Waarden als harnas tegen de ruwe randjes van digitalisering

Door Anneke de Maat

Inclusie, digitale soevereiniteit, privacy en publieke toegang tot informatie. Met het statement Publieke Waarden UKB lieten de Nederlandse universiteitsbibliotheken en de nationale bibliotheek KB, verenigd in UKB, begin dit jaar weten voor welke publieke waarden zij zich hard willen maken in hun dienstverlening. Hoe krijgt dit vorm in de praktijk? Twee betrokkenen – Ingrid Wijk en Marc van den Berg – vertellen.


‘We moeten de nieuwe generatie leren om kritisch en onafhankelijk te denken’

Digitalisering brengt de maatschappij en de bibliotheken veel nieuwe mogelijkheden, maar het heeft ook een keerzijde: ze zet publieke waarden als vrije informatievergaring en betrouwbaarheid van informatie onder druk, zegt UKB-bestuurslid Ingrid Wijk, directeur van de Universiteitsbibliotheek Maastricht. Samen met enkele UKB-leden stelde ze daarom het statement Publieke Waarden UKB op.

‘Als publiek gefinancierde instellingen hebben de Koninklijke Bibliotheek en de universiteitsbibliotheken de taak om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek voor zo veel mogelijk mensen toegankelijk te maken’, vertelt ze. ‘Niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar bijvoorbeeld ook onderzoekdata en erfgoedcollecties. Dit draagt bij aan vrije informatievergaring en is de basis voor vrije meningsvorming. UKB zal ook de komende jaren op de bres staan voor open science. Voor bijvoorbeeld open access trekken we zo veel mogelijk in UKB-verband op bij onderhandelingen met uitgevers over licenties. Mogelijk ingegeven door de enorme publicatiedruk – “publish or perish” – wordt te gemakkelijk met auteursrecht omgegaan. We moeten als bibliotheken nu soms rechten terugkopen die door onze onderzoekers aan uitgevers zijn weggegeven. UKB zet zich verder in voor het FAIR maken van onderzoekdata: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar voor iedereen, van wetenschappers en burgers tot ondernemers en maatschappelijke organisaties.’

Afhankelijkheid commerciële partijen

Digitalisering heeft helaas ook geleid tot toenemende afhankelijkheid van commerciële marktpartijen, zoals uitgevers en techbedrijven, vervolgt Wijk. ‘Dat leidt tot restricties in de toegang tot informatie. Zo is bijvoorbeeld de prijs van academic textbooks heel hoog. Daarbij stellen uitgevers ook nog eens limieten aan het aantal gebruikers en het aantal keer dat je de boeken mag printen. UKB zet zich daarom in voor open digitale leermaterialen. In 2021 heeft de werkgroep Bibliotheken Open & Online Onderwijs, een samenwerkingsverband van SURF, UKB en hogeschoolbibliotheken, het platform voor (open) digitale leermaterialen Educources gelanceerd. Dit maakt open leermaterialen door goede metadata beter vindbaar via een veilig platform, en herbruikbaar voor collega-docenten. We werken nu aan het promoten ervan.’

Betrouwbaarheid informatiebronnen

Vanwege de groeiende desinformatie door bots en de opkomst van deepfakes vindt Wijk ook het versterken en uitbreiden van het onderwijs in informatievaardigheden belangrijk. ‘De KB zet zich in voor leesbevordering, en de universiteitsbibliotheken voor het leren zoeken naar en het leren beoordelen van de betrouwbaarheid van informatiebronnen. We moeten de nieuwe generatie leren om kritisch en onafhankelijk te denken. Het is belangrijk dat studenten onderscheid kunnen maken tussen een kwaliteitsoordeel en een waardeoordeel. Iets kan feitelijk juist zijn, maar toch bij verschillende mensen verschillende gevoelens oproepen vanwege verschillende persoonlijke referentiekaders.’

Conserveren van erfgoed

De publieke waarden waar UKB zich sterk voor maakt, sluiten ook aan bij een aantal doelen van de 17 Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Doel 11 draait om het veiligstellen van cultureel erfgoed. Wijk: ‘UKB werkt volop aan het conserveren en duurzaam beschikbaar stellen van het erfgoed in de bibliotheken voor zo veel mogelijk mensen – van onderzoekers en studenten tot burgers. Digitalisering speelt daar een rol in, maar het doel is niet om alles uit die collecties digitaal beschikbaar te maken. Dat gebeurt heel gericht. Ten eerste digitaliseren we objecten die vanwege de kwetsbaarheid maar door een beperkt aantal mensen kunnen worden gebruikt. Zo hebben we bij de UB Maastricht oude reisboeken die in het onderwijs worden ingezet. Als studenten die boeken jaar na jaar gebruiken, overleven ze het niet, dus digitaliseren we ze.’

Samenhang door linked open data

‘Ten tweede digitaliseren we om samenhang te creëren tussen collecties en deze nog beter bruikbaar te maken voor onderzoek en onderwijs’, vervolgt Wijk. ‘Er is ontzettend veel erfgoedmateriaal verdeeld over verschillende instellingen. Soms is het aan een persoon of instelling gerelateerde erfgoed verdeeld over een aantal instellingen. De UB Maastricht heeft bijvoorbeeld brieven, handschriften en de bibliotheekcollectie van de Maastrichtse dichter en schilder Pierre Kemp, terwijl het Sociaal Historisch Centrum Limburg en het Letterkundig Museum in Den Haag collecties hebben die weer andere aspecten van Kemp belichten.

Je wilt dat onderzoekers en burgers kunnen zien wat er allemaal waar aanwezig is. Als je dat samenbrengt, kun je samenhang creëren en nieuwe verhalen vertellen. We werken in UKB-verband aan het verbinden van die collecties met nieuwe technologieën als linked open data. Je kunt ook geodata toevoegen. In het geval van Pierre Kemp is dat interessant omdat hij ook loonadministrateur was in de mijnindustrie. De UB’s van Maastricht, Leiden en Delft doen mee aan het project Verbonden erfgoed van bibliotheken. We gaan samen met de andere deelnemende bibliotheken onze data koppelen via linked open data en duurzame identifiers gebruiken.’

Van wie zijn de metadata?

Wijk ziet dat het voor bibliotheeksystemen nog een uitdaging is om verbindingen te maken tussen de collecties van bibliotheken en andersoortige instellingen. ‘Systeemleveranciers zoals OCLC zorgen ervoor dat (inter)nationale bibliotheekcollecties goed verbonden en doorzoekbaar zijn, maar nu moet het bibliotheeksysteem communiceren met andersoortige systemen. Terwijl het gaat om het openstellen van metadata gemaakt met publiek geld, ontstaat er nu ook discussie over van wie de bibliotheekcollectiemetadata zijn. Wie mag er een nieuw product mee maken? Binnen UKB gaan we hierover in gesprek in de werkgroepen Bijzondere Collecties en Innovatieve Digitale Bibliotheek. Als UKB streven we ook naar digitale soevereiniteit. We willen waar mogelijk opensourcesoftware gebruiken om niet of minder afhankelijk te zijn van commerciële partijen. Bij de UB Maastricht is open source ook het uitgangspunt en werken we bijvoorbeeld met Wikidata en Omeka.’

Diverse en inclusieve collecties

Ook waarden als diversiteit en inclusie staan op de UKB-agenda, zegt Wijk tot slot. ‘We streven ernaar meerdere perspectieven op collecties te geven zonder waardeoordelen. Domeinspecialisten binnen alle UB’s updaten regelmatig de collectieprofielen samen met de opleidingen en onderzoeksinstituten. We kijken of de collecties de wetenschappelijke state of affairs voldoende weerspiegelen en willen met de collecties bijdragen aan het maatschappelijke en wetenschappelijke debat.’


‘We gebruiken alleen AI-toepassingen waarbij op cruciale punten menselijk toezicht is’

‘Zelf maak ik geen deel (meer) uit van het UKB-bestuur’, vertelt Marc van den Berg, hoofd Innovatie & ICT bij de KB (en per 1 juni met pensioen), maar hij was wel betrokken bij het opstellen van het statement Publieke Waarden UKB. ‘Een mooie manier om zo’n statement concreet in te zetten is om het onderdeel te maken van elke UKB-vergadering. Bij elk agendapunt zou je je af moeten vragen: “Hoe draagt dit bij aan onze publieke waarden en in welke mate?” De KB – en ook een van de universiteitsbibliotheken – gaat het statement gebruiken als kader bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan. En wat mij betreft gebruiken we het als uitgangspunt bij alle nieuwe diensten en technologieën die we ontwikkelen en inzetten, en toetsen we regelmatig of ons beleid en onze dienstverlening nog stroken met onze UKB-waarden. Zo voeg je de daad bij het woord.’

AI niet zonder gevaren

‘Wij zetten bij de KB artificial intelligence (AI) in voor onder andere automatisch metadateren om zo de toegankelijkheid tot informatie voor burgers te vergroten’, zegt Van den Berg. ‘Toen we hiermee enkele jaren geleden aan de slag wilden gaan, realiseerden we ons dat AI veelbelovend is, maar niet zonder gevaren. AI kan tot bias leiden en schakelt het menselijk oordeel uit. Daarom hebben we bij de KB voorwaarden opgesteld voor “verantwoord gebruik van AI door bibliotheken”. Dit document maakt nu onderdeel uit van het statement Publieke Waarden UKB. Belangrijke uitgangspunten zijn het borgen van inclusie, transparantie (uitleg over hoe het algoritme werkt), onpartijdigheid (AI mag niet beogen het gedrag of denken van mensen te beïnvloeden), toezicht: “No human, no AI”, en het respecteren van privacy.’

Niet representatief voor geheel

Van den Berg illustreert hoe AI kan botsen met inclusie: ‘De KB heeft een gigantische en veelgebruikte set tekstdata uit gedigitaliseerde boeken, kranten en tijdschriften. Die wordt veel gebruikt door geesteswetenschappers en sociale wetenschappers. Zo heeft een researcher in residence onlangs gekeken of je de oorsprong van stadsontwikkeling kunt terugvinden in de manier waarop kranten over steden schreven. Door het inzetten van AI als tool is zo’n grootschalig onderzoek nu mogelijk, maar het is niet zonder problemen, want onze krantencollectie is een weergave van wat de KB heeft kunnen verzamelen: boeken en kranten gericht op mensen die konden lezen en die het aanschaffen ervan konden betalen. Onze KB-collectie met 3,5 miljoen gedrukte titels representeert echter niet heel Nederland. Zo zijn er veel minder publicaties verzameld uit overzeese koloniale gebieden.’

‘No human, no AI’

De KB vindt het belangrijk om ervoor te zorgen dat de datasets die met AI kunnen worden doorzocht zo min mogelijk biased en zo veel mogelijk inclusief zijn. Dat betekent dat er met terugwerkende kracht moet worden gecollectioneerd. Van den Berg: ‘Je moet weten waar de gaten zitten in je collectie en die niet zelf gaan opvullen, maar dat laten doen door de degenen die er verstand van hebben: dat zijn de mensen uit die (ondervertegenwoordigde) groep of gemeenschap zelf. Hiervoor is in Amerika de OF/BY/FOR ALL-methode ontwikkeld. Voor het programma Indisch Erfgoed Digitaal werkt de KB nu samen met mensen met wortels in voormalig Nederlands-Indië.’

