintuiglijke waarneming omzetten naar de elektrische pulsjes waarmee het kan werken. En die vervolgens loslaten op wat er aan sterke en zwakke verbindingen tussen de hersencellen aanwezig is. Geen geringe opgave.
De oude Grieken en Romeinen bekwaamden zich in de retorica om het gesproken woord desondanks te laten beklijven. Wij bekwamen ons in Powerpoint. Laten we onszelf niets wijsmaken. Congressen zijn er vooral voor de wandelgangen en de tête-à-têtes onder het genot van een borrel. Daar wordt wél informatie uitgewisseld. Lezingen zijn er alleen om met de reputaties van de sprekers mensen naar die wandelgangen en borrels te lokken. En daarna gaan we door met de volgende spreker.
Frank Huysmans is bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en zelfstandig onderzoeker en adviseur bij WareKennis.nl.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen