Recht op informatie: dromen over digitalisering

Door: Raymond Snijders

‘Tussen droom en daad staat helaas de Auteurswet uit 1912.’ Dat liet de directeur van de Koninklijke Bibliotheek, Bas Savenije, optekenen bij de presentatie van de eerste resultaten van het samenwerkingsproject tussen de KB en Google. In dit boekenproject worden 160.000 Nederlandse boeken uit de KB-collectie gedigitaliseerd waarop geen auteursrecht meer rust. Dat auteursrecht vervalt 70 jaar na het overlijden van de auteur van dat betreffende werk. Daarom gaat het alleen om boeken van vóór 1870, waarvan er nu 80.000 digitaal beschikbaar zijn via boeken.kb.nl.

De droom van de Koninklijke Bibliotheek gaat echter veel verder. Het liefste wil ze alle in Nederland uitgegeven boeken digitaliseren. En vervolgens iedereen toegang geven tot deze digitale collectie. Maar om dat te realiseren staat de Auteurswet in de weg. Die wet stelt dat de maker van een werk het auteursrecht heeft en daarmee bepaalt wat er met zijn werk mag gebeuren. Boeken kunnen daarom alleen gedigitaliseerd worden door bibliotheken als de rechthebbenden daarvoor toestemming geven. Of als er geen auteursrecht meer berust op die boeken natuurlijk.

Daar komt het jaartal 1870 ook vandaan. Alle werken van vóór 1870 zijn gegarandeerd vrij van auteursrechten. Deze werken mogen vrijelijk gedigitaliseerd en hergebruikt worden. De werken die uitgegeven zijn tussen 1870 en 1940 bevinden zich vaak in een grijs gebied. Er kan nog auteursrecht op rusten maar dat hoeft niet het geval te zijn. Het is ook niet altijd duidelijk wie de makers van werken uit die periode zijn. Uitzoeken of er rechthebbenden zijn, kan een flinke klus zijn. Op alles wat na 1940 uitgegeven is berust over het algemeen auteursrecht – de Koninklijke Bibliotheek zal dus voor de digitalisering van elk boek toestemming moeten vragen aan de auteursrechthebbenden.

Deze onwerkbare situatie staat in de weg om van droom naar daad te kunnen komen. Ook al bestaat de Auteurswet voor een groot deel uit beperkingen op het auteursrecht van een maker, geen ervan is bedoeld om grootschalige digitaliseringsprojecten van bibliotheken mogelijk te maken. Idealiter zou een nieuwe beperking in de Auteurswet geïntroduceerd kunnen worden die meer mogelijkheden biedt voor bijvoorbeeld cultureel erfgoed-, onderwijs- en onderzoeksinstellingen om toch boekencollecties te digitaliseren en aan te bieden voor niet-commercieel gebruik. Dan nog zouden er vele bezwaren overblijven omdat er vaak juist wel commerciële belangen spelen en de auteursrechten veelal verweven zijn tussen auteur en uitgever.

In het wetsvoorstel auteurscontractenrecht worden echter diverse wijzigingen van de Auteurswet voorgesteld die de positie van de auteur versterken ten opzichte van uitgevers. In beginsel zou dat ook mogelijkheden kunnen scheppen voor auteurs om (makkelijker) toestemming te verlenen middels een licentie aan een Koninklijke Bibliotheek voor het digitaal beschikbaar maken van hun werken. Welke wijzigingen je ook aan zou brengen in de Auteurswet, er spelen waarschijnlijk te veel commerciële belangen bij de rechthebbenden om het mogelijk te maken voor de Koninklijke Bibliotheek alle beschermde werken na 1940 te digitaliseren. Niet alleen de Auteurswet staat tussen droom en daad maar vooral de praktische bezwaren.

Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen