Een consortium van meer dan dertig Europese partijen ontwikkelt de komende vier jaar verschillende instrumenten om snel betrouwbare informatie te ontsluiten uit big data. De Europese Commissie heeft voor het project in totaal circa 12 miljoen euro beschikbaar gesteld. Ook het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) neemt hieraan deel.
Onderzoekers van het NFI gaan zoekhulpmiddelen ontwikkelen om binnen grote hoeveelheden digitale informatie biometrische kenmerken te vinden en aan elkaar te koppelen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een verdachte die op een groot aantal foto’s voorkomt en die op basis van biometrische kenmerken (bijvoorbeeld gezicht, kleding en/of postuur) kan worden herkend.
Het NFI gaat ook werken aan het zogenoemde weak signal detection. Dat zijn kleine stukjes informatie die op zichzelf staand onbeduidend kunnen lijken, maar in groter verband essentieel kunnen blijken in de opsporing van verdachten. “Je kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan bepaalde woorden die verdachten gebruiken om hun misdrijven te verhullen. De methode die we de komende jaren willen ontwikkelen, moet patronen herkennen in de enorme brei aan kleine zwakke signalen”, vertelt Zeno Geradts, wetenschappelijk onderzoeker van het NFI.
De dertig partijen werken vier jaar aan de ‘forensische toolbox’, die uiteindelijk een groot aantal ‘open source’ zoekinstrumenten moet opleveren. Daardoor kunnen partijen over de hele wereld na afloop van het project gebruikmaken van deze toolbox. Het NFI kan deze zoekhulpmiddelen inzetten in de forensische zoekmachine Hansken, die het NFI en de politie samen ontwikkelden en die in oktober 2015 in gebruik werd genomen.
Het consortium komt op 13 en 14 september 2016 in Madrid bijeen om alle mogelijkheden te verkennen, te overleggen wie welke rol exact in het project speelt en hoe dat precies wordt ingevuld. Naast het NFI werken onder meer ook TNO en de Universiteit van Amsterdam mee.