Ondernemen in de informatiewereld: ‘Ik ben mijn eigen beste baas’

Nederland telt inmiddels zo’n 800.000 zzp’ers, zelfstandigen zonder personeel. Ook in de bibliotheek- en archiefwereld beginnen steeds meer professionals voor zichzelf. Dat kan vanuit een drang naar vrijheid zijn, maar bijvoorbeeld ook omdat de banen niet meer voor het oprapen liggen. InformatieProfessional vroeg zeven ondernemers – van twintigers tot zestigers, net begonnen of al jaren actief – naar hun ervaringen en tips.

Door: Ronald de Nijs 

‘Toen ik zes jaar geleden voor mezelf begon, sloegen mensen van schrik de hand voor de mond. Was ik misschien ontslagen?’ aldus Margreet Windhorst (48), die in de archiefwereld werkt op het snijvlak van beleidsvorming en beleidscommunicatie. ‘Die reactie zegt wel iets over de – voorzichtige – beroepsgroep. Nu is het wat gewoner geworden: ik ken een stuk of tien zelfstandige adviseurs die zich voornamelijk op de archiefsector richten. Het is nog steeds niet erg veel, maar de archiefwereld is dan ook heel klein.’

‘Ik zie het steeds vaker om me heen,’ zegt Peer Froehling (65). Na een carrière in research & development bij DSM maakte hij bij zijn werkgever de switch naar een functie als patentinformatiespecialist. Een paar jaar later begon het te ‘kriebelen’. Op zijn zestigste startte Froehling HollandPatentSearch en gebruikte een prepensioenregeling als financieel vangnet. Voorlopig heeft hij nog geen plannen om te stoppen. ‘De hoogopgeleide specialist is, mits de economie een beetje meewerkt, als zzp’er vaak beter af dan in loondienst. Qua vrijheid, qua mogelijkheden voor zelfontplooiing en het kunnen inzetten van je capaciteiten. Daar kwam ik al vrij snel achter toen ik voor mezelf begonnen was.’

‘Ondernemerschap kwam op mijn pad’

Ook Annemieke Jurgens, net 65 geworden, denkt nog niet aan stoppen met werken. ‘Ik doe het zolang ik het leuk vind en mensen het idee hebben dat ze mij om advies kunnen vragen. Maar ik wil geen Heintje Davids worden.’ Jurgens vierde onlangs het 27,5-jarig jubileum van haar bedrijf InfoManagement. Het is daarmee een van de langst bestaande adviesbureaus in de informatiewereld.

Het ondernemerschap is Jurgens, zoals ze zelf zegt, ‘overkomen’: ‘Ik kom niet uit een ondernemersfamilie’. Samen met haar partner Rob Troost begon ze in 1986 het computercursusbureau Micronline. Zes jaar later nam het echtpaar InfoManagement over van oprichter Gerlinda Scheepsma en bouwde het uit tot een ‘allround adviesbureau voor organisatie en informatie’. Troost zette tevens zijn eigen managementconsultancybureau op. Na zijn dood in 2010 is Jurgens, die inmiddels ook Kunstwinkeltje.nl heeft opgericht, alleen verdergegaan met InfoManagement. ‘Ik werk nu niet meer fulltime voor mijn adviesbureau. Ik doe ook veel onderzoek voor een biografie over beeldend kunstenaar Harry van Kruiningen, die in 2017 moet verschijnen.’

Voor Rob Coers (51) van Coers Internet Trainingen kwam het ondernemerschap eveneens toevallig op zijn pad. ‘Bij bibliotheekserviceorganisatie ProBiblio was ik van 1997 tot 1999 projectmedewerker Internet en docent Internet. Omdat de organisaties toentertijd elk hun eigen provincies bedienden, kon ik vanuit ProBiblio niet zomaar in een andere provincie dan Noord-Holland een cursus geven. Dus vroegen bibliotheken mij of ik het onder eigen naam kon doen. Het aantal aanvragen begon zo hard te lopen dat ik in 1999 voor mezelf ben begonnen. Ik kreeg meteen een goede klus: een introductiecursus internet bij het voormalige NBLC (nu de Vereniging van Openbare Bibliotheken). In 2008 volgde 23 Dingen, een introductiecursus voor social media, die zo’n vier jaar heeft gelopen. Dat was echt een klapper.’

Begonnen tijdens studie

Al tijdens zijn opleiding Business Information in Deventer startte Erwin la Roi (46) een eigen bedrijf. Gedurende een stage bij een reclamebureau in 1992 ontdekte hij dat het merendeel van de reclamebureaus in Nederland geen eigen informatieafdeling had. La Roi zag kansen om aan deze bureaus zijn diensten als desk researcher aan te bieden. Hij richtte Alroy & Liddell op, een bedrijf dat later ook gepersonaliseerde, digitale knipselkranten op de markt bracht maar waar uiteindelijk de stekker uitging. Vanaf 1998 begon La Roi tevens met de werving en selectie van informatieprofessionals en ging daarin uiteindelijk alleen verder. ‘Klanten vroegen mij waar ze de professionals konden vinden die bij Alroy & Liddell werkten. Eerst gaf ik belangeloos tips door totdat een oud-studiegenoot me erop wees dat ik er ook geld voor kon vragen. Daar had ik nog niet over nagedacht. Daarmee was Hatch search talent, later Hatch, geboren.’ Behalve Hatch heeft La Roi sinds 2003, samen met zijn echtgenote, de arbodienst Cohesie.

Ook Ruben Baauw (21) is als student met een bedrijfje begonnen. Sinds tweeëneenhalf jaar biedt hij als it’er en informatiespecialist zijn diensten aan aan kleine bedrijfjes. ‘Ik ondersteun mijn klanten bij de dagelijkse informatievoorziening en informatie-infrastructuur. Een van mijn klanten heb ik bijvoorbeeld geadviseerd hoe ze snel geattendeerd kunnen worden op Kamerstukken.’

Dit werk combineert hij met een fulltime studie IDM (Informatiedienstverlening- en management) in Den Haag en een baan op oproepbasis bij hostingdienstverlener Intermax. ‘Er zitten 24 uur in een dag en de studie is niet bijzonder zwaar,’ aldus Baauw. In juni hoopt hij zijn opleiding af te ronden, waardoor hij nu minder tijd aan zijn onderneming kan besteden. ‘Het is wel aanpoten omdat ik geacht wordt veel technische kennis te hebben. Bij lastige vraagstukken kan ik altijd een beroep doen op mijn collega’s bij Intermax.’

Gat in de markt

Na een baan als secretaris Archieven bij de Raad voor Cultuur stapte Margreet Windhorst over naar het Stadsarchief Rotterdam – en zag opeens een gat in de markt. ‘Een paar grote archieven in ons land beschikken over een eigen beleidsmedewerker, maar de kleinere archieven hebben veelal geen beleidscapaciteit. Beleid formuleren en beleid in heldere bewoordingen uitleggen – daar was vast wel een markt voor, veronderstelde ik. Naast mijn parttime baan bij het Stadsarchief ben ik in 2008 begonnen met Raamwerk advies en tekst. Na drie maanden nam ik ontslag, en sindsdien zit ik boordevol opdrachten.’ ‘Het was vooral de spreekwoordelijke drempel die me heeft tegengehouden, maar toen ik er eenmaal overheen was, bleek er eigenlijk helemaal geen drempel te zijn,’ zegt Windhorst. ‘Ik ben al 6,5 jaar mijn eigen beste baas.’

Chris Bellekom (39) startte de voorbereidingen voor een eigen bedrijf bij zijn toenmalige werkgever, de gemeente Gouda, waar hij onder andere afdelingshoofd Documentaire Informatievoorziening was. Hij had de afdeling DIV op een andere manier in de organisatie gezet en overbodig gemaakt, maar daarmee ook zijn eigen functie. ‘Als herplaatsbare kracht kreeg ik een klus voor zestien uur. De rest van de werkuren mocht ik besteden aan het opzetten van een eigen bedrijf. In april 2013 ben ik Informatiebureau Bellekom gestart.’

Vrijheid, blijheid?

De eerste zes weken van zijn zelfstandige bestaan staan Bellekom nog levendig voor de geest. ‘Ik had nog geen opdrachten; het was geen fijne periode.’ Je moet wel kunnen omgaan met de spanning die het ondernemerschap met zich meebrengt, aldus Bellekom. ‘Dat gaat me nu een stuk beter af. Ik heb een financiële buffer opgebouwd en weet dat ik het een tijdje kan uitzingen als zich geen opdrachten voordoen. Maar spijt? Nee.’

Annemieke Jurgens zou nooit meer in loondienst kunnen werken. Wel ervaart ze als zelfstandige ‘een druk die je 24 uur per dag voelt. Je hebt nooit meer vrije tijd, je bent altijd met werk bezig. En heb je geen opdrachten, dan ben je druk doende met het binnenhalen ervan of met het verbeteren van je eigen werk.’

