De Amerikaanse antipiraterijwetten SOPA en PIPA en in Europa ACTA lijken de vrije toegang tot (online) informatie te gaan inperken. Amerikaanse bibliotheekorganisaties tekenen al geruime tijd protest aan. In een open brief vroeg Jeroen de Boer, samen met collega Edwin Mijnsbergen, de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) zich over ACTA uit te spreken. En hoe zit het met Nederlandse informatieprofessionals? ‘Aan de kritische houding van onze Amerikaanse vakcollega’s kunnen we een voorbeeld nemen.’
Door: Jeroen de Boer
Het is elke dag een verrassing welke beperkende maatregelen inzake auteursrechtovertreding nu weer uit de hoge hoed van de contentindustrie getoverd worden. Binnen een tijdsbestek van een paar weken bereikte de controverse rond SOPA haar hoogtepunt, kraaide Stichting Brein victorie bij de gerechtelijke uitspraak om The Pirate Bay te blokkeren, haalde de sluiting van MegaUpload alle journaals en ondertekende de Europese Commissie in Japan het ACTA-verdrag. Je zou bijna vergeten dat in september vorig jaar in Europa ook de termijn voor naburige rechten op geluidsdragers werd verlengd van vijftig naar zeventig jaar.
Anders gezegd: er is een sterke ontwikkeling gaande om geldende auteursrechtregelingen te verlengen en het toezicht erop en de sanctionering bij overtreding ervan aan te scherpen. Drijvende krachten hierachter zijn de entertainmentindustrie en andere houders van auteursrecht- en patentdragende producten. Opmerkelijk is dat dit indruist tegen de roep van wetenschappers en de technologiesector om het huidige digitale tijdperk en de onbeperkte internettoegang juist te gebruiken om het auteursrecht om te vormen en te flexibiliseren.
Achter de acroniemen SOPA, PIPA en ACTA gaat een wereld van beleidsvoorstellen schuil die als doel hebben om niet alleen piraterij van fysieke goederen, maar ook van digitaal intellectueel eigendom te bestrijden. Aangezien deze beleidsvoorstellen potentieel vergaande consequenties hebben voor privacy, netneutraliteit en vrijheid van meningsuiting, riepen ze kortgeleden een storm van protesten op. Met als resultaat dat SOPA en PIPA voorlopig van de agenda zijn gehaald. Ook het protest tegen het wereldwijde ACTA-verdrag neemt toe, voornamelijk omdat de Europese Commissie het verdrag op 26 januari in Tokio heeft ondertekend. Het Europees Parlement stemt in de tweede week van juni over het verdrag.
SOPA en PIPA
De Amerikaanse wetsvoorstellen SOPA en PIPA doorlopen momenteel hun procedure in het Amerikaanse Congres. SOPA, de Stop Online Piracy Act, werd in oktober 2011 bij het Huis van Afgevaardigden ingediend door de republikeinse senator Lamar Smith. Het wetsvoorstel geeft de Amerikaanse justitie en auteursrechthebbenden meer mogelijkheden om de online uitwisseling van auteursrechtelijk beschermde content te bestrijden. SOPA bouwt voort op de Protect IP Act, inmiddels beter bekend als PIPA. Protect IP, de Preventing Real Online Threats to Economic Creativity and Theft of Intellectual Property Act, werd een half jaar voor SOPA ingediend bij de Amerikaanse Senaat.
Beide voorstellen hebben als hoofddoel het onbereikbaar maken van zogenaamde rogue websites. Dit zijn niet-Amerikaanse sites die inbreuk maken op content waarop Amerikaans auteursrecht rust. SOPA gaat hierin verder dan PIPA, omdat het élke website die op een of andere manier piraterij faciliteert, als onwelgevallig beschouwt. PIPA beperkt zich tot websites die zich enkel en alleen met piraterij bezighouden.
In de aanpak van de rogues verschillen SOPA en PIPA overigens niet. Een van de oorspronkelijk beoogde manieren om deze sites ‘onzichtbaar’ te maken, was het verwijderen van de domeinnamen uit het Domain Name System (DNS). Met deze werkwijze wordt alleen de url gewist, maar het onderliggende ip-adres niet. Als je dit nummer kent, kan je geblokkeerde sites dus wel bezoeken. Zowel vertegenwoordigers uit de technologiesector als burgerrechtenorganisaties veroordeelden dit onderdeel, omdat het censuur zou kunnen faciliteren.
Los van het al dan niet aanpassen van het DNS-systeem, stellen criticasters tevens dat Amerikaanse websites wel degelijk onder de wetgeving kunnen vallen. Ook verwijzingen naar illegaal geachte content kunnen immers strafbaar worden gemaakt. Voor social media-bedrijven en hosting providers, maar ook voor bibliotheken is het lastig om te controleren of content al dan niet ‘illegaal’ is. Daarnaast kunnen makers van zoekmachines, zoals Google, worden gedwongen resultaten te verwijderen en kunnen betalingen via bedrijven als PayPal en Visa worden geblokkeerd. Inmiddels heeft senator Lamar Smith toegezegd de DNS-blokkade uit het voorstel te schrappen.1
ACTA
Na het optrekken van de rook rondom het protest tegen SOPA/PIPA is de focus van kritische beschouwers verschoven naar Europa. De Europese Commissie zette eind januari haar handtekening onder ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement), een verdrag dat schadelijker wordt geacht dan SOPA/PIPA. Zo is ACTA een handelsverdrag met een wereldwijde focus; het wordt inmiddels ook ondersteund door bijvoorbeeld de VS, Australië, Japan en de G8.
Juist doordat het een handelsverdrag is, boezemt het voorstanders van een vrij internet angst in. De controle erop onttrekt zich namelijk aan de wetgeving van afzonderlijke landen of de Verenigde Naties; het verdrag valt onder de verantwoordelijkheid van een nog nieuw op te richten handhavingsorganisatie. En ook al hebben politici zoals Maxime Verhagen en Neelie Kroes ons op het hart gedrukt dat ACTA geldende wet- en regelgeving respecteert, critici menen dat dat niet het geval zal zijn.2
Een van de meest bekritiseerde onderdelen is de bepaling dat bij onrechtmatig gebruik van auteursrechtelijk beschermde content het strafrecht en niet het huidige civiele recht van toepassing is. Daarnaast wordt gevreesd dat internetproviders verantwoordelijk worden gemaakt voor wat er op hun netwerken gebeurt. Een bijkomend probleem hierbij is dat deze verantwoordelijkheid zeker voor kleine bedrijven of startups niet te dragen is. Het ontbreekt hen vaak aan tijd en geld om hieraan te kunnen voldoen. De vrees dat ACTA op die manier bijdraagt aan een anti-competitieve markt, is dan ook niet ongegrond.
De onzekerheid over eventuele consequenties voor burgers wordt gevoed door het al vijf jaar durende onderhandelingsproces dat, afgezien van wat uitgelekte drafts, lange tijd volledig onzichtbaar was voor de publieke opinie en belangenbehartigers. Dit is een van de redenen dat een grote meerderheid van het Europees Parlement (EP) tegen ratificatie ervan is. De ACTA-rapporteur van het EP, Kader Arif, trok zich eind januari terug uit deze functie.3 Een schijnvertoning noemde hij het proces dat leidde naar ondertekening door de Commissie.
Protest
De wijze waarop de Amerikaanse voorstellen voorlopig tot stilstand zijn gebracht, is bijzonder te noemen. In een artikel in Forbes, ‘Who Really Stopped SOPA, and Why?’, wordt stap voor stap uiteengezet hoe internetters, en níet de klassieke lobby, het tij hebben weten te keren.4 De miljoenen demonstratietweets richting het Congres en de ondersteuners van de regelgeving gingen uiteindelijk om één essentiële vraag: Wie staat aan het roer van de digitale evolutie?
Die slinger is de afgelopen weken uitgeslagen naar het publiek. Niet de lobbykracht van Silicon Valley, maar de roep om netneutraliteit en vrijheid van meningsuiting door de digitale burger heeft Congresleden aan het denken gezet – al is een definitief besluit over SOPA/ PIPA nog niet genomen. Bovendien ligt er ook nog een alternatief voorstel op tafel: de op 17 december jl. geïntroduceerde en onder andere door Google ondersteunde OPEN Act.
Het succesvolle protest tegen SOPA/PIPA lijkt de reden dat er nu eenzelfde publieke stem inzake ACTA weerklinkt. Via verschillende petities zijn binnen korte tijd ruim anderhalf miljoen handtekeningen verzameld, die worden aangeboden aan het Europees Parlement.5 Daarnaast vinden er ook protestacties in real life plaats. Zo gingen in Polen tienduizenden mensen de straat op om te betogen tegen ondertekening van ACTA. In Amsterdam vond op 11 februari een betoging plaats.6
Gevolgen voor bibliotheken
Al vanaf 2008 tekenden Amerikaanse bibliotheekorganisaties verschillende keren protest aan tegen ACTA.7 Zij trokken daarbij samen op met belangenorganisaties zoals de Electronic Frontier Foundation, NetCoalition en Public Knowledge. Van de Amerikaanse overheid eisten zij transparantie in het onderhandelingsproces; ook werd vanzelfsprekend aangedrongen op het afwijzen ervan door het Witte Huis. Aan beide oproepen werd echter geen gehoor gegeven.
Ook IFLA (International Federation of Library Organisations) en de ALA (American Library Organisation) lieten zich negatief uit over ACTA in het algemeen en de eventuele gevolgen voor bibliotheken in het bijzonder. Zij vrezen onder andere voor de aantasting van digitale bronnen en privacyschending van gebruikers. Verder zou het aankopen van geïmporteerde content lastiger kunnen worden, zo niet onmogelijk gemaakt en is er de aanname dat de vrijheid van meningsuiting onder druk komt te staan. In het laatste geval wordt vooral gedacht aan platforms die mede floreren dankzij user-generated content. Dit betreft dan in eerste instantie websites als YouTube en Twitter, maar kan in theorie ook betrekking hebben op wiki’s en fora die gefaciliteerd worden door bibliotheken.
Illustratief voor wat er kan gebeuren, is de lopende aanklacht door The Author’s Guild en enkele individuele auteurs tegen de Cornell University en de universiteiten van Michigan, Indiana, California en Wisconsin.8 Deze universiteiten werken alle mee aan het digitaliseringsproject HathiTrust9 en hebben inmiddels, hoofdzakelijk uit preserverings- en onderzoeksoogpunt, zeven miljoen boeken gedigitaliseerd.10 Het grootste deel ervan betreft zogenaamde verweesde werken: titels waarvan de rechthebbenden onvindbaar of onbekend zijn. De aanklacht omvat in principe alles wat samenhangt met het ontvangen, opslaan en in digitale vorm beperkt beschikbaar stellen van verweesde werken door HathiTrust. Volgens de aanklagers wordt daardoor het auteursrecht op die titels overtreden.11
IFLA stelt in haar reactie mede daarom dat een uitgebalanceerd auteursrechtbeleid door ACTA onder druk kan komen te staan.12 Zonder te betwisten dat makers een redelijke vergoeding voor hun werk moeten krijgen, wordt benadrukt dat fair use en het publieke domein onmisbaar zijn voor een dynamische samenleving. Om het evenwicht tussen markt en maatschappij te bewaren, wordt de voorkeur uitgesproken voor een discussie binnen de WIPO (World Intellectual Property Organization) en niet de eenzijdige aanpak vanuit ACTA.
Aansprakelijkheid
Ook inzake SOPA lieten Amerikaanse collega’s hun afkeuring blijken. De ALA plaatste een inventarisatie van de voorstellen online; kort en bondig werden hierin de maatregelen en consequenties ervan uiteengezet.13 Het grootste probleem is dat bibliotheken in theorie aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer er op hun netwerken illegale activiteiten plaatsvinden. Zo kan bijvoorbeeld de voorgestelde verbreding van het begrip willful infringement (bewuste overtreding vanuit een commercieel oogpunt) in de richting van overtreding in algemene zin, leiden tot gigantische boetes, oplopend tot 150.000 dollar per gedownload object (boek, cd, et cetera). Daarnaast wordt gevreesd dat het streaming aanbieden van content aan banden wordt gelegd, ook wanneer dat door een bibliotheek wordt beoordeeld als fair use en non-profit.
In een brief aan senator Smith zette de Library Copyright Alliance (als penvoerder van de American Library Association, de Association of College and Research Libraries en de Association of Research Libraries) vervolgens nog eens bovengenoemde mogelijke gevolgen uiteen.14
Flexibilisering auteursrecht of strengere regels?
In Nederland heeft FOBID, het overlegforum van bibliotheken in Nederland, in augustus 2010 deelgenomen aan de internetconsultatie inzake ACTA.15 In een brief, mede ondertekend door onder andere Bits of Freedom, Nederland Kennisland en de Consumentenbond, wordt de Nederlandse regering opgeroepen alles in het werk te stellen om meer transparantie te bewerkstelligen. Daarnaast wordt verzocht ACTA te beperken tot namaakgoederen en het verdrag niet uit te breiden tot de handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de digitale omgeving. Om dit te bereiken, werd de regering verzocht via internationale betrekkingen en met gelijkgestemde landen druk uit te oefenen op de onderhandelingspartners van ACTA. De argumenten zijn onder andere een gevreesde rol van tussenpersonen (bijvoorbeeld ISP’s) om het internetverkeer te controleren en (daardoor) de mogelijkheid tot het ontstaan van zelfcensuur.
