Ministeries doen steeds langer over de behandeling van verzoeken om informatie te delen. Vorig jaar moesten aanvragers gemiddeld 172 dagen wachten op documenten die ze hadden opgevraagd door een beroep te doen op de Wet open overheid (Woo).
De Woo schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek indient binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het gemiddelde lag in 2023 op 172 dagen voor er een besluit was genomen. Dat is langer dan het jaar ervoor, toen het nog 167 dagen was. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI), de Open State Foundation en de Universiteit van Amsterdam (UvA). Slechts bij 17 procent van de aanvragen wordt een besluit op tijd genomen.
Burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en journalisten kunnen overheidsorganisaties vragen om informatie via een Woo-verzoek. Zo krijgen ze inzicht in hoe besluiten tot stand zijn gekomen. Aanvragers kunnen bijvoorbeeld e-mails en gespreksverslagen inzien. Wettelijk ligt de termijn op 28 dagen, met veertien dagen verlenging tot 42.
‘Informatie overheid vaak niet goed geordend’
Het ministerie van financiën is het traagst met gemiddeld 239 dagen. Het ministerie van onderwijs is het snelst, maar doet er toch al 91 dagen over om te reageren. Het kost ministeries vaak veel tijd om informatie bij elkaar te zoeken en om te bepalen wat openbaar kan worden gemaakt en wat niet.
Overheidsorganisaties melden aan de onderzoekers dat informatie vaak niet goed geordend is en daardoor moeilijk terug te vinden is. Volgens de onderzoekers is informatie makkelijk via een aantal systemen te vinden. Ook zien ze dat de documenten langs te veel mensen moeten voor goedkeuring.
Verder merken de onderzoekers op dat Nederland internationaal de aansluiting verliest, omdat het recht op overheidsinformatie de afgelopen jaren internationaal is uitgegroeid tot een integraal onderdeel van de democratische rechtsstaat.
De Tweede Kamer gaat donderdag in debat over de Woo.
Bron: Villamedia/NOS