Q&A met Robin Boast

Met ingang van september wordt de bachelor Culturele Informatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam verbreed met cursussen over media en cultuur, digital humanities en journalistiek onder de naam ‘Media & Informatie’. Informatieprofessional vroeg professor Robin Boast (opvolger van John Mackenzie Owen) over het hoe en waarom achter deze verandering in perspectief.

Waarom deze verandering?

‘Het veld van de informatiewetenschap is de afgelopen vijf tot tien jaar ingrijpend veranderd en ook de aard van universitair bacheloronderwijs. Bachelorprogramma’s zijn niet langer specialistisch – daarvoor zijn de masterprogramma’s bedoeld. Inhoudelijk stelt de verandering van institutionele informatiesystemen naar alomtegenwoordige digitale informatieomgevingen andere eisen op alle maatschappelijke niveaus. In de culturele sector, de creatieve en de hi-tech-industrie is dringend behoefte aan afgestudeerden in de geesteswetenschappen met een breed palet aan informatie- en digitale vaardigheden. Het vernieuwde bachelorprogramma wil de volgende generatie studenten deze vaardigheden bijbrengen.’

Was het een strategische beslissing om cursussen media & cultuur, digital humanities en journalistiek in het programma op te nemen?

‘Ja. Er zijn grote overeenkomsten in methoden, problemen en belangstellingsvelden tussen de digital humanities en de “nieuwe journalistiek” enerzijds, en de focus van Media en Informatie op alomtegenwoordige digitale omgevingen in de 21e eeuw anderzijds. Er ontstaat nu een multidisciplinaire groep aan de UvA die veel expertise kan bieden over de informatieomgevingen die ons culturele en economische leven steeds meer gaan domineren. Het dichter naar elkaar toe schuiven van de twee richtingen Media & Cultuur en Media & Informatie in onze afdeling reflecteert ook dat de velden van media en informatie, die eerst apart werden bestudeerd, in de digitale wereld meer vervlochten zijn geraakt.’

Wordt de master Culturele Informatiewetenschap ook verbreed?

‘Dat programma wordt volgend jaar tegen het licht gehouden en het zal zeker geactualiseerd moeten worden. Met een grotere groep waarin digital humanities en journalistiek zijn ondergebracht, ligt een vernieuwingsinspanning ook voor de hand.’

 Wat leren studenten meer, of anders, in het nieuwe programma vergeleken met het oude?

‘Niet alleen inhoudelijk is het anders, maar we streven de komende jaren ook naar het invoeren van nieuwe manieren van leren en interactie. Daarbij gebruiken we uiteraard de digitale informatieomgevingen zelf die de studenten dienen te bestuderen. De studenten zullen de makers en gebruikers zijn van een leer- en praktijkomgeving waarin de onderwerpen van de bachelor zijn opgenomen.’

Is het bachelorprogramma geschikt voor studenten die als informatieprofessionals willen gaan werken in instellingen als bibliotheken, archieven en musea?

‘Ja, absoluut. Zoals alle bibliotheek-, archief- en museumprofessionals weten, veranderen de eisen aan deze instellingen snel, hoewel zaken als records management en conservering van belang zullen blijven. Niet alleen raken onze informatiebronnen meer verspreid, ook het gebruik ervan zal alomtegenwoordig zijn en in toenemende mate buiten de instituties plaatsvinden. Deze uitdagingen staan centraal in deze bachelor.’

Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen