NFI speurt met Europese partners naar verborgen criminele informatie

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) doet mee aan Uncover: een Europees project waarin opsporingsdiensten en bedrijven in Europa samenwerken om steganografie die wordt gebruikt door criminelen te detecteren, zo meldt de NOS.

Een foto met daarin een geheime boodschap waarop staat waar drugs liggen verstopt of waar wapens te vinden zijn. Criminelen kunnen door steganografie, ook wel ‘stego’ genoemd, informatie uitwisselen die niet met het blote oog te zien is. Steganografie is tegenwoordig uiterst technisch, bijvoorbeeld door geheimschrift te verstoppen in de kleurwaardes van een digitale foto.

Tatoeage met boodschap

Stego op zichzelf is niet nieuw. In de Tweede Wereldoorlog hebben zowel de Duitsers als de geallieerden hard gewerkt aan het ontwikkelen van geheimschrift door op zoek te gaan naar de beste onzichtbare inkt, maar het gaat nog veel verder terug in de tijd, stelt hoogleraar forensische data-analyse Zeno Geradts. Hij wijst in het NOS-artikel op een voorbeeld uit 440 voor Christus. ‘Het verhaal gaat dat een vorst in die tijd het hoofd van een slaaf kaal liet scheren, waarna er een tatoeage op het hoofd werd aangebracht. In die tattoo zat een boodschap met een waarschuwing voor Griekenland over de geplande invasie door Perzië. Toen het haar weer terug groeide, was de tattoo en daarmee de boodschap verborgen en kon deze persoon door de verdediging heen zonder dat mensen dit doorhadden.’

Nieuwe technieken

De bezorgdheid over het gebruik van steganografie in het criminele circuit neemt toe. Daarom gaat het NFI in het project Uncover samen met Europese partners investeren in geautomatiseerde systemen die stego kunnen herkennen. Volgens Geradts is dit een onderzoeksgebied waar je scherp de ontwikkelingen moet volgen. ‘Er zijn zo veel verschillende technieken, die ook nog eens continu veranderen of worden gecombineerd met andere technieken, zoals kunstmatige intelligentie. De speurtocht naar middelen die criminelen gebruiken om met elkaar te communiceren, is altijd in beweging.’