Liefs uit Londen (en Cambridge) – op bezoek bij ‘open en inclusieve’ bibliotheken

Door Marjo Bakker

Eerder dit jaar verbleven 36 informatieprofessionals uit voornamelijk universiteits- en hogeschoolbibliotheken een week in Londen (met een uitstapje naar Cambridge). Zij waren mee met alweer de 29e KNVI O&O-studiereis. Wat is er opgevallen tijdens deze zevendaagse reis? Wat leeft er bij de Britse collega’s? Een paar indrukken.

Londen heeft een ruim aanbod voor de achterban van de KNVI-interessegroep Onderwijs en Onderzoek (Bibliotheken)kortweg O&O. Naast meer dan veertig instellingen voor hoger onderwijs is er natuurlijk de British Library en zijn er diverse andere speciale wetenschappelijke bibliotheken, zoals museumbibliotheken en bibliotheken van erfgoedinstellingen. Uiteindelijk stonden er zeventien bibliotheken en aanverwante organisaties, zoals Jisc en Cambridge University Press, op het programma van de KNVI O&O-studiereis 2023 (zie kader). De thema’s ‘open’ en ‘inclusiviteit’ waren als een rode draad door alle bezoeken heen geweven.

‘When are the Dutch librarians coming?’

Naar de komst van 36 Nederlandse bibliotheekcollega’s werd uitgekeken, zo bleek. Gedurende de drie jaar dat de reis steeds weer werd uitgesteld vanwege de coronapandemie, was bij de Maughan Library (King’s College London) de vraag ‘When are the Dutch librarians coming?’ inmiddels een running gag geworden.

De coronacrisis kwam tijdens de studiereis veel ter sprake, maar werd door de collega’s van King’s College vooral benoemd als ‘life changing’. Het bracht aan het licht hoe belangrijk bibliotheken en bibliothecarissen zijn voor toegang tot betrouwbare informatie, zeker in een maatschappij als de Britse waar door de pandemie en de Brexit ‘culture wars’ waren ontstaan. Het hoge aantal klachten van King’s College-studenten over de toegankelijkheid van collecties tijdens de strenge lockdowns deed de collega’s bovendien inzien dat ze ook vóór de pandemie eigenlijk nooit echt ‘open’ waren geweest. De nieuwe strategische visie heet daarom The Open Library en richt zich op vrije toegang tot kennis en informatie als sleutel tot succes voor zowel de universitaire achterban als de samenleving als geheel. Hierbij gelden de waarden: ‘we are open’, ‘we are inclusive’ en ‘we put our people first’.

Zonder bibliotheek geen open science

Een mooi voorbeeld van de aanjagende of zelfs voortrekkersrol die een bibliotheek kan spelen binnen de universiteit, is het open science-beleid van UCL (voorheen University College London). Zoals Paul Ayris, pro-vice-provost van de UCL-bibliotheek, erover zei: ‘Without the library there wouldn’t be open science.’ UCL’s motto ‘disruptive innovation’ bleek hierbij erg behulpzaam. Inspirerend om te horen.
UCL’s open science-beleid is opgezet volgens de EU’s Eight Pillars of Open Science. Dat zijn: 

  • the future of scholarly communication
  • the European Open Science Cloud (EOSC)
  • FAIR data
  • education and skills
  • rewards and incentives
  • next-generation metrics
  • research integrity
  • citizen science

In het special opgerichte Office for Open Science & Scholarship van UCL komen deze acht pijlers samen. De bibliotheek neemt daarin drie pijlers voor haar rekening. Voor ‘the future of scholarly communication’ is een open access-team beschikbaar, en is er UCL Press. Op het gebied van FAIR data zorgt een onderzoeksdatateam voor training van onderzoekers en bijvoorbeeld het checken van datamanagementplannen. Een team van liaison librarians heeft de ‘education and skills’ onder zijn hoede. De rest van de pijlers wordt door andere afdelingen binnen de universiteit aangepakt. 

Op UCL werpt het open science-beleid zijn vruchten af. Minder nadruk op kwantiteit om academische kwaliteit te meten bijvoorbeeld vergroot de gelijkwaardigheid binnen de universiteit en geeft meer mensen een kans. En de open access-boeken van UCL Press kennen een ongekend groot internationaal bereik, dat overigens mooi wordt gevisualiseerd in een dashboard op de website.

Open research

Ook in Cambridge en bij King’s College heeft de bibliotheek de leiding op dit gebied en zijn de informatiespecialisten enthousiast over deze ‘expanding’ rol. Ze spreken daar echter liever van ‘open research’ in plaats van open science omdat dan alle disciplines zich aangesproken voelen. ‘Science’ wordt door geesteswetenschappers namelijk opgevat als bètawetenschappen en open science zou voor hen daarom niet relevant zijn. Het alternatief ‘open scholarship’ trekt de bèta’s daarentegen niet aan.

