Een opmerkelijk vonnis is afgelopen week uitgesproken tegen een man die van plan was naar Syrië af te reizen en deel te nemen aan de jihad, aldus Jos van Dijk. ‘Het zoeken van informatie is onder de definitie van een misdrijf gebracht.’
Door: Jos van Dijk, oud-redacteur van IP
Om welk vonnis ging het? Omar H. kreeg in hoger beroep van het Gerechtshof in Den Haag een gevangenisstraf opgelegd van anderhalf jaar onvoorwaardelijk. In eerste instantie had de Rotterdamse rechtbank hem twaalf maanden gevangenisstraf opgelegd voor het voorbereiden van moord en brandstichting.
Bij de arrestatie van Omar H. in 2012 in Amsterdam, meldt de NOS, vond de politie 10 meter lont en 1 kilo aluminiumpoeder, dat gebruikt kan worden om explosies te veroorzaken. Op zijn computer had H. uitgezocht hoe hij dat moest doen. Ook vond de politie tien dvd’s met 51 jihadistische films. H. zette dit soort films ook zelf op internet met aansporingen om in Syrië aanslagen te plegen. Tegenover de politie zei H. dat hij naar Syrië wilde om mee te vechten tegen het regime van president Assad.
Zoekgedrag
Het hof heeft nu ook H.’s zoekgedrag op het internet betrokken bij de veroordeling. Het vergaren van kennis over terrorisme en het daaraan ten grondslag liggende ideologische gedachtegoed kan volgens de rechterlijke uitspraak worden beschouwd als ’training’ en daarmee valt het onder de definitie van een terroristisch misdrijf. Zo is weer een nieuwe stap gezet in de bestrijding van het terrorisme Het vonnis is een voorbeeld voor tientallen vergelijkbare rechtszaken die op dit moment nog lopen.
Het OM hoopt met dit vonnis achter de hand sneller te kunnen ingrijpen bij radicaliserende moslims en potentiële Syriëgangers. Het zou ook een afschrikwekkende werking kunnen hebben, denkt men. Maar terrorisme-expert Van Ginkel van Clingendael verwacht niet dat dit veel indruk gaat maken. Wie bereid is zijn leven te geven voor zijn geloof, is ook bereid risico’s op gevangenisstraf te nemen.
Het effect zou wel eens averechts kunnen zijn. Strengere straffen kunnen bijdragen aan de radicalisering van degenen die toch al vijandig staan tegenover politie en justitie. Iemand die reageert op het bericht in Elsevier vindt de straf nog veel te laag: “Wat een milde geitenwollensokkenfiguren zijn het daar toch.”
Nieuwe stap
Met de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag is weer een nieuwe stap gezet in het bestraffen van communicatie. Een van de belangrijkste grondrechten in de westerse samenleving gaat over de vrijheid van mensen om informatie te vergaren en uit te wisselen. Nu is het zoeken van informatie onder de definitie van een misdrijf gebracht. Het gaat natuurlijk om bepaalde informatie, maar dat is nu precies in strijd met het vrije verkeer van informatie: de overheid dient zich juist afzijdig te houden van de ideeënwereld van mensen, hun uitingen, evengoed als het zoeken en ontvangen van informatie.
Er zijn alleen enkele beperkingen bij wet geregeld voor het verspreiden van informatie die rechtstreeks schade toebrengt aan anderen. Zoals bij smaad, discriminatie, bedreiging, haat zaaien. In het kader van de bestrijding van het terrorisme is daar eerder al de uitwisseling van informatie bij gekomen als strafbaar onderdeel van de voorbereiding van een misdrijf of de vorming van een criminele organisatie. Vijf jaar geleden werden leden van de Hofstadgroep louter en alleen vanwege het onderling uitwisselen van informatie na een jarenlange rechterlijke procedure alsnog veroordeeld.
Risicovol
Nu wordt daaraan ook het zoeken van informatie toegevoegd. En dat is buitengewoon risicovol als we ons na Snowden’s onthullingen realiseren hoe toegankelijk zoekgedrag op het internet is voor inlichtingendiensten. De politie kan nu niet alleen sneller mensen oppakken. Het wordt ze ook wel erg eenvoudig gemaakt op deze manier. En wie zegt dat deze stap in de inperking van vrijheden alleen zal worden toegepast op bepaalde terroristische misdrijven? De wet gaat in algemene zin over criminele organisaties. Als de definitie van training zo gemakkelijk opgerekt kan worden, geldt dat dan niet voor die van criminele organisaties? Kortom, de politiestaat is weer een stukje dichterbij gekomen.
De “geitenwollensokken” rechters zijn inmiddels ook dichter bij het anti-islamiseringsfront gekomen dan de reactie op het bericht van Elsevier doet vermoeden. Waar het de zogenaamde Partij voor de Vrijheid, maar ook delen van christelijk Nederland en de rechterflank van de VVD uiteindelijk om gaat is de vervolging van een ideologie, van ‘gevaarlijke gedachten’, van een ‘foute’ religie, van ‘verkeerd’ denken. Het gaat om het onderdrukken van een gedachtegoed dat hen niet aanstaat. Een weinig vrijheidslievende en gevaarlijke gedachte.