Garrelt Verhoeven werkt sinds 1 februari als hoofd Erfgoed en Cultuur bij de Universiteitsbibliotheek van de KU Leuven. Hiervoor was hij hoofdconservator Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam.
Je had als taak om met de Bijzondere Collecties een breder publiek te bereiken. Is dat gelukt?
‘Jazeker, ik geloof dat we daarin zijn geslaagd, alhoewel het natuurlijk altijd nog beter kan. We hebben succes gehad met de focus op die gebieden binnen onze verzamelingen die ook voor een breder publiek interessant zijn. In de eerste plaats op het gebied van literatuur, onder meer met de verwerving van het “levend archief” van Arnon Grunberg; grafische vormgeving, met diverse exposities en het archief van Irma Boom, en ook met gastronomie met de aanwinst van de bibliotheek van Johannes van Dam, Joop Witteveen en Bart Cuperus. Evenementen zoals het Amsterdam Symposium on the History of Food en het Gala van het Kookboek zijn bedoeld om het gebruik van die collectie te stimuleren. Het bereiken van een breed publiek is overigens geen doel op zich; we wilden juist een nauwe samenhang met zwaartepunten in de collecties en met wetenschap en onderwijs.’
Ook heb je de organisatie geprofessionaliseerd?
‘In de loop van de jaren hebben we gebouwd aan een evenwichtige organisatie, waarin op alle gebieden gespecialiseerde kennis aanwezig is: van collectievorming en beheer & behoud, via ontsluiting, digitalisering, dienstverlening, exposities en evenementen tot en met communicatie.’
Wat ga je doen bij de Universiteitsbibliotheek van de KU Leuven?
‘Eigenlijk hetzelfde als wat ik in Amsterdam heb gedaan, maar weer van voor af aan. Als hoofd Erfgoed & Cultuur bij de Universiteitsbibliotheek ben ik verantwoordelijk voor de bibliothecaire erfgoedcollecties maar ook voor de kunstverzamelingen en het cultuurbeleid. Het zwaartepunt zal in Leuven nog meer op het museale aspect liggen. De Universiteitsbibliotheek is een van de topattracties van de stad en heeft ook een grote aantrekkingskracht op internationale bezoekers en toeristen. Maar ook in Leuven is het zeer belangrijk om de organisatie in zijn geheel te beschouwen. Het is hier nog wel een “eilandenrijk’’ en het is ook mijn taak om alle mensen van erfgoed en cultuur dichter bij elkaar te brengen.’
Belangrijkste geleerde les?
‘Dat is misschien wel het uitgangspunt om de bibliotheek te zien als een verzameling van collecties, die ook als zodanig in kaart gebracht moeten worden. Pas als je boven de collecties zweeft, kun je het landschap van de bijzondere collecties in kaart brengen. Ik ben daar in Leuven ook onmiddellijk mee begonnen, al was het maar omdat ik dat inzicht zélf hard nodig heb.’
Wat wilde je vroeger worden?
‘Bioloog! Maar na een half jaar biologie in Leiden ben ik er plots mee gestopt; ’s morgen zat ik nog in het lab bij de fruitvliegjes, ’s middags begon ik met de studie Nederlands. Nooit spijt van gehad.’
Waarom heb je voor je deze loopbaan gekozen?
‘Ik ben in dit werk gerold en heb er erg veel plezier in om met veel en vooral ook veel verschillende mensen te werken.’ Wat is je favoriete site? ‘Facebook. Sinds een paar jaar post ik vrijwel dagelijks berichten over mijn leven en werk en volg ook vele vrienden. Ik heb er tientallen interessante mensen door ontmoet en heb er zelfs heuse vriendschappen aan over gehouden.’
Je favoriete kookboek?
‘Antonius Magirus’ Koockboek. De eerste druk van dit Vlaamse kookboek verscheen in Leuven (!) in 1612 en het boek werd in 1655 en 1663 herdrukt in Antwerpen. Ik kon de editie uit 1655 verwerven voor de Bijzondere Collecties. Behalve dat het een heel bijzonder en zeldzaam boek is, is het ook een écht kookboek. De recepten zijn nog altijd actueel en bewijzen dat er lang voor de spruitjesgeur een rijke en gevarieerde keuken bestond in de Lage Landen. Het toeval wil dat ik nu in Leuven bezig ben om een exemplaar van de eerste druk uit 1612 te verwerven; het derde bekende exemplaar ter wereld. Het zou geweldig zijn als dat lukt.‘
Heeft het papieren boek nog toekomst?
‘Jazeker! Boeken zijn veel meer dan tekst: band, papier, typografie, afbeeldingen, et cetera vormen met elkaar een expressieve vorm die bepalend is en betekenisgevend voor de inhoud van het boek. In deze digitale tijden wordt dat onderschat.’
Vertel iets verrassends over jezelf.
‘In mijn vrije tijd ben ik imker. Inmiddels ben ik de trotse bezitter van zes volken in evenzovele bijenkasten.’
Naam en leeftijd
Garrelt Verhoeven (48)
Opleidingen
Studie Nederlands, specialisatie Boekwetenschap
Vorige banen en huidige baan
Projectleider digitalisering (Koninklijke Bibliotheek), conservator en hoofdconservator Bijzondere Collecties van de UvA en sinds 1 februari 2015 hoofd Erfgoed en Cultuur, KU Leuven
Deze bijdrage komt uit IP nr. 2 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen