Begin september sloot de allereerste lichting studenten het basisjaar van de LibrarySchool af. Initiatiefnemer en directeur Rob Bruijnzeels kijkt terug.
Allereerst: waarom is de LibrarySchool tot stand gekomen?
Openbare bibliotheken worden geconfronteerd met forse veranderingen en bezuinigingen; meer nog dan wetenschappelijke of universitaire bibliotheken. Onze maatschappelijke en culturele legitimatie staat onder druk en wij hebben daarom nieuwe ideeën, betere concepten en andere professionals nodig om een rol van betekenis te blijven spelen. Wij moeten onszelf opnieuw uitvinden in een periode waarin een ‘wisseling van de wacht’ aan de orde is: veel collega’s gaan met pensioen. Maar wie gaan hen vervangen? En wat gaan zij doen? Op die vragen zoeken wij een antwoord en ontwikkelden een nieuw concept, waarbij het niet alleen gaat om opleiden van nieuwe professionals, maar ook om het versterken van de innovatiekracht van bibliotheken.
Wat is het bijzondere van deze School?
De School creëert een nieuwe vorm van vakmanschap en organiseert innovatie en reflectie op hoog niveau. Wij verbinden theorie en praktijk en richten ons op mensen met een baan in de openbare bibliotheek. Daardoor is de school anders dan een cursus of onderwijsprogramma, dat door willekeurig elke onderwijsinstelling kan worden aangeboden. Het opleidingsprogramma is geënt op het principe van de lerende organisatie, waardoor de School ook de kwaliteit van innovatie verhoogt in de bibliotheek waar de student vandaan komt. Ideeën, kennis en inzichten worden vanuit diverse gezichtspunten beschouwd waardoor nieuwe oplossingen en verrassende projecten ontstaan.
Hoe verhoudt deze studie zich tot andere informatieachtige opleidingen?
Onze doelgroep is specifiek: je moet al een baan hebben in een openbare bibliotheek, waarbij het gaat om jong én oud, maar altijd met de potentie om het verschil te maken. Daarnaast zijn wij geen nieuwe autonome opleiding begonnen; daarvoor is ons programma te specifiek. Wij zijn gaan samenwerken met een excellente partner op academisch niveau: de Open Universiteit. Die samenwerking bevalt goed; de OU verzorgt de cursussen terwijl wij de vertaalslag maken naar de betekenis ervan voor bibliotheekvernieuwing. Wij doen dat in de VrijeRuimte en de Digitale Campus via gesprekken, gastcolleges, excursies en activiteiten. Wij hebben ook niet een curriculum van een klassieke bibliotheekopleiding maar organiseren ons leerprogramma rond de begrippen cultuur, technologie, samenleving en organisatie. De LibrarySchool kent verschillende studievarianten, variërend van het eenjarige basisjaar (dat voor iedereen verplicht is) tot een meerjarige studie voor een Master of MBA.
Met wie werken jullie samen en hoe wordt de School gefinancierd?
Vanaf 2009 is gewerkt aan de realisatie van de School. Daarbij werken wij samen met een aantal grote bibliotheekorganisaties zoals de OBA en opereren we in een breder netwerk van allerlei culturele instellingen, zoals musea en andere ‘cultural creatives’. De School is financieel ‘selfsupporting’: wij worden betaald door de deelnemende bibliotheken en hebben in NBD/Biblion een fantastische sponsor. In ons businessplan staat dat wij het aantal samenwerkingspartners en sponsoren verder willen uitbreiden.
Wanneer zijn jullie gestart? En was het aantal studenten naar verwachting?
Wij zijn met negen studenten aan onze eerste jaargang begonnen in 2011 en daarvan behaalden zeven in september 2012 hun ‘meesterproef’. Dat aantal is voldoende voor een dekkende exploitatie, maar wij hopen de komende jaren op meer inschrijvingen. Want deze eerste zeven zijn stuk voor stuk betere professionals geworden en ik gun elke bibliotheekorganisatie toch minstens één zo’n goed gekwalificeerde ‘change-agent’.
Wat heeft je verrast tijdens dit eerste ‘jaar’?
Vooral de kwaliteit van de studenten en daarnaast was het opvallend dat onze benadering tot veel enthousiasme leidde bij een aantal creatieve geestverwanten. Er was – met name in Amerikaanse vakkringen – veel belangstelling voor de School, met als uitvloeisel een Masterclass met ‘bibliotheekinnovator nr. 1’ Professor David Lankes, die wij eind augustus organiseerden. Een tweetal gerenommeerde vaktijdschriften plaatste artikelen over de School: het eerste in Library Management en dat artikel viel zo in de smaak bij de uitgever (Emerald) dat zij besloten om een samenvatting als ‘Library Innovation’ te publiceren in Managing Information, het ledenblad van ASLIB. Hoe zie je de toekomst? Ik hoop dat wij de tijd en de kans krijgen om de School verder uit te bouwen tot een onmisbaar instituut, dat bibliotheken sterker maakt in hun innovatieproces. En dat de School opereert in een bredere (liefst internationale) context. Met meer sponsoren.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 10 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen