Door: Edwin Mijnsbergen
‘Als de mensen die nieuwe technologie bedenken en ontwikkelen hun eigen kinderen verbieden gebruik te maken van die technologie, dan doet de rest van de wereld er goed aan op te letten.’ Het was een pakkende tekst van Katherine Martinko, als opening van haar artikel ‘The rise of Silicon Valley’s screen abolitionists’. Ze was afgelopen november een van de vele journalisten die het begrip ‘Screen abolitionists’ overnam uit een artikel in The New York Times, ‘A Dark Consensus About Screens and Kids Begins to Emerge in Silicon Valley’. Een interessant verhaal, dat ingaat op de signalering dat steeds meer ouders die wonen en werken in Silicon Valley hun kinderen in bescherming willen nemen tegen de technologie die ze zelf hebben gecreëerd. Omdat ze weten hoe verslavend die technologie is.
Maar hoe interessant de stellingen en bijbehorende discussies ook zijn: mijn aandacht ging vooral uit naar dat begrip screen abolitionists. ‘Schermverlaters’ was de eerste vertaling die bij me opkwam. Google Translate bevestigde die ingeving echter niet. Het woord abolitionism werd niet eens vertaald. In de Van Dale online zijn de woorden Abolitionist en Abolitionisme ook niet te vinden. Wikipedia heeft dan weer wel drie ingangen naar lemma’s.
Is abolitionisme dan toch krachtiger dan het verlaten van schermen alleen, en zag de geciteerde persoon, ene Barbieri, een verband met slavernij ten opzichte van technologie? ‘We have friends who are screen abolitionists, and we have friends who are screen liberalists’. Het is lastig vast te stellen. Maar feit is dat het woord in het Nederlands niet meer in zwang is. De meest concrete treffer is het woord abolitie, in het etymologisch woordenboek van Van Dale: [afschaffing], als kwijtschelding van straf. Het grappigste is misschien nog wel dat ik die definitie vond in een papieren uitgave, en niet via mijn scherm.
Edwin Mijnsbergen is redacteur van IP en freelance informatiespecialist.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 9 / 2018. Het gehele nummer kun je hier lezen.