We delen veel informatie met elkaar, maar er wordt ook veel over ons gedeeld, bijvoorbeeld via openbare registers. Hoe zorg je ervoor dat die de privacy van de geregistreerde burgers adequaat beschermen? Deze vragen stelt Anna Berlee, hoogleraar Gegevensbescherming en Privacyrecht aan de Open Universiteit, aan de orde in haar oratie op 22 september.
Zonder dat we ons er altijd van bewust zijn, wordt er veel informatie over ons gedeeld, niet alleen tussen overheidsdiensten onderling, maar ook met het bredere publiek. Van overheidswege is bijvoorbeeld besloten dat gegevens over vermogen, burgerlijke staat of bekwaamheid van mensen in sommige gevallen openbaar moeten zijn: ze staan in openbare registers die iedereen kan raadplegen. Bij het instellen van dit soort registers is besloten dat de (persoons)gegevens gedeeld mogen worden, omdat die openbaarheid het mogelijk maakt een bepaalde publieke waarde te verwezenlijken.
Transparantie ten behoeve van rechtszekerheid in het handelsverkeer is bijvoorbeeld de aanleiding om een openbaar register te hebben waarin je kunt opzoeken of iemand die zegt dat hij bestuurder van een bedrijf is, dit ook daadwerkelijk is. Openbare registers worden daarnaast ingezet ter voorkoming van witwassen of terrorismefinanciering, of om de onafhankelijkheid van bijvoorbeeld politici en rechters te controleren aan de hand van hun opgegeven nevenactiviteiten. Goede redenen om van overheidswege te bepalen dat bepaalde informatie mag worden geopenbaard.
Herbezinnen is noodzakelijk
De openbare registers leiden er echter ook toe dat iedereen toegang heeft tot een schat aan informatie over burgers. Dat kan de privacy van de burger raken. In de praktijk wordt er ook misbruik gemaakt van deze openbaarheid. De excessen zijn welbekend. Woonadressen van journalisten, politici en advocaten worden opgevraagd, bijvoorbeeld via de Kamer van Koophandel of het Kadaster, met als doel deze mensen per post of in persoon te intimideren of te bedreigen. Deze en andere vormen van misbruik worden ook in de hand gewerkt doordat de openbare registers zo eenvoudig te raadplegen zijn. Een paar klikken via een website en je kunt van alles over iemand te weten komen, zeker wanneer je gegevens uit verschillende openbare bronnen combineert.
Hoe dan wel?
De oplossing tegen dit misbruik wordt vaak gezocht in wetgeving die afscherming voor individuele gevallen mogelijk maakt of die het openbaar maken van een adres met als doel iemand te intimideren strafbaar stelt. Anna Berlee roept in haar oratie in het kader van haar benoeming bij de Open Universiteit als hoogleraar Gegevensbescherming en Privacyrecht op om de noodzaak van openbare registers weer eens kritisch onder de loep te nemen. Ze presenteert een raamwerk aan de hand waarvan bepaald kan worden of een openbaar register de juiste balans heeft gevonden tussen openbaarheid en privacy.
Berlee spreekt haar oratie ‘Openbare persoonsgegevens’ uit op 22 september om 16:00 uur in zaal Forum van de Brightlands Smart Services Campus in Heerlen. Aanmelden kan via ou.nl/uitnodiging. De oratie wordt ook live uitgezonden via ou.nl/oratieberlee.
Berlee werkte tot haar benoeming bij de Open Universiteit als senior adviseur wetgevingsadvisering en normuitleg bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Ze promoveerde aan de Universiteit van Maastricht op het rechtsvergelijkende proefschrift: ‘Access to personal data in public land registers. Balancing publicity of property rights with the rights to privacy and data protection’. Daarna werkte ze als docent en onderzoeker bij Tilburg University en vervolgens Universiteit Utrecht.