Wetenschappers vragen hulp bij verzamelen geurtaal en geurgebruiken

Om geurtaal en geurgebruiken in kaart te brengen als onderdeel van ons geurerfgoed roept een groep wetenschappers Nederlanders op om een vragenlijst in te vullen. De antwoorden zullen worden gebruikt voor de Neuswijzer, de allereerste Nederlandse geur(woorden)gids.

Muf, dompig, duffig, vaats, verdossemd, huim, brak of pismuffig: het Nederlands is ooit heel rijk geweest aan geurwoorden. Niet alleen voor muffe luchten en bedompte ruimtes, maar ook om de rijke, aromatische geurcultuur van het dagelijks leven te beschrijven. Een groep ‘neusgierige’ wetenschappers – taalkundigen, historici, etnologen, psychologen en biologen – doet in samenwerking met geurontwerpers en kunstenaars onderzoek naar geur als belangrijk onderdeel van de natuur en het cultureel erfgoed. Ze onderzoeken geurgebruiken en geurtaal, en gaan op zoek naar hedendaagse en historische woorden die gebruikt worden om geuren te beschrijven. Ze zijn speciaal geïnteresseerd in geurbeschrijvingen in dialecten en talen zoals Fries, Limburgs, Nedersaksisch, Jiddisch en Papiaments.

Om de Nederlandse geurcultuur in kaart te kunnen brengen heeft de onderzoeksgroep een vragenlijst over geurgebruiken en geurtaal ontwikkeld en roept ze Nederlanders op deze in te vullen. De antwoorden zullen worden gebruikt voor de Neuswijzer, de allereerste Nederlandse geur(woorden)gids die in 2023 zal verschijnen. ‘Een geurig standaardwerk over reuk in taal en cultuur, evolutie en biologie, geschiedenis en psychologie. Een primeur voor het Nederlandse taalgebied’, aldus de onderzoekers.

Het project wordt deels aangestuurd vanuit Odeuropa, een Europees onderzoeksproject over geurerfgoed. Zie ook: https://informatieprofessional.nl/odeuropa-duikt-in-digitale-erfgoedcollecties/