Column: Twee van de tweehonderd*

Door: Eric Sieverts

Voor mijn doen vroeg wakker geworden, had ik al zachtjes de radio aangezet. Tussen sportroddels door kwam plotseling het bericht langs dat het negende-eeuwse Psalter van de Utrechtse universiteitsbibliotheek was toegelaten tot Unesco’s prestigieuze ‘Memory of the World’-register. De Utrechtse historicus Marco Mostert lichtte de vroege luisteraars van NPO Radio1 daar uitgebreid over in. Daarbij meldde hij uiteraard ook dat het rijk geïllustreerde handschrift een maand lang tentoongesteld wordt in Museum Catharijneconvent. Toch was ik wat teleurgesteld over wat niet gezegd werd – en wat ik ook in verdere berichten in de media niet ben tegengekomen. Namelijk dat er ook een digitale versie is, die voor iedereen – zelfs zonder Museumjaarkaart – op internet toegankelijk is.

Het is natuurlijk heel bijzonder om zo’n uniek stukje cultuurgoed in werkelijkheid te kunnen zien. Alleen mogen toeschouwers natuurlijk niet bladeren, zodat je niet meer dan twee van de tweehonderd bladzijden te zien kunt krijgen. Dat is toch een beetje alsof je naar het Rijksmuseum gaat om alleen een stukje van 30×30 centimeter van De Nachtwacht te kunnen bekijken. Nee, dan de digitale versie van het Psalter (psalter.library.uu.nl). Daarvan kun je wel al die tweehonderd bladzijden op je scherm krijgen. En bovendien kun je daarop heel ver inzoomen. Je ziet dan meer details dan zelfs met een loep vlak boven het perkamenten exemplaar zichtbaar zouden zijn. En dan is er in dit geval nog iets bijzonders. De overvloedige levendige tekeningen en de schat aan details daarin hebben allemaal betrekking op fragmenten uit de daarnaast gekalligrafeerde psalmteksten. Het is eigenlijk een soort stripboek avant la lettre. Maar wel heel ver ‘avant’ – bijna twaalf eeuwen zijn tijd vooruit. En in de digitale versie zijn al die relaties tussen beeld- en tekstfragmenten ook allemaal aanwezig als aanklikbare tweerichtinglinks. Ook wie niet zo bijbelvast is, komt zo te weten waar al die plaatjes vol activiteiten betrekking op hebben.

In 1996 was in Utrecht ook al een digitale versie geproduceerd. Toen nog niet op internet – je moest hem op cd-rom aanschaffen. In de eerste jaargang van IP is destijds uitgebreid beschreven hoe die tot stand gekomen was en welke speciale mogelijkheden de digitale techniek ons bood. In die versie zaten namelijk ook al aanklikbare koppelingen tussen beeldfragmenten en de stukjes psalmtekst die ermee geïllustreerd werden. Een mooi voorbeeld dat digitale versies van ons erfgoed meer mogelijkheden kunnen bieden dan de fysieke – en dat kan dus heel wat verder gaan dan alleen besparingen op wereldwijde reiskosten. Jammer dat die vorm van ‘Digital Humanities’ voor het grote publiek soms wat onderbelicht blijft ten opzichte van vaak overvloedige PR voor de fysieke ‘experience’.

*De aankondiging dat mijn vorige column de laatste zou zijn, heeft de redactie overvallen. Op veler verzoek maak ik deze jaargang af.

Eric Sieverts is redacteur van IP en freelance docent en adviseur.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 8 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen.