Recht op informatie: een uitzondering is niet snel gemaakt

Door:  Raymond Snijders

Is het lezen van een digitaal (studie)boek een fluitje van een cent? Niet voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden, blinden en dyslectici. Zij lopen al vele jaren tegen allerlei technische problemen aan, omdat ze voor het lezen speciale hardware en software nodig hebben. Het allergrootste probleem: het zeer kleine aanbod van geschikte informatiedragers waaruit ze kunnen kiezen.

In de meeste gevallen staat auteursrechtwetgeving het wereld wijd toe om voor mensen met een handicap een kopie van een beschermd werk te maken – veelal een arbeidsintensief proces omdat een boek ingescand, omgezet of ingesproken moet worden. Helaas is het niet toegestaan zo’n nieuw ontstaan werk vervolgens te verspreiden en te delen met anderen. Daardoor blijft deze activiteit meestal beperkt tot persoonlijke initiatieven. Het opbouwen van een nationale of wereldwijde collectie informatiedragers ten behoeve van slechtzienden, blinden of dyslectici is zo goed als onmogelijk.

Om hier iets aan te doen is vele jaren gewerkt aan een verdrag dat de toegang tot gepubliceerde werken voor mensen met een visuele beperking moet garanderen. In een complex traject mochten alle lidstaten via de World Intellectual Property Organisation (WIPO) – onderdeel van de Verenigde Naties – hun zegje doen. Met het verdrag wilden de deelnemende landen het mogelijk maken dat boeken kunnen worden uitgewisseld en verspreid over de landsgrenzen heen. Tegelijkertijd diende het verdrag de eigen auteursrechtelijke belangen te beschermen.

Afgelopen juni is dit traject afgesloten met een diplomatieke conferentie. Na tien dagen onderhandelen over 37 ingebrachte bezwaren konden alle lidstaten zich uiteindelijk vinden in een definitieve formulering van het verdrag. De Marrakesh Treaty to Improve Access to Published Works for Persons who are Blind, Visually Impaired, or otherwise Print Disabled is na meer dan twintig jaar overleg een feit.

De essentie van dit verdrag? De deelnemende landen committeren zich in hun auteurswetgeving een uitzondering op te nemen die het mogelijk maakt om zónder toestemming van rechthebbenden beschermde werken in een geschikt formaat beschikbaar te maken voor mensen met een visuele beperking. Ook is het expliciet mogelijk beschermde werken aan te passen als dat nodig is om ze geschikt te maken. De nieuw ontstane werken mogen wereldwijd verspreid worden, zolang dat maar niet op commerciële basis gebeurt.

Denk nu niet dat mensen met een visuele beperking de vlag uit kunnen hangen. Eerst moet het verdrag nog geratificeerd worden in de deelnemende landen.

Nederland zal pas volgend jaar tekenen. Daarna start er een ratificatieprocedure en wordt gekeken hoe de uitzondering in de Nederlandse Auteurswet een plek kan krijgen. Het huidige artikel 15i – dat voorziet in de toestemming om een kopie te maken ten behoeve van mensen met een handicap – gaat dan hoogstwaarschijnlijk op de schop. Geen gemakkelijke klus, want eerst moeten er nog allerlei vragen beantwoord worden. Blijft er sprake van een billijke vergoeding zoals nu het geval is? Welke organisatie gaat die vergoeding innen? En hoe wordt de beschikbaarheid van geschikte informatiedragers daadwerkelijk geregeld?

Tja, iedereen is het nu eindelijk met elkaar eens over de noodzaak van een uitzondering. Maar het zal nog vele jaren duren voordat die uitzondering ook echt in de wet een plek heeft gekregen.

Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 6/ 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen