Recht op informatie: voor het zingen de kerk uit

Door: Raymond Snijders

‘Kerkgangers zingen vaak illegaal uit het liedboek,’ las ik laatst in een nieuwsbrief van de branchevereniging van collectieve beheersorganisaties voor auteurs- of naburige rechten. Meteen schoot er een beeld door mijn hoofd hoe op een willekeurige zondagochtend in de nabijgelegen kerk honderden bezoekers meezongen terwijl ze schichtig om zich heen keken uit angst voor een inval van Buma/Stemra. Want dat is de beheersorganisatie die toe zou moeten zien op het auteursrecht van teksten en melodieën van psalmen en liederen.

In het Liedboek: Zingen en bidden in huis en kerk zijn meer dan duizend psalmen en liederen opgenomen die in een groot deel van de kerken in Nederland gebruikt worden. Volgens de uitgever werd uit de oude papieren editie volop illegaal gekopieerd, maar is het met de vernieuwde digitale versie – inclusief (blad)muziek – pas echt een grootschalig probleem geworden. Met teksten en melodieën die op internet geplaatst worden, maar ook opnames van kerkdiensten die op YouTube gezet worden inclusief tekst en bladmuziek. Eenvoudig gekopieerd en geplakt uit het Liedboek Online.

En dat is een probleem omdat bijna alle teksten auteursrechtelijk beschermd zijn. Waarschijnlijk tegen de verwachting in nemen kerken geen uitzonderingspositie in binnen de Auteurswet en zijn ook religieuze werken gewoon beschermd. Dat auteursrecht is in de meeste gevallen ook nog niet verlopen omdat de teksten eens in de zoveel tijd aangepast worden aan het taalgebruik van die periode. De laatste van deze zogenaamde berijmingen vond plaats in 1968, waarbij nieuwe versies van eeuwenoude psalmen geschreven werden door bijvoorbeeld de Nederlandse dichters Willem Barnard en Martinus Nijhoff. Teksten die anno 2014 nog lang niet vrij van rechten zijn.

Los van het gegeven dat de digitale versie, Liedboek Online, voor het overgrote deel auteursrechtelijk beschermde werken bevat, geniet het ook aanvullende bescherming onder de Databankenwet. Deze wet is in 1999 in de Nederlandse wetgeving verwerkt om rechtsbescherming te geven voor databanken. Volgens de Databankenwet is een databank ‘een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend zijn’. Dit kan een digitaal woordenboek zijn of een verzameling telefoonnummers maar ook, zoals hier, teksten van liederen. Zo’n digitale verzameling is vervolgens beschermd onder het databankrecht als ‘de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering’. Als producent en rechthebbende wijst de Databankenwet dan ook degene aan die het risico draagt van die investering en dat is in dit geval dus de uitgever.

Dat er substantieel geïnvesteerd is in het Liedboek Online staat niet ter discussie. Er is een uitgebreid redactioneel proces ingericht waarin selecties gemaakt worden van liederen en waarbij dichters en componisten gevraagd wordt om nieuw materiaal te schrijven. Het eindresultaat wordt middels abonnementen met gebruikslicentie verkocht aan kerkgemeenten voor gebruik in de kerken. De licentie maakt het mogelijk om de inhoud van de databank te gebruiken in een kerkdienst en te tonen in de kerk zelf (via een beamer) maar staat niet toe deze via internet te verspreiden.

Nauwelijks een derde van de kerkgemeenten heeft echter een abonnement op de digitale versie genomen, wat de uitgever doet verzuchten dat het verschil tussen legaal en illegaal toch zou moeten landen. De discussie in de media over auteursrechten en licentieprijzen heeft de uitgever inmiddels al wel doen besluiten om de tarieven te halveren, teneinde kerkgemeenten over te halen wel op een correcte wijze gebruik te maken van het Liedboek Online.

Als dat nog steeds niet gebeurt, zou het misschien zomaar eens kunnen dat Buma/Stemra kerkdiensten gaat bezoeken om te achterhalen hoeveel royalty’s de rechthebbenden mislopen. Of moeten kerkgangers in het vervolg toch echt voor het zingen de kerk uit.

Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen