Door Marco Martens
Voor het herkennen en behandelen van schades aan ontwerptekeningen van architecten is de Schadeatlas ontwerptekeningen ontwikkeld, een product van samenwerking tussen het Nieuwe Instituut en het KB-programma Metamorfoze.
Soms brengen nieuwe technieken een ware revolutie teweeg. Kijken we naar onze bouwhistorie, dan is het tegenwoordig voor bouwkundigen zoals architecten en constructeurs heel eenvoudig geworden om samen te werken aan één ontwerp. Het gehele team tekent online in dezelfde digitale tekening.
Blauw- en witdruk
Gaan we zo’n 150 jaar terug in de tijd, dan is eenzelfde revolutie te zien: vanaf circa 1870 ontstonden allerlei technieken om bouwtekeningen te kopiëren. Vóór deze periode waren talloze tekenaars nodig om bouwtekeningen geheel of gedeeltelijk na te tekenen en geschikt te maken voor verdere doorontwikkeling van het ontwerp.
Dankzij nieuwe en snelle kopieermethoden kwam het ontwerpproces er totaal anders uit te zien. Door met transparant (kalk- of calqueer)papier te werken kon van een tekening een kopie worden gemaakt. Deze tekening werd op een met chemicaliën behandeld vel gelegd en buiten in de zon belicht. In luttele minuten ontstond een tweede origineel, meestal als negatief (zoals een blauwdruk: witte lijnen op een blauwe ondergrond), maar er zijn ook positieve vormen (zoals de witdruk). Dit tweede exemplaar kon eenvoudig aan een collega-ontwerper worden gegeven, die er een nieuw transparant vel overheen legde om hierop verder te tekenen.
Inzicht in het ontwerpproces
Bedrijven gingen zich specialiseren in de kunst van het lichtdrukken en fabrikanten zorgden voor een doorontwikkeling van deze techniek, met gebruikmaking van kunstlicht in plaats van de zon en met chemicaliën die niet meer uit het papier hoefden te worden gespoeld. Tientallen soorten lichtdrukken ontstonden, waarvan sommige veel werden gebruikt. Ook ontstond door deze snelle kopieertechniek een andere werkwijze van de bouwkundigen zelf: foutjes in een tekening konden worden hersteld door het zeer dunne verkleurde laagje met een mesje weg te schrapen. Ook konden makkelijk stempels worden aangebracht, plakfolies worden bevestigd, delen van een ander ontwerp worden uitgesneden en hergebruikt, extra afdrukken worden gemaakt voor gebruik op de bouwplaats et cetera.
Dat is ook precies wat deze tekeningen hun waarde geeft: naast het ontwerp van een bepaald gebouw wordt ook inzichtelijk hoe het ontwerp tot stand is gekomen, welke wijzigingen zijn gemaakt in de loop der tijd en op welke wijze de ontwerptekeningen aan de opdrachtgever worden gepresenteerd. Vrijwel alle tekeningen uit diverse ontwerpstadia zijn bewaard gebleven: de architecten gebruikten hun archief namelijk ook ter bescherming van hun auteursrecht.
Herkennen van schade
Om de diverse soorten bouwtekeningen goed te kunnen behouden, is het van belang om schades te herkennen en onderscheid te kunnen maken tussen een doelbewust aangebrachte verandering van de tekening (denk aan wegkrassen van een lijn, uitknippen van een gedeelte en met tape bevestigen van een nieuwe invulling), de additionele informatie uit het werkproces (koffievlekken, brandgaatjes door sigarettenas, extra lijnen of aantekeningen) en schade ontstaan door onjuiste opslag en degradatie (zoals schimmels, watervlekken, verkleuring, vouwen en ezelsoren).
Voor het herkennen en behandelen van schades aan ontwerptekeningen van architecten is de Schadeatlas ontwerptekeningen ontwikkeld. Deze is ontstaan uit een samenwerking tussen het Nieuwe Instituut, het museum voor architectuur, design en digitale cultuur, en Metamorfoze, het nationaal programma van de KB voor behoud en duurzame toegang tot papieren erfgoed.
Gratis beschikbaar
In Nederland bevinden ontwerptekeningen zich voornamelijk in het Nieuwe Instituut, beheerder van de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw. Op 8 december zal de Schadeatlas ontwerptekeningen worden gepresenteerd. Vanaf die tijd is de publicatie gratis beschikbaar; je kunt haar online inkijken of downloaden of via de website van Metamorfoze (metamorfoze.nl/front) bestellen.
> Deze publicatie is de derde in een reeks, na de Schadeatlas archieven en Schadeatlas bibliotheken.
Marco Martens is adviseur Onderzoek Conservering bij de KB, de nationale bibliotheek.
Deze bijdrage komt uit de papieren IP #8-2023. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.