In Cambridge is in 2021-2022 onderzoek gedaan naar ‘Open Research in the Humanities’. Samen met geesteswetenschappers is gekeken naar hoe open research eruitziet voor hun discipline. De eerdergenoemde Eight Pillars of Open Science blijken niet allemaal op te gaan voor de humanities en zijn daarom herschreven in de Five Pillars of Open Research in the Arts and Humanities. Dit zijn: 

  • the future of scholarly communication
  • CORE data
  • research integrity and care
  • public engagement
  • research evaluation

Vooral de CORE data zijn interessant. CORE staat voor collected, organised, recontextualised en explained en komt in plaats van FAIR (findable, accessible, interoperable, reusable). In de geesteswetenschappen gaat het niet zozeer om genereren van data en reproduceerbaarheid, maar om voortbouwen op (veelal bestaande) data zoals teksten, beeldmateriaal en objecten.

Transform into what?

Om author processing charges (APC’s) en deals met uitgevers te omzeilen en toch open access te publiceren, hebben de bezochte Londense universiteitsbibliotheken allemaal een ‘rights retention strategy’ voor wetenschappelijke artikelen, vergelijkbaar met het amendement Taverne in Nederland. Auteurs worden gestimuleerd om hun rechten niet over te dragen aan de uitgever, maar hun artikel onder een CC-BY-licentie en zonder embargo op te slaan en beschikbaar te stellen via het institutionele repository. De uitgevers zijn hiervan via een schrijven op de hoogte gesteld, maar hebben het, net als in Nederland het geval is, in de meeste gevallen genegeerd (silent consent). In Cambridge zijn er slechts twee negatieve reacties van uitgevers geweest, waarvan een van maar liefst vier pagina’s. Voor de auteurs is dit overigens een andere manier van werken waar nog begeleiding bij nodig is – vanuit de bibliotheek uiteraard.

Net als in Nederland raakt bij de Britse collega’s de magie van de transformative agreements/read & publish-deals uitgewerkt. De deals lijken inmiddels een doel op zich geworden in plaats van een middel. Ze hebben de APC’s als het ware gestabiliseerd en gelegitimeerd en staan in de weg bij het beantwoorden van de o zo belangrijke vraag waar we in het publicatielandschap naartoe willen transformeren. Bovendien betalen bibliotheken nog steeds veel geld aan uitgevers, net als bij de vroegere ‘big deals’. Jisc, de organisatie die over de deals onderhandelt voor de Britse bibliotheken, gaf tijdens ons bezoek een paar hints over de richting van die transformatie. Zij pleiten voor minder nadruk op APC’s en BPC’s (book processing charges) en onderzoeken diamond open access-modellen waarin sponsoren de kosten betalen. Ook doen ze aan differentiatie: voor kleine instituten zorgen ze bijvoorbeeld dat de kosten voor de read & publish-deals gelijk blijven aan die voor ‘read’ alleen.

‘The subscription model is dead’

Het was daarom extra relevant dat we tijdens deze studiereis ook twee uitgeverijen hebben bezocht: UCL Press en Cambridge University Press (CUP). Vooral bij CUP voelde het in eerste instantie alsof we ‘in het hol van de leeuw’ waren, maar al snel bleek dat we hetzelfde willen, alleen ieder vanuit een ander perspectief. Ook daar rijst de vraag naar de houdbaarheid van de transformative agreements. CUP publiceert publiek gefinancierd onderzoek in principe open access en verklaart het abonnementsmodel dood. De overgang naar open access is echter een kostbare aangelegenheid voor CUP, en de vraag naar de ‘future of scholarly communication’ – zoals die is verwoord in de Eight Pillars of Open Science – is daarom ook voor de toekomst van een uitgeverij zeer van belang. Hun ideale financieringsmodel zou er een met sponsoren zijn, diamond open access dus. Met de nieuwe interdisciplinaire tijdschriften Research Directions en Cambridge Prisms zouden ze dat willen uitproberen, maar vooralsnog worden die tegen een annual flat fee wederom in een pakket aangeboden. 

‘A fysical space in the digital age’

Bovenstaande quote komt van de archivaris van de Wiener Holocaust Library. Naast de hierboven besproken vrije toegang tot digitale informatie is ook een vrij toegankelijke en verwelkomende studieplek van groot belang voor het succes van de achterban. Van een bescheiden studiezaal met veel inhoudelijke begeleiding, zoals bij de Wiener, Lambeth Palace en National Poetry Library, via het kruip-door-sluip-doordecor van de London Library, naar de prachtige klassieke reading rooms zoals bij King’s College en de National Art Library in het Victoria & Albert Museum, tot aan de moderne studiefaciliteiten bij Central Saint Martins College of Art and Design, LSE en het 24/7 open zijnde Student Centre van UCL – we hebben alle gradaties van de ‘fysical space’ voorbij zien komen tijdens de studiereis. Naast stilte- en samenwerkplekken troffen we in de Londense bibliotheken ook laptopuitleenstations aan en een ‘safe pod’-ruimte voor veilige toegang tot data.