‘Je moet inderdaad keihard werken,’ zegt Peer Froehling. ‘Regelmatig ben ik doordeweeks nog tot 10 uur ‘s avonds bezig.’ Toch kan hij het bestaan als zelfstandige iedereen aanbevelen. ‘Ik geniet dagelijks van de vrijheid om mijn eigen tijd in te delen.’ Dat laatste kan Rob Coers beamen: ‘Ik heb het opgroeien van mijn kinderen heel bewust meegemaakt, vooral omdat ik veel werk ook thuis kan doen.’

‘Ik heb het nodig dat ik een bepaalde mate van risico loop,’ zegt Erwin la Roi. ‘Daardoor kom ik in beweging. Stiekem denk ik dat als ik in loondienst zou zijn gegaan, ik veel minder risico’s zou hebben genomen.’ Ruben Baauw gaat het vooral om de ervaring en de uitdaging, want ‘rijk word je er vooralsnog niet van’. ‘Ik probeer vooral mijn eigen grenzen op te zoeken.’

Ondernemer versus zzp’er

Noem je jezelf een zzp’er of een ondernemer? Of beide? ‘Lastige vraag. Ik voel mezelf niet zo’n ondernemer; mijn ondernemersrisico is heel beperkt,’ zegt Windhorst. La Roi: ‘Zodra je werknemers in dienst neemt, ben je verantwoordelijk voor hen. Dat is wel het grote verschil tussen een alleenwerkende zzp’er en een ondernemer.’ Jurgens ziet nog een ander verschil tussen een onderneming hebben en een zzp’er. ‘Die laatste heeft vaker een afhankelijkheidsrelatie met mensen die de opdrachten binnenhalen. Ik huur zelf regelmatig zzp’ers in als projectmedewerker. Wanneer ze dan een baan aangeboden kregen vanuit het bedrijf waar ze in opdracht van mij een project uitvoerden, accepteerden ze die vaak. En ze zijn daarin gelukkig; ze wilden namelijk nooit ondernemer worden! Met deze groep heb ik eigenlijk een arbeidsverhouding. Ik zet ze veelal ook op de loonlijst, tenzij ze een VAR-verklaring* hebben.’

‘Het maakt niet zoveel uit of je nu een hondentrimsalon hebt of een bureau als octrooi-informatiespecialist,’ zegt Froehling. ‘In beide gevallen ben je ondernemer.’ Coers: ‘Bij een ondernemer denk ik meer aan een winkelier. Ik zie mezelf eerder als een zelfstandige die soms werk uitbesteedt. Maar natuurlijk ben ik ook een ondernemer, want ik ben steeds op zoek naar nieuwe kansen.’

Innovatie, innovatie!

‘Innoveren is van levensbelang,’ benadrukt Jurgens. ‘Hoe kun je je op je vakgebied verbeteren, nieuwe diensten aanbieden, welke niche kun je nog benaderen? Dit alles hoort bij het ondernemerschap. Voor mijzelf is het écht nieuwe diensten ontwikkelen en aanbieden nu wel voorbij. Maar je moet altijd vooruit blijven lopen op de klant, hem een stap voor zijn. Daartoe kijk ik over de grenzen van het vakgebied heen. Welke zaken die elders bestaan kan ik in mijn vakgebied toepassen? Kijk bijvoorbeeld naar oplossingen voor kwaliteitsmanagement, zoals het INK-model, die niet in de bibliotheekwereld worden toegepast. Hoe kun je die toepasbaar maken voor bibliotheken?’

Ook Ruben Bouw probeert zijn klanten een stap voor te zijn. Zo test hij nu een Dropbox-achtige dienst uit. ‘Het is een open source-applicatie die ik nu commercieel in de markt zet.’

‘Hatch heeft een relatief simpele business case,’ zegt La Roi. ‘Je hebt een database met namen van potentiële kandidaten die je up-to-date wilt houden. Verder wil je steeds nieuwe mensen leren kennen. Innoveren is hier dus een lastig verhaal.’ Windhorst herkent dit. ‘In mijn producten, mijn diensten, verandert niet zoveel. Wel moet ik voortdurend bijblijven in het archiefveld, anders bied ik geen toegevoegde waarde meer.’

Toch gaat La Roi rond de zomer iets nieuws beginnen. ‘Er zijn nu relatief veel professionals in ons vakgebied die zonder werk zitten, vaak zij-instromers die geen IDM-achtergrond hebben. Die groep wil ik – kosteloos – in contact brengen met bedrijven, waar ze in een stageachtige omgeving om niet of in een andere vorm kunnen werken.’

Koers gaat nog meer inzetten op e-learning. ‘Er zijn steeds meer mogelijkheden om mijn cursussen geheel online te volgen. Ondersteuning gebeurt via Google Plus en Google hangouts. Verder ga ik me behalve op de bibliotheekwereld ook meer richten op de welzijnssector.’

