KB Onderzoekskroniek: De toekomst van taal is vloeibaar

Door Marianne Hermans

Publicaties liggen door digitalisering niet meer vast, maar zijn dynamisch en fluïde. Daarmee wordt ook de KB minder vastomlijnd en staat ze meer open naar het publiek. In samenwerking met ontwerpers en kunstenaars verkent de KB mogelijkheden van nieuwe technologie voor de collectie. Futuristisch inkijkje in het project Taal in Transit.

Geschreven taal heeft zich altijd afgespeeld op het platte vlak. Ons brein werkt echter associatief, en dat is moeilijk te vatten in de lineaire vorm van opgeschreven taal. De transformatie naar een ruimtelijke en beweeglijke vorm brengt taal dichter bij ons menselijk denken. Augmented reality (AR) is het begin van een technologische ontwikkeling waarin dat steeds vanzelfsprekender wordt.

Digitalisering verandert de aard van teksten. Een tekst is niet langer gebonden aan een fysiek boek als drager. Aan de beweeglijkheid van internet zijn wij al allemaal gewend. Teksten op websites kunnen aanwezig zijn, en even later veranderd of zelfs verdwenen. Publicaties liggen niet meer vast. In plaats van een statische, fysieke aanwezigheid in boekenkast of bibliotheek kan een tekst dynamisch en fluïde zijn.

Buiten de eigen muren

Bibliotheken worden daardoor voor grote uitdagingen gesteld: wat slaan we hoe en waar op? Hoe gaat deze dynamische taal zich in de toekomst verhouden tot gebruikers en lezers? Het vaste, lineaire aspect van tekst verdwijnt naar de achtergrond. Wordt alles beweeglijk of zullen wij nieuw houvast zoeken?

Ook de KB zal zich buiten de eigen muren gaan begeven. De tijd van het louter opslaan van publicaties is voorbij. De bibliotheek wordt zelf ook minder vastomlijnd, en zal zich meer openstellen voor interacties met het publiek. Daarom zijn we bezig met het verkennen van mogelijkheden om met het publiek in contact te treden. Dat doen we onder meer door experiment en innovatie te stimuleren in het KB Atelier, maar ook door de ruimte daarbuiten te betreden. 

Levend maken van taal

Een eerste idee, de poëzietrap, ging over het ruimtelijk en interactief maken van een gedicht waar je doorheen kon lopen. Door hun onderscheidende installaties met AR-poëzie, onder meer voor bibliotheken via Wolk, kwam International Silence op ons pad. Met financiering van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie hebben we uiteindelijk samen een concept uitgewerkt, Taal in Transit, waarin de vervloeiing van taal en literatuur, van fysiek naar digitaal, zichtbaar wordt. We maken hiervoor gebruik van de publieke ruimte van de stad en de bibliotheek. Dat doen we door de inzet van technieken, zoals projectie, virtual en augmented reality en het ‘levend’ maken van taal en gedichten gevoed door de actualiteit, bijvoorbeeld het gesprek dat plaatsvindt op social media.

Zinnenprikkelende beelden

Met Taal in Transit wil de KB de samensmelting van de fysieke realiteit en het digitale domein voor een zo breed mogelijk publiek zichtbaar maken. We zoeken de verbinding tussen publiek en collectie en tussen heden en verleden op enkele iconische plekken in Den Haag, waar het gebouw van de KB gehuisvest is. Daarbij staat de interactie met een breed publiek centraal – van toevallige passanten tot doelbewuste bezoekers.

Uitgangspunt zijn archetypische plekken die in elke stad voorkomen, zoals fonteinen, parken, pleinen, stations en hoogbouw. Voorlopig zijn daaruit vijf plekken gekozen en daarmee vijf verschillende vormen van taal die elk een uniek aanknopingspunt bieden voor een waaier aan gesprekken, activiteiten en gedachten. Door stukken op te diepen uit de collectie van de KB (spoorboekjes, protestteksten, gedichten) en die te combineren met beeldopnames op locatie, is het canvas van Taal in Transit telkens een stukje verder ingekleurd.

Experimenteren

Voor de KB is dit project tevens een manier om te experimenteren met AR, VR, 360 graden video en andere immersive technieken die de aandacht van het publiek trekken en vasthouden. Kunnen we nieuwe manieren bedenken om mensen bij de vragen van de samenleving te betrekken, bij vraagstukken die voor de bibliotheek relevant zijn en bij vragen over ons collectief taalgeheugen, onze beleving en ontlezing? Kunnen we makers aan ons binden om creatief met onze collecties aan de slag te gaan? En kunnen we de stad en het publiek laten kennismaken met taal en literatuur en hen uitdagen zelf een creatieve bijdrage te leveren?

Taal in Transit geeft een futuristisch inkijkje: is dít hoe taal, hoe literatuur in vele vormen en verschijningen, er in de toekomst zal uitzien? Wie op het station meereist met een gedicht, langs een fontein wandelt waar emoji’s aan ontspringen, onder een boom doorloopt waar poëzie uit warrelt of zich bevindt tussen losgezongen protestwoorden op het Malieveld, dat die gaat denken: ‘wow, als dít kan, wat zou het dan geweldig zijn als …’

Met dank aan Twan Janssen, Johannes Verwoerd (International Silence) en Arno Kuipers (KB).


Marianne Hermans is kennisadviseur bij de Koninklijke Bibliotheek.

Deze bijdrage komt uit IP #7/2021. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.