Onderwijs in informatievaardigheden: sla als docent en media- en bibliothecaris de handen ineen

Bij lessen informatievaardigheden voor leerlingen en studenten draait het niet alleen om het vinden van bruikbare en betrouwbare informatie. Het aanleren van deze vaardigheden dient te worden gekoppeld aan vakinhoud. De samenwerking tussen mediathecaris / bibliothecaris en docenten is daarbij essentieel. Saskia Brand-Gruwel geeft handvatten om het curriculum voor lessen informatievaardigheden vorm te geven.

Door: Saskia Brand-Gruwel

‘Ik zit dagelijks op internet – en informatie zoeken en vinden is “no problem”. Ik google gewoon even,’ hoorde ik een student van een lerarenopleiding Nederlands onlangs zeggen. Voor wie met studenten (of middelbare scholieren) werkt is dit een veelgehoorde uitspraak. Studenten zeggen wel dat het makkelijk is om informatie te vinden, maar uit onderzoek (Brand-Gruwel, Wopereis, & Walraven, 2009) blijkt dat het niet eenvoudig is om bruikbare en betrouwbare informatie te selecteren. Zeker niet voor meer open en ongestructureerde opdrachten en al helemaal niet als studenten aan de slag gaan met het zoeken naar en in wetenschappelijke bronnen, noodzakelijk voor het schrijven van onderzoeksverslagen, afstudeerwerken of scripties.

Niet alleen is de herkomst van veel informatie op internet soms lastig te achterhalen, ook de betrouwbaarheid laat soms te wensen over. Juist bij opdrachten die tegenstrijdige gegevens opleveren, is het van belang dat leerlingen en studenten kritisch om kunnen gaan met de gevonden informatie. Het zoeken in wetenschappelijke databases maakt het zoekproces vaak nog complexer.

Docenten hebben vaak te veel vertrouwen in hun studenten en leerlingen. Ze blijken in de praktijk vaak sneller met de computer dan de docenten, weten precies hoe een browser werkt en lijken dus zeer informatievaardig. Schijn bedriegt echter. Voor studenten en leerlingen is er nog veel winst te behalen als het gaat om het formuleren van goede zoekvragen, beoordelen van informatie en bronnen, kritisch selecteren, verwerken van de informatie en construeren van kennis – kortom het gebied van informatievaardigheden.

Instructie in informatievaardigheden

Docenten geven allerlei opdrachten aan leerlingen en studenten waarbij ze informatie moeten zoeken. Het zoeken naar informatie voor deze vaak toch meer complexe taken leren ze niet vanzelf. Onderwijs in informatievaardigheden is nodig. De vraag is hoe je een curriculum voor het aanleren van deze vaardigheden kan vormgeven en welke didactische werkvormen daarbij het meest geschikt zijn. Uit verschillende onderzoeken komen de volgende handvatten naar voren, die weer gebaseerd zijn op de meest recente theorieën voor instructieontwerp (Van Merrienboer & Kirschner, 2012):

  1. informatievaardigheden koppelen aan de vakinhoud;
  2. een stap-voor-stapaanpak;
  3. kennis over informatievaardigheden.

1. Informatievaardigheden koppelen aan vakinhoud

Binnen verschillende instellingen, vooral in het hoger onderwijs, krijgen studenten aparte instructielessen informatievaardigheden. Die lessen worden veelal verzorgd door de mediathecaris of bibliothecaris. Op zich is dit een goede start, al heeft het weinig zin om informatievaardigheden alleen maar ‘los’ aan te leren. Aparte lessen ‘bronnen selecteren’ of ‘zoeken in wetenschappelijke databases’ beklijven niet goed.

Beter is het om informatievaardigheden te onderwijzen en aan te leren in de context van een vakinhoud, met realistische opdrachten. Denk bijvoorbeeld aan het schrijven van een essay. Zo’n opdracht vraagt naast aandacht voor de vakinhoud ook aandacht voor de wijze waarop de informatie wordt vergaard en verwerkt. Leerlingen en studenten kunnen bijvoorbeeld een overzicht maken van de door hen geselecteerde bronnen, aangevuld met een reflectie waarom ze juist déze bronnen hebben gebruikt. Zo snijdt het mes aan twee kanten: dankzij die context verbeteren de informatievaardigheden en deze  werkwijze komt de kennisconstructie ten goede.

Bij het integreren van informatievaardigheden in de vakinhoudelijke lessen of colleges is het belangrijk dat docent én mediathecaris of bibliothecaris goed samenwerken. Alleen op die manier kan datgene wat in de losse instructielessen is onderwezen, zoals een systematische aanpak, beklijven. Overigens dienen binnen de verschillende lessen en colleges dan wel dezelfde beoordelingscriteria te worden gehanteerd.

2. Stap-voor-stapaanpak

Bij het aanleren van complexe vaardigheden, zoals informatievaardigheden, is een systematische aanpak van belang. De volgende vijf stappen gebaseerd op het model van Van Merriënboer & Kirschner (zie kader) worden hierbij gehanteerd:

  • verhelderen van de zoekvragen;
  • zoeken naar bronnen;
  • beoordelen en selecteren van bronnen en informatie;
  • bestuderen van de gevonden informatie;
  • presenteren van de informatie.

Bij het uitvoeren van deze stappen is steeds een aantal vragen leidend. Bij de stap ‘beoordelen en selecteren van informatie’ zijn dat bijvoorbeeld vragen als: Hoe bruikbaar is de informatie in het licht van de gestelde vragen? Hoe betrouwbaar is de informatie? Of, concreter: Wie is de auteur? Welke organisatie zit er achter deze site? Is het wel een primaire bron? En als het om wetenschappelijke bronnen gaat: Wat is de impact van het tijdschrift waarin het artikel staat? Plus: Hoe vaak wordt aan de publicatie gerefereerd?

Zeker jongere leerlingen tonen hier vaak een weinig kritische houding. Bij het beoordelen gebruiken ze oppervlakkige criteria, zoals uiterlijk, lengte van de tekst en het taalgebruik. Bovendien hanteren leerlingen deze criteria vaak rigide, zoals ‘een blogpost is altijd onbetrouwbaar’.

Verder nemen leerlingen en studenten uit zichzelf vaak te weinig tijd om de gevonden en geselecteerde informatie grondig te bestuderen en te verwerken. Een gemiste kans want juist deze stap zorgt ervoor dat vanuit de gevonden informatie kennis wordt geconstrueerd.

3. Kennis over informatievaardigheden

Kennis over informatievaardigheden ondersteunt het ontwikkelen van deze vaardigheden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de volgende kennisaspecten die een leerling of student dient te weten:

  • welke beoordelingscriteria kunnen gebruikt worden om informatie en bronnen te beoordelen;
  • wat is een zoekmachine of een website;
  • welk resultaat geeft het werken met zoekoperatoren, zoals het gebruik van aanhalingstekens en woorden als OR of NOT in zoekmachines.

Deze kennis kan worden aangeboden in de vorm van een reader of website of kan samen met leerlingen en studenten worden ontwikkeld. Dit laatste kan bijvoorbeeld door samen mindmaps te construeren. Leerlingen en studenten krijgen hierdoor meer inzicht in beoordelingscriteria ten aanzien van de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie. Tijdens klassikale discusses kunnen deze mindmaps worden uitgebouwd, waardoor een steeds uitgebreider raamwerk van criteria ontstaat. Op deze wijze bouwen leerlingen en studenten een eigen mentaal model, beklijft de inhoud van de mindmap beter en ervaren ze het als een gezamenlijk product.*

Tot slot

Voor het ontwerpen van onderwijs is de samenwerking tussen docenten en de media- of bibliothecaris essentieel. De laatste kan hierin het voortouw nemen en samen met docenten de aanzetten geven voor hoe de systematische aanpak in de verschillende vakinhouden kan worden verweven en hoe de docenten bij de beoordelingen van bijvoorbeeld werkstukken ook de informatievaardigheden kunnen mee beoordelen. Hier ligt voor de media- en bibliothecarissen een uitgelezen taak om bij te dragen aan informatievaardige leerlingen en studenten.

Referenties

  • Brand-Gruwel, S., & Wopereis, I. (2014). Word informatievaardig: selecteren, beoordelen en verwerken van digitale informatie, 2e druk. Groningen: Noordhoff.
  • Brand-Gruwel, S., Wopereis, I., & Walraven, A. (2009). A descriptive model of Information Problem Solving while using Internet. Computers & Education, 53, 1207- 1217.
  • Van Merrienboer, J. J. G., & Kirschner, P. A. (2012). Ten steps to complex learning (2nd Rev. Ed.). New York: Routledge.
  • Van Strien, J. L. H., Kammerer, Y., Schwind, C., & Boshuizen, H. P. A, & Brand-Gruwel, S. (2014). Biased evaluation on the web: Effects of prior attitudes and epistemic beliefs. Manuscript submitted for publication.
  • Walraven, A., Brand-Gruwel, S., & Boshuizen, H.P.A. (2009). How students evaluate information and sources when searching the World Wide Web for information. Computers and Education, 52, 234-246.
  • Wopereis, I., Brand-Gruwel, S., & Vermetten, Y. (2008). The effect of embedded instruction on solving information problems. Computers in Human Behavior. 24, 738-752.

*Voor docenten en leerlingen uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor studenten in het hoger onderwijs biedt het boek Word informatievaardig (BrandGruwel & Wopereis, 2014) goede handvatten.


Proceswerkblad

proceswerkbladEen ‘proceswerkblad’ blijkt te helpen bij het leren hanteren van een systematische (stap-voor-stap)aanpak. Proceswerkbladen zijn werkbladen waarop wordt aangegeven welke stappen doorlopen moeten worden. Tijdens het maken van opdrachten beantwoorden de leerlingen de vragen die betrekking hebben op de stappen. De werkbladen kunnen in het begin uitgebreid zijn en alle stappen tot in detail bevatten. Gaandeweg kan de ondersteuning worden verminderd door de detailvragen weg te laten en alleen de hoofdvragen bij de stappen weer te geven. Belangrijk is dat leerlingen en studenten op het eind terugkijken hoe ze de stappen hebben uitgevoerd en waarom de uitvoering al dan niet succesvol was. Dit reflecteren is een belangrijk aspect in het aanleren van een goede aanpak.


Onderzoeksweetje

Uit onderzoek (Walraven, Brand-Gruwel, & Boshuizen, 2009; Wopereis, Brand-Gruwel, & Vermetten, 2008) blijkt dat het werkt om instructies in informatievaardigheden te integreren in vakinhoudelijke lessen. In vijftien lessen geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog in het voortgezet onderwijs leerden leerlingen niet alleen de vakinhoud, ook raakten ze bedreven in kritisch omgaan met informatie op internet. Deze groep leerlingen was na het volgen van de lessen meer kritisch dan de controlegroep en presteerde significant beter op het gezamenlijke geschiedenisproefwerk over de Tweede Wereldoorlog.


Saskia Brand-Gruwel is hoogleraar Onderwijswetenschappen bij het Welten-instituut aan de Open Universiteit. Haar onderzoek richt zich op informatievaardigheden, digitale media en leren, en instructional design.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 9 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen