De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) moet een netwerkorganisatie worden die moet worden opengesteld aan alle mediaorganisaties. Niet alleen de omroepverenigingen, maar ook andere organisaties en bedrijven moeten de mogelijkheid krijgen om programma’s te maken.Dat staat in het advies De tijd staat open, dat de Raad voor cultuur gisteren aanbood bij staatssecretaris Dekker (OCW). Een commissie onder leiding van Inge Brakman heeft dit advies voorbereid. Ook Frank Huysmans was betrokken bij de voorbereiding. Hij publiceerde in januari de voorstudie Media, informatie en communicatie: trends en beleid.
De raad is voorstander van een open omroepbestel. Dit betekent dat mediabedrijven, individuele makers en zzp’ers rechtstreeks hun programma’s kunnen aanbieden bij de NPO. Hierdoor ontstaat een vernieuwd, toegankelijk en pluriform bestel met omroepverenigingen en vrije mediaproducenten. De raad adviseert 50% van het beschikbare programmabudget bij de NPO ook voor buitenstaanders open te stellen. Hiermee kunnen programma’s worden gefinancierd die zowel de omroepverenigingen als externe partijen aanleveren. Om ervoor te zorgen dat publieke mediacontent ook in de toekomst eenvoudig te vinden is, krijgt de publieke omroep een gidsfunctie. Via een portal kan de gebruiker door de enorme hoeveelheid informatie worden geloodst. Daarbij krijgt hij ook tekst en uitleg: waar komt de informatie vandaan, wie heeft het gemaakt en waarom. Op regionaal niveau moet het voor publieke en private nieuwsorganisaties mogelijk zijn de krachten te bundelen. Met name op het gebied van nieuws- en informatievoorziening dient er ruimte te zijn voor experimenten en samenwerkingsverbanden tussen de private en publieke sector; tussen dag- en nieuwsbladen en regionale omroepen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van coöperaties die content leveren aan omroepen, kranten, nieuwsbladen en nieuwe journalistieke initiatieven.
De NPO en de regionale omroepen zijn blij met het advies van de Raad.