Over het auteursrecht staat in de brief van FOBID dat ‘repressieve handhaving van het auteursrecht jegens individuele internetgebruikers bovendien niet leidt tot een duurzame oplossing van het conflict tussen de verspreiding van informatie in de digitale omgeving en het auteursrecht’. In die zin is het interessant om op te merken dat Ab de Vries, voorzitter van de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB), in een reactie op een open brief16 waarin werd gevraagd om in deze discussie een positie in te nemen schrijft dat ‘auteursrechtelijke bescherming en vrije toegang tot informatie hand in hand gaan. Bibliotheken dragen daar medeverantwoordelijkheid voor. Om die reden hebben bibliotheken ook belang bij goede afspraken en regelgeving op het gebied van downloaden. Dat mag niet vergeten worden.’17
Waar de FOBID dus stelt dat repressieve handhaving niet werkt, houdt de VOB zich daarover op de vlakte. Dit is mede interessant vanwege de al eerder genoemde wens dit moment aan te grijpen voor het aanpassen van het auteursrecht aan de huidige tijd. Marietje Schaake, D66-Europarlementariër, stelt bijvoorbeeld dat er eerst een feitelijk debat gevoerd moet worden waaraan, naast de contentindustrie, ook makers, marktvernieuwers en consumenten deelnemen en waarin alle auteursrechtaspecten aan bod komen. Pas daarna zou handhaving, zoals in het geval van ACTA, aan de orde zijn.18 Inventariseren vóór reguleren dus.
Waar zijn de informatieprofessionals?
Aan de kritische houding van Amerikaanse bibliotheken en (internationale) maatschappelijke belangenorganisaties kunnen Nederlandse bibliotheekcollega’s een voorbeeld nemen. In de discussie over ACTA, maar bijvoorbeeld ook een puur binnenlandse aangelegenheid als het downloadverbod of de sluiting van websites zoals The Pirate Bay, zijn de bibliotheken volstrekt onzichtbaar. Sterker nog, de enige tweets die er door collega’s aan gewijd werden, gingen over de kans of een webblokkade kansen biedt voor de fysieke bibliotheek. Zonder het belang van de fysieke bibliotheek te onderschatten, is dat een volstrekt verkeerde benadering. Informatieprofessionals zouden juist op de bres moeten staan voor een vrij en open functionerend internet. Dat is de reden geweest om de Vereniging Openbare Bibliotheken in een open brief te vragen of zij hierin voor zichzelf een rol weggelegd zien. Dat blijkt (nog) niet zo, maar juist omdat het nog geen gelopen race is, is het des te meer gewenst dat er een heldere positie wordt ingenomen.
Downloadverbod in Nederland?
Door: Jos van Dijk
Ondanks bezwaren bij een meerderheid in de Tweede Kamer houdt staatssecretaris Teeven tot nu toe vast aan zijn plannen voor een downloadverbod. Zijn plan betekent dat benadeelde partijen via de civielrechtelijke weg overtreders van de auteurswet aan kunnen pakken. Teeven heeft meermalen benadrukt dat hij hierbij niet direct denkt aan de individuele downloader, maar garanties kan hij niet geven, zeker niet als Nederland het ACTA-verdrag zou ratificeren.
Een kamermeerderheid sprak zich in december uit tegen zijn voornemens vanwege de rol die internetserviceproviders zouden moeten spelen bij het blokkeren van sites (‘de ISP als politieagent’) en de mogelijke aantasting van de privacy van de internetgebruiker. Door verschillende partijen zijn alternatieven aangedragen om auteursrechten te beschermen en artiesten een redelijke vergoeding te kunnen bieden. In een of andere vorm zou daarvoor de ‘thuiskopieregeling’ (voor eigen gebruik mag je een kopie maken) gehandhaafd moeten worden. Maar daar wil Teeven nu juist van af. Het vergoedingenstelsel voor de thuiskopie is al een tijd bevroren en er moet nu echt iets gebeuren tegen het illegaal downloaden, zegt hij.
Aan een voorstel van D66 voor een nieuwe collectieve vergoedingsregeling (het ‘radiomodel’) kleven volgens Teeven ook bezwaren. Hij werkt verder aan zijn wetsontwerp met een dowloadverbod. Als het zover komt, zullen ook instellingen zoals bibliotheken waar gebruikers direct toegang hebben tot het internet, met de nieuwe regels worden geconfronteerd. Rechtszaken zijn mogelijk als vertegenwoordigers van auteursrechthebbenden ontdekken dat via bibliotheken illegaal materiaal wordt gedownload. Ook al zijn de downloaders dan niet meer te achterhalen.
Nationalisering van internet
Door: Jos van Dijk
Het inperken van de vrije uitwisseling van informatie via internet wordt niet alleen bedreigd door allerlei nationale en internationale maatregelen ter bescherming van intellectuele eigendomsrechten. In januari maakten twee grote spelers op internet, Google en Twitter, kort na elkaar bekend dat zij zich gaan conformeren aan alle nationale wetten van landen waar ze als bedrijf actief zijn, dus ook aan wetten die grenzen stellen aan de uitingsvrijheid. Twitter gebruikt geografisch afgestelde filters om berichten die strijdig zouden kunnen zijn met lokale wetten te blokkeren. Google doet iets dergelijks om te voorkomen dat bij dit bedrijf aangesloten bloggers over de schreef gaan.
Het motief is puur commercieel. Net als andere bedrijven kunnen deze multinationale mediagiganten het zich niet veroorloven uit bepaalde gebieden te worden buitengesloten als zij in de ogen van nationale machthebbers wetsovertredingen faciliteren. De maatregelen worden verdedigd door voor een bepaald land geblokkeerde tweets en blogs wel overal elders toegankelijk te houden. Een schrale troost voor de burgers van een dictatoriaal geregeerd land die hun mening willen uiten. Ze kunnen in het buitenland gehoord worden.
Op de achtergrond spelen fundamentele vragen over de toekomst van het internet. De belofte van de nieuwe media op een vrije, onbeperkte, internationale communicatie staat onder druk. Informatie kost geld. De verspreiding van informatie kost geld. Maar op internet is ‘gratis’ nog steeds de norm. Bedrijven als Google, Twitter, Facebook zijn voor hun winst afhankelijk van advertenties. Die lopen ze mis, of die brengen minder op, als ze zich niet conformeren aan de geldende – nog steeds voornamelijk nationale – wetgeving. Wij willen het gratis en gemakkelijk toegankelijke internet niet om zeep helpen, lijken de bedrijven te zeggen, maar dan moeten de gebruikers niet zeuren over commercialisering en dan moeten we ook de ruimte krijgen om ons overal zonder al te veel problemen verder te ontwikkelen. En voor de winst van deze multinationale, globaliserende bedrijven moet de gebruiker dus maar buigen voor de vrijheidsbeperkende maatregelen van zijn eigen nationale regering.
Noten
- lamarsmith.house.gov/News/DocumentSingle.aspx?DocumentID=274902.
- webwereld.nl/nieuws/109402/-isp-s-toch-politie agent-bij-naleving-acta-.html.
- www.kader-arif.fr/actualites.php?actualite_id=148.
- www.forbes.com/sites/larrydownes/2012/01/25/who-really-stopped-sopa-and-why/.
- www.avaaz.org/en/stop_acta/?cl=1548743912&v=12326.
- https://www.facebook.com/events/366916189988648/.
- arstechnica.com/tech-policy/news/2009/07/acta-no-internet.ars.
- cornellsun.com/node/47787.
- www.hathitrust.org/.
- www.informatieprofessional.nl/nieuws/8762-amerikaanse-universiteitsbibliotheken-publiceren-verweesde-werken-online.html.
- copyright.columbia.edu/copyright/2011/10/03/ hathitrust-and-the-litigation-path/.
- www.ifla.org/publications/ifla-position-on-the-anticounterfeiting-trade-agreement.
- www.districtdispatch.org/wp-content/uploads/2012/01/ALA_pipasopaopen_ref_guide.pdf.
- www.librarycopyrightalliance.org/bm~doc/lca-sopa-8nov11.pdf.
- internetconsultatie.nl/acta/.
- jeroendeboer.net/2012/01/18/open-brief-aan-de-vob-de-vrijheid-van-het-internet-ligt-onder-vuur/.
- www.debibliotheken.nl/nc/items/article/open-brief-aan-vob-over-vrijheid-internet.html.
- torrentfreak.com/we-need-copyright-reform-not-acta-120204/.
Jeroen de Boer (1973) is coördinator muziek bij Stichting Bibliotheken Midden-Fryslân. Hij houdt zich (daarnaast) bezig met thema’s als bibliotheekinnovatie, auteursrecht, netneutraliteit en open source.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen