Online en offline onderwijs bij IDM Den Haag: informatievaardigheden trainen via blended learning

De opleiding Informatiedienstverlening en Informatiemanagement (IDM) van de Haagse Hogeschool heeft het klassikaal onderwijs in informatievaardigheden verruild voor ‘blended learning’: een combinatie van online leren en face-to-face onderwijs. Wat zijn de ervaringen?

Door: Peter Becker en Andries Hiskes

Nu onderzoek bij hogescholen een belangrijke plaats heeft ingenomen, investeren veel opleidingen in trainingen onderzoeksvaardigheden, waaronder literatuuronderzoek. De opleiding IDM van de Haagse Hogeschool verzorgde hiervoor enige jaren het onderwijsblok ‘Deskresearch’. Dit onderwijsblok was aanvullend aan de bibliotheekinstructies, aangezien deze noodzakelijkerwijs vaak kort zijn of beperkt blijven tot een korte online training. Uit onderzoek blijkt dat studenten die alleen een online training krijgen, lager scoren op een toets informatievaardigheden dan studenten die practicum in een lokaal hebben of een blended training hebben gekregen (afwisseling online leren en face-to-face onderwijs) (Kraemer, 2007).

Op basis van de ervaringen en genoemd onderzoek besloten we bij IDM om het bestaande onderwijsblok geheel blended te maken. De verwachting daarbij was dat het onderwijs aantrekkelijker, effectiever en efficiënter zou worden. We ontwikkelden een onderwijsblok van tien weken waarin de studenten van alle opleidingen niet alleen leren om goede bronnen te vinden, maar ook om deze te beoordelen en op de juiste wijze te verwerken.

Blended learning

Gemeenschappelijk aan alle definities van blended learning is de afwisseling tussen online leren en klassikaal onderwijs en een variatie in werkvormen. Bij de ontwikkeling van het onderwijsblok hebben we ons gebaseerd op de uitgangspunten van Vandeput (2010) die stelt dat het bij blended learning bovendien gaat om ‘active learning’. Daarmee bedoelt hij dat studenten worden geactiveerd om, ook online, zelf aan de slag te gaan en niet alleen informatie te consumeren (learning by doing).

Door de activerende werkvormen en de face-to-face bijeenkomsten blijven studenten gedurende het onderwijsblok betrokken bij de online lessen. Deze uitgangspunten betekenden bij de ontwikkeling dat er iets anders moest gebeuren dan het ‘digitaliseren’ van bestaand materiaal. Samen met een commerciële partij, Edumundo, zijn we gaan nadenken over een totale transformatie van het onderwijs. Edumundo bouwde voor ons een platform dat zich kenmerkt door:

  • een beperkte hoeveelheid leesmateriaal en een flink aantal opdrachten;
  • strakke sturing op de voortgang;
  • game-element;
  • een fraai vormgegeven en gebruiksvriendelijke interface.

Voor de inhoud van het blok baseerden wij ons op de scoringsrubriek informatievaardigheden van collega Jos van Helvoort (2010). De competenties die daarbij een rol spelen zijn:

  • oriëntatie op het onderwerp;
  • opzetten en uitvoeren van een zoekstrategie;
  • kwaliteit van de primaire bronnen (boeken, artikelen, websites enzovoort);
  • gebruik van secundaire bronnen (databanken, zoekmachines, portals, catalogi enzovoort);
  • toepassing van de APA-regels voor citeren;
  • analyse en vergelijking van artikelen;
  • verwerking van de resultaten in een essay (synthese).

Naast bovengenoemde vaardigheden zijn er opdrachten voor het herkennen van wetenschappelijke teksten en het toekennen van relevante trefwoorden aan bronnen waarmee de bronnen op inhoud kunnen worden onderscheiden. Aan de slag In november 2013 werd het blok als keuzeblok uitgevoerd met 45 tweede- en derdejaarsstudenten van verschillende opleidingen, zoals huidtherapie, bouwkunde en information security management. Deze studenten bevinden zich in hun studie vlak voor hun stage- of afstudeeropdracht. Tweemaal per week was er een klassikale les, de rest van de tijd konden studenten zelfstandig werken via het platform.

Als docenten waren wij online beschikbaar om studenten op verzoek te begeleiden. Hoewel wij dus minder contactonderwijs verzorgden dan in de oude opzet, hadden wij door het online contact voldoende gelegenheid om op tijd bij te sturen als dat nodig was. De verandering was voor ons dan ook niet zo groot als het op het eerste gezicht lijkt. Wel moet je als docent bereid zijn om tussen andere werkzaamheden door tijd vrij te maken voor een contactmoment.

Naast de opdrachten op het platform moesten studenten ook een information review samenstellen: een verzameling beschrijvingen van wetenschappelijke literatuur die relevant is voor een bepaalde onderzoeksvraag. De studenten bepaalden zelf het onderwerp van onderzoek, meestal aansluitend op hun studie. Zo werd wetenschappelijke literatuur gezocht naar bijvoorbeeld zonnepanelen, acne en beveiligingssystemen.

Ervaringen

De studenten toonden zich enthousiast over de opzet, mede omdat ze hun eigen tijd konden indelen. Zo gaf 72 procent van de studenten aan dat het concept goed paste bij hun leerstijl. Het ontwerp van het onderwijsblok werd ook positief ervaren. De belangrijkste kritiekpunten betroffen kleine technische problemen bij de start. Ook voor ons docenten pakte het positief uit. Wij waren minder tijd kwijt aan de uitvoering van het onderwijs dan in de oude vorm, waarbij sprake was van veel hoorcolleges en practica.

Naast de opgeleverde information review maakten de studenten een schriftelijk tentamen gelijkwaardig aan de oude opzet. Uit de behaalde scores bleek dat de schriftelijke toets significant beter was gemaakt dan in de voorgaande jaren.

Het onderwijs in informatievaardigheden is in deze module aantrekkelijker, efficiënter en effectiever geworden. We hebben ook ervaren dat studenten een onderzoekende houding gingen aannemen. Over de effecten op langere termijn kunnen nog geen harde uitspraken worden gedaan. Wel geven studenten enige tijd na afloop van het blok aan dat het geleerde ze erg heeft geholpen bij het schrijven van hun scriptie. De bibliotheek van de Hogeschool Rotterdam biedt de module inmiddels ook aan en andere instellingen hebben eveneens belangstelling getoond.

Bronnen

  • Helvoort J. van 2010. A scoring rubric for performance assessment of information literacy in Dutch Higher Education. Journal of Information Literacy, 4(1), pp. 22-39. Retrieved January 20, 2014 from: tinyurl.com/pypff54
  • Kraemer, Elizabeth W Shawn. V. Lombardo, and Frank. J. Lepkowski (2007). The librarian, the machine, or a little of both: A comparative study of three information literacy pedagogies at Oakland University. College & Research Libraries 68
  • Vandeput, Luc (ed.) 2010. Van e-learning naar geintegreerd blended learning : Kernproject ENW-School of education. Retrieved: January 5 2014 from: tinyurl.com/pzrmvhe

Open Education

Onder Open Education verstaan we het streven om onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken ongeacht vooropleiding of financiële middelen. Tegenwoordig dragen veel universiteiten en hogescholen hier wereldwijd aan bij door complete onderwijsmodulen gratis online beschikbaar te stellen als zogenoemde Massive Open Online Courses (MOOC’s). Open Education betreft echter ook het delen van losse onderwijseenheden en leermaterialen, zogenoemde Open Educational Resources (OER). Iedereen kan dit materiaal gebruiken voor het verrijken van het onderwijs of voor zelfstudie. Bekende sites zijn het Wikiwijsleermiddelenplein en de Khan Academy. Voor docenten zijn naast tijdsbesparing de kwaliteitsverbetering van het materiaal op basis van ontvangen feedback en communityvorming belangrijke voordelen.


Deze bijdrage komt uit IP nr. 9 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen