Nederlanders weten niet waar ze zorgen over digitale technologie kunnen uiten

Nederlanders hebben geen idee waar zij zorgen over digitale technologieën zoals DigiD, sociale media of 5G kunnen uiten. Ze maken zich vooral zorgen over de veiligheid en privacy en denken dat burgers maar weinig invloed hebben op de ontwikkeling van technologische standaarden.

Dat blijkt uit een enquête, uitgevoerd door I&O Research, als onderdeel van het door de NWO gefinancierde UvA-programma In-Sight. Dat programma richt zich op de rol van publieke waarden bij de (ontwikkeling van) digitale technologie. In de enquête geeft 60 procent van de respondenten aan niet te weten waar ze moeten aankloppen om zorgen over digitale technologieën te uiten.

Bijna niemand geeft aan zich ‘geen enkele zorgen’ te maken over de rol van digitale technologieën in de samenleving en ruim de helft maakt zich (veel) zorgen. Privacy en cyberveiligheid zijn de grootste reden tot zorg (71%), gevolgd door het gebruik van persoonsgegevens en informatie door bedrijven (57%).

Bijna helft Nederlanders minder digitaal zelfredzaam

Iets minder dan de helft van de Nederlanders is volgens het onderzoek in te delen in een groep die minder zelfredzaam is bij het gebruik van digitale technologie. Deze groep neemt bijvoorbeeld minder vaak maatregelen om zichzelf te beschermen. Denk aan het aanpassen van wachtwoorden, het inzetten van een VPN of het verwijderen van cookies.

Maar de groep maakt zich daarentegen wel vaker zorgen over het gebruik van digitale technologieën en geeft ook vaker aan zo min mogelijk gebruik te willen maken ervan. De groep schat zijn eigen kennis van digitale technologieën vaak lager in en is relatief vaak jong (18 tot 24 jaar), vrouw en hoger opgeleid.

Met het onderzoek wil In-Sight verder in kaart brengen wat Nederlanders belangrijk vinden als het gaat om digitale technologie en de rol ervan in de samenleving. Daarnaast is In-Sight bedoeld om te onderzoeken in hoeverre burgers het gevoel hebben dat ze betrokken zijn bij de ontwikkeling ervan. De enquête is uitgevoerd onder 2.154 Nederlanders afkomstig uit het I&O Research Panel en is representatief voor de Nederlandse bevolking (18+).