Hans Jansen is na 42 jaar bij de KB met pensioen gegaan. Voor de nieuwe huisvesting van de nationale bibliotheek blijft hij nog even aan.
Door: Dafne Jansen
Je bent nu met pensioen, en toch heb je sinds afgelopen maart een nieuwe functie?
‘Dat klopt! Op 19 april heb ik mijn officiële afscheid gehad na 42 dienstjaren. Maar ik blijf als adviseur betrokken bij de nieuwe huisvesting van de KB. Na een aantal zeer drukke jaren kan ik me richten op één klus, waar ik zo’n drie dagen in de week aan ga besteden.’
Ruim vier decennia bij dezelfde organisatie… dat gaat niet vervelen?
‘Zeker niet. Ik heb vaak nieuwe functies gekregen, op een gegeven moment zelfs wel iedere twee jaar. Ik ben begonnen als titelbeschrijver/catalogiseerder in de tijd dat de automatisering van ons vakgebied in opkomst was. Toen ik hoorde over internet, wist ik: “Dit gaat ons vakgebied nóg verder veranderen”. En hoe, de bibliotheek is dynamischer dan ooit.’
Is het internet de grootste verandering geweest in je loopbaan?
‘Ja en nee. De KB is erg gericht op de digitale transitie. We willen steeds meer fysieke collecties digitaal beschikbaar stellen (denk aan Delpher). Maar we willen ook het “digital born” materiaal, zoals websites, archiveren. Duurzame opslag is ongelooflijk complex en dé oplossing is nog niet in zicht. Ik heb het altijd jammer gevonden dat in Nederland nooit een incident heeft plaatsgevonden, waarbij grootschalig data zijn verloren – dat had urgentie gecreëerd. Maar de grootste verandering op organisatorisch vlak heeft voor ons de laatste jaren plaatsgevonden, met name in de samenwerking met de openbare bibliotheken sinds 2015. Van een vrij afstandelijke, bijna “deftige” organisatie, die vooral onderzoekers en studenten bediende, hebben we er in één klap vier miljoen nieuwe gebruikers bij.’
Je klinkt superenthousiast.
‘Jazeker. De nationale bibliotheek van Nederland heeft zeventien miljoen potentiële leden, en ik denk dat de samenwerking met de openbare bibliotheeksector ons daar een stap dichterbij heeft gebracht. Ik vind programma’s over laaggeletterdheid bijvoorbeeld heel inspirerend, omdat ze een direct, maatschappelijk nut hebben. En vergeet niet: de komst van honderdtwintig nieuwe medewerkers destijds heeft ook weer een nieuwe impuls aan de organisatie gegeven.’
Speelt de nieuwe huisvesting in op die verandering?
‘De nieuwe huisvesting van de KB moet een plaats blijven bieden aan studenten en onderzoekers om prettig te werken, maar we willen er ook “het geschreven woord vieren”. Dat betekent niet dat we alleen maar oude boeken in vitrines gaan zetten, ik loop daar zelf ook steevast aan voorbij in andere bibliotheken. Maar het biedt wel ruimte voor een ander soort programmering, in samenwerking met kennis- en culturele instellingen. En natuurlijk moet je er ook oude boeken kunnen bestuderen.’
Dat gaat allemaal passen in dat nieuwe gebouw?
‘Het magazijn komt waarschijnlijk elders. En we gaan opnieuw kijken naar de kantoorinrichting. Die kan efficiënter, maar tegelijkertijd is het ook belangrijk dat het prettig werken is – met veel daglicht.’
Ken je inspirerende voorbeelden?
‘Nationale bibliotheken zijn toch vaak traditioneel. We moeten echt vooruit kijken en nieuwe dingen ontwikkelen, want wie de blik richt op bestaande gebouwen, ziet alleen het verleden. De nieuwe KB moet passen in de wereld zoals die er over zeven à acht jaar uitziet, en dat is een mooie uitdaging waar ik veel zin in heb.’
Dafne Jansen is redacteur van IP en projectmanager bij de Universiteit Utrecht.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2018. Het gehele nummer kun je hier lezen.