Recht op informatie: do’s en don’ts in het onderwijs

In deze laatste aflevering van Recht op informatie gaat Raymond Snijders nog één keer in op het auteursrecht van beschermde werken in het onderwijs. Wat mogen leraren en docenten wel en niet met bijvoorbeeld teksten, foto’s en video’s in de les of in de digitale leeromgeving?

Door: Raymond Snijders 

Wie in het onderwijs werkt, heeft steeds vaker te maken met auteursrechten. Door boeken, artikelen, muziek maar ook in toenemende mate video te gebruiken als lesmateriaal moeten docenten rekening houden met de belangen van vele rechthebbenden. Gelukkig zijn er zowel uitzonderingen in de Auteurswet als afspraken met enkele auteursrechtenorganisaties. Voor onderwijsdoeleinden is er daardoor veel mogelijk.

Teksten

In de Auteurswet is er voor het onderwijs een uitzondering gemaakt, waardoor korte delen uit boeken, rapporten of tijdschriften kunnen worden overgenomen in een reader of in de leeromgeving. Het hoger onderwijs neemt deel aan een afkoopregeling met de rechthebbenden via Stichting PRO, waardoor je tot 8.000 woorden uit een tijdschrift mag overnemen en tot 10.000 woorden uit een boek. Als die overnames als los document (en dus niet gebundeld) worden gebruikt, hoeft een docent verder niets meer te regelen.

Foto’s

Van diezelfde afkoopregeling maken ook foto’s onderdeel uit. Als de illustraties bij een tekst uit een artikel of boek staan, tellen ze voor 200 woorden mee. Worden foto’s of andere afbeeldingen in een presentatie gebruikt, dan mag je maximaal 25 foto’s of afbeeldingen gebruiken. Hiervan mogen er maximaal 5 van dezelfde bron/maker afkomstig zijn. Naamsvermelding bij de foto’s blijft verplicht, hoewel je dat ook op een aparte dia mag doen.

Ook al mag je elke foto of afbeelding gebruiken via deze regeling, dan nog is het aan te raden om Google Afbeeldingen te mijden. Ondanks alle zoekhulpmiddelen kan zelfs Google niet met zekerheid zeggen dat ze foto’s auteursrechtelijk correct aanbiedt. Er zijn echter vele andere sites waar je expliciet (en wel correct) kunt filteren op een Creative Commons-licentie. Voorbeelden hiervan zijn Flickr en Pixabay.

Video’s

Video’s vertonen in een leslokaal mag altijd dankzij de vertoningsbeperking in de Auteurswet. Ook buiten het leslokaal – maar nog wel binnen de muren van de onderwijsinstelling – mogen video’s vrijelijk vertoond worden dankzij een regeling die hoger onderwijsinstellingen getroffen hebben met auteursrechtenorganisatie Videma. Video’s mogen echter niet zonder toestemming van de makers op YouTube of op de videoserver van je onderwijsinstelling gezet worden. Heb je zelf een video gemaakt, dan moet je nog steeds letten op privacy en auteursrechten. Zijn er andere mensen herkenbaar in beeld? Dan moeten ze toestemming geven om de video te mogen gebruiken. Pas je ander beeldmateriaal toe in jouw video? Dan moet je ook daarvoor expliciet toestemming hebben voordat de video op YouTube, videoserver of digitale leeromgeving geplaatst kan worden. Datzelfde geldt ook voor muziek die in de video voorkomt.

Wil je een video uploaden die je niet zelf gemaakt hebt, maar die bijvoorbeeld van een dvd geript is of van Uitzending Gemist/YouTube gehaald is? Dat mag onder geen beding, want dat is meteen een inbreuk op het auteursrecht. Vaak kun je wel linken naar de video op internet – en dat is dan ook de beste (en enige) manier om die video’s in het onderwijs te gebruiken.

Zoals uit de voorbeelden blijkt, kunnen docenten niet zomaar alle beschermde werken in hun onderwijspraktijk gebruiken. Afhankelijk van het soort materiaal en het specifieke gebruik ervan gelden bepaalde voorwaarden. Dat maakt het voor docenten lastig om er steeds rekening mee te houden. Een fair use-bepaling, zoals die in de Amerikaanse wetgeving voorkomt, zou dit alles veel eenvoudiger maken. Misschien wordt er in de nieuwe Europese auteursrechtwetgeving meer ruimte gecreëerd voor het onderwijs? Docenten kunnen zich dan focussen op het maken van het beste onderwijsmateriaal in plaats van op de do’s en don’ts van auteursrechten.

Raymond Snijders is senior informatiebemiddelaar bij Hogeschool Windesheim.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 9 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen.