Het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit Amsterdam heeft de persoonlijke archieven verworven van twee vooraanstaande hervormde Nederlandse theologen, Oepke Noordmans en Cees Graafland.
Voor het Historisch Documentatiecentrum zijn beide archieven een belangrijke aanwinst. Met de archieven van Noordmans en Graafland beschikt het centrum over de schriftelijke nalatenschap van twee sleutelfiguren binnen het Nederlandse protestantisme van de twintigste eeuw en worden nieuwe onderzoeksmogelijkheden geopend.
Noordmans (1871-1956) heeft grote invloed gehad op de Nederlandse theologie van na de Tweede Wereldoorlog. Hij behoort tot de belangrijkste Nederlandse theologen van de twintigste eeuw. Onlangs werd hij in Duitsland zelfs wereldwijd gerekend tot de top tien van gereformeerde theologen. In ons land speelt zijn denken nog steeds een belangrijke rol in de Protestantse Kerk. Noordmans’ theologie kende een bevindelijke inslag en hij stond een sobere liturgie in de kerk voor. Zijn verzameld werk is in de afgelopen decennia uitgegeven. Na het overlijden van de laatste erfgenaam dreigde het archief verloren te gaan maar het is in overleg met de executeur gered door Kees Boele, die vorig jaar aan de VU promoveerde op Noordmans.
Graafland (1928-2004) is in de twintigste eeuw de meest spraakmakende hoogleraar geweest vanwege de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk. Als Utrechts hoogleraar (1972-1993) richtte hij zich op de dogmengeschiedenis van vooral verbond en verkiezing en bepleitte hij een theologie die minder bevindelijk en sterker op Calvijn gericht was. In het publieke debat stimuleerde hij het gesprek tussen de orthodox-gereformeerden en andere groeperingen binnen de kerk. Ook stond hij welwillend tegenover een grotere kerkelijke rol voor de vrouw.