Maar ook met het betrekken van ondervertegenwoordigde groepen kun je niet alles oplossen, benadrukt Van den Berg. ‘Als je de kranten van de jaren dertig leest, krijg je een vreemd beeld van joden. Dat kun je niet rechtzetten met AI. Je moet je ervan bewust zijn dat wat je de machine voert ook bepalend is voor het zoekresultaat. Bij de KB ontwikkelen en gebruiken we daarom alleen AI-toepassingen waarbij op cruciale punten menselijk toezicht is. “No human, no AI”.’

Vuist maken tegen bigtech

De Nederlandse universiteiten en andere onderwijsinstellingen zijn zich nu zowel binnen UKB als binnen SURF aan het verenigen om samen een vuist te maken tegen de bigtech. Ze willen studenten en medewerkers een veilige digitale leer- en werkomgeving bieden. Door de toegenomen afhankelijkheid van grote commerciële partijen en platforms is het steeds lastiger om UKB-waarden als veiligheid, privacy, transparantie en digitale soevereiniteit te borgen. Van den Berg was ook betrokken bij de discussie over publieke waarden binnen SURF en vindt vooral digitale soevereiniteit belangrijk. ‘Het moet niet zo zijn dat je, voordat je een dienst mag gebruiken, je hele hebben en houwen aan persoonlijke gegevens moet weggeven. Je moet zelf kunnen bepalen met wie je welke data deelt, voor welk doel en voor hoe lang. Als we ons eerst op nationaal en daarna ook op Europees niveau verenigen, maken we een kans en kunnen we meer zelf de voorwaarden gaan bepalen bij het afsluiten van contracten met de grote commerciële partijen. Kijk naar de Europese privacywet, de General Data Protection Regulation (GDPR): ondanks alle bureaucratie die erbij komt kijken, is dat wel een succes. Bij SURF zijn driehonderd organisaties aangesloten, en de marktkracht van Europa is groot. Als we ons verenigen, kunnen we bij de wereldspelers afdwingen dat ze meer rekening houden met de publieke waarden.’

Alternatief voor Google Analytics

De KB en SURF zijn aangesloten bij PublicSpaces, een initiatief van de VPRO dat onderzoekt hoe publieke organisaties hun afhankelijkheid van sociale platforms kunnen verminderen. ‘Het idee is om een veilige publieke online ruimte te realiseren waar je zelf kunt bepalen wat er met je data gebeurt. Een van de principes van PublicSpaces is de “digitale spoelkeuken”. Alle nieuwe dingen die je doet, toets je aan je kernwaarden. Zo heeft de KB net haar website vernieuwd en besloten niet meer te gaan werken met Google Analytics. De inzet hiervan is mogelijk in strijd met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), en daarom wordt Google Analytics wellicht binnenkort verboden door de Autoriteit Persoonsgegevens. PublicSpaces wacht dit niet af en gaat op zoek naar alternatieve analytics tools door een challenge te organiseren.’

De KB bedient als organisatie drie domeinen: erfgoed, wetenschap en het openbare bibliotheekveld. In elk van die velden voeren verschillende sets publieke waarden de boventoon, besluit Van den Berg. ‘Als het gaat om publieke waarden in het wetenschapsdomein, gaat de KB zich de komende jaren vooral inzetten voor open science, FAIR data, toegang tot wetenschappelijke resultaten voor zo veel mogelijk mensen en organisaties (bijvoorbeeld burgers, mkb en niet-wetenschappelijke professionals zoals docenten), en brede maatschappelijke deelname aan wetenschap (citizen/societal science).’

> Het statement Publieke Waarden UKB kun je lezen op ukb.nl/nieuws/ukb-spreekt-zich-uit-over-publieke-waarden/, meer informatie over UKB op ukb.nl.


Anneke de Maat is freelance redacteur en tekstschrijver.

Deze bijdrage komt uit de papieren IP #4-2022. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.