Het prijswinnende UCL Student Centre is min of meer de top op studiezaalgebied. Het is in overleg met studenten ingericht. Er zijn in hoogte verstelbare tafels voor studenten in een rolstoel, douches, keukentjes om eten op te warmen, gebedsruimtes en genderneutrale wc’s. Zonnepanelen voorzien het gebouw van energie, de verwarming gebeurt met de hulp van grondwater en het gebouw is gebouwd met duurzame materialen. De rondleiding was een waar genoegen. Niet alleen was de rondleider tevens gebouwenbeheerder, waardoor deze elk hoekje én veel studenten kende, er was ook openhartigheid over idealen die soms een beetje moesten worden bijgesteld. Zo waren er muizen gesignaleerd in de keukentjes en werden de genderneutrale wc’s inmiddels vooral door vrouwelijke studenten niet meer zo gewaardeerd.

Inclusieve en diverse collecties

Naast het betrekken van studenten bij de inrichting van de studiezaal wordt bij de collectievorming ook rekening gehouden met de achtergrond van de veelal internationale studenten. Bij de London School of Economics and Political Science (LSE) bijvoorbeeld worden de verplichte literatuurlijsten onder de loep genomen. Docenten die deze lijsten aanleveren, wordt geadviseerd om van de gebaande paden af te wijken en ook publicaties van vrouwelijke auteurs en auteurs uit de global south op de lijst te zetten. Bij de School of Oriental and African Studies (SOAS) geldt voor de speciale collecties de ‘dekoloniale’ regel dat archieven en manuscripten uit of over Azië, Afrika en het Midden-Oosten alleen worden opgenomen als het Britse gezichtspunt aanwezig is, bijvoorbeeld van missionarissen. Ontbreekt dat, dan is het beter om het materiaal te bewaren in het gebied zelf. 

De British Library heeft van oudsher (vóór 1973 als onderdeel van het British Museum) een diverse collectie. Zo’n tweehonderd curatoren collectioneren in diverse talen, waaronder het Nederlands. Curator Marja Kingma liet ons daar fraaie voorbeelden van zien. Dat men zich bij de nationale bibliotheek bewust is van mogelijk problematische collectieverwerving, is te zien bij de bustes van vier grondleggers van de bibliotheekcollectie uit de zeventiende tot de negentiende eeuw; daarbij staat inmiddels een verklarende tekst over de herkomst van hun collecties.

Opendatacollectie

Tot slot nog een mooi staaltje open collectie bij de British Library waar in de BL Labs (sinds 2013) geëxperimenteerd wordt met digitale collecties en data. Door collections-as-data aan te bieden zijn deze data op meer manieren te gebruiken. Hoewel de British Library daarin altijd een voorloper is geweest, blijken er nog wel wat uitdagingen te zijn. Mensen die op zoek zijn naar datasets, zoeken anders dan mensen die een boek zoeken. De catalogi van de British Library sluiten daar nog niet bij aan. Data zijn ook verspreid geraakt binnen de British Library door alle verschillende projecten. En ten slotte wordt de BL Labs gerund door slecht twee mensen. We kregen een sneak preview van de nieuwe website waarmee men het gebruik van datasets hoopt te stimuleren, ook door de creatieve sector en commerciële partijen.

In 2025 gaan we weer op reis

We zijn door onze Britse collega’s steeds hartelijk ontvangen. Door hele teams of eenpitters, met lekkers of zonder, met powerpoints of uit het hoofd – inspirerend was het altijd. Er was veel ruimte voor uitwisseling van ervaringen, ook bínnen de deelnemersgroep. De volgende studiereis – de dertigste – staat gepland voor 2025. Houd vanaf herfst 2024 de aankondigingen in de gaten!


De KNVI O&O-studiereis (sinds 1976) vindt elk twee jaar plaats en heeft als doel de vakkennis en het netwerk van IP’ers die werkzaam zijn in wetenschappelijke, hogeronderwijs- en speciale bibliotheken te vergroten door uitwisseling met buitenlandse én Nederlandse collega’s. Tijdens de studiereis 2023 naar Londen en Cambridge werden de volgende bibliotheken en aanverwante organisaties bezocht:


Marjo Bakker is redacteur van IP en teamleider Collecties, datasteward en vakreferent bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.

Deze bijdrage komt uit de papieren IP #8-2023. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.