Concurrentie

De meeste ondervraagde ondernemers zeggen weinig concurrentie te ervaren. Froehling: ‘In het kleine wereldje van octrooi-informatiespecialisten zijn er zo’n tien zelfstandigen, van wie de meeste hun eigen specialisme hebben. Wél is er concurrentie vanuit India, waar bureaus met octrooi-informatiespecialisten voor veel lagere prijzen hun diensten aanbieden, maar waarvan de kwaliteit dubieus te noemen is.’

‘In de niche die de archiefwereld al is, heeft iedereen weer zijn eigen niche gevonden. Hoe beter je je eigen niche hebt gedefinieerd, hoe krachtiger je je daarin kunt manifesteren. Dus echte concurrentie ervaar ik niet,’ zegt Windhorst. ‘Maar binnen de brede erfgoedwereld ben ik als producent van beleidsteksten natuurlijk een van de vele.’ Rob Coers heeft daarentegen de afgelopen jaren gezien hoe de bibliotheekserviceorganisaties soortgelijke cursussen zijn gaan aanbieden. En Erwin la Roi is in het verleden wel eens spelers als Ingressus en Reekx op zijn pad tegengekomen. Maar van echte concurrentie wil hij niet spreken. Hoogstens bestempelt hij de grote werving- en selectiebureaus als mededingers. ‘Maar die gaan met een sleepnet aan de gang, terwijl ik heel precies te werk ga met een hengeltje.’

Een goed jaar?

Peer Froehling noemt 2013 ‘zeker geen slecht jaar gegeven de economie. In 2014 verwacht ik op hetzelfde niveau te blijven.’ Voor Erwin la Roi ziet 2014, na een ‘mager’ 2013, er veelbelovend uit. ‘Als alle uitstaande opdrachten doorgaan, heb ik nu al de omzet van vorig jaar gehaald. Let wel: in mijn vak praat je niet over tientallen opdrachten.’

Chris Bellekom heeft zijn eerste jaar als zelfstandige succesvol doorlopen, al was dat mede dankzij een lange opdracht die onlangs is afgerond. ‘2014 gaat tot nu toe goed, er liggen wat kleine opdrachten in het vooruitschiet, maar na de zomer moet zich wel weer wat aandienen.’

Voor Margreet Windhorst was 2013 het beste jaar ooit, na een dip in 2012. ‘Je zou zeggen dat na de bezuinigingen bij rijksoverheden nu de lagere overheden en gemeenten aan de beurt zijn, maar ik merk er niets van. Archieven hebben een wettelijke taak te vervullen, dus daar kan niet grof de bijl in gezet worden. De tarieven hebben even onder druk gestaan, maar gaan nu weer wat omhoog. Misschien heb ik wel geluk.’

‘De archiefsector is nog een groeisector,’ zegt Annemieke Jurgens. Maar de culturele sector, waar haar opdrachtgevers tot voor kort vooral uit kwamen, noemt ze een ‘slagveld’. ‘Instellingen bestaan niet meer of zijn enorm gekrompen. Het is nu goed kijken waar het werk nog ligt. Overigens staan de tarieven al sinds 2008 onder druk. Gelukkig heb ik geen kantoor meer, geen personeel meer, waardoor ik meekon in die lagere prijzen. Maar het moet nu niet nog lager worden.’

Rob Coers: ‘Je moet heel erg je best doen om je cursussen te verkopen; bibliotheken kijken de kat uit de boom. Ik ben onlangs meer promotie gaan doen voor het leerprogramma VerdiepDingen, een vervolg op 23 Dingen. Als ondernemer blijf ik altijd optimistisch.’

Slotakkoord

Erwin la Roi geeft sinds drie jaar een collegereeks bij de Hogeschool van Amsterdam over ondernemen en innovatie. ‘Het valt me op dat studenten van nu beduidend ondernemender zijn dan in mijn tijd, ze zijn ook minder bang. Dat vind ik gaaf om te zien.’ Ruben Baauw bevestigt dit: ‘Ook mijn medestudenten zijn bezig met eigen bedrijfjes.’ Hij beschouwt de Haagse Hogeschool als een broedplaats: ‘In opdrachten voor de opleiding IDM kijken we of er iets is wat bedrijven laten liggen, of we daarop in kunnen springen.’ Toch weet Baauw nog niet of hij in de toekomst ook voor zichzelf gaat beginnen. ‘Ik ben nog erg jong. Het liefst wil ik eerst ervaring bij een groot bureau opdoen. Maar ik blijf het ook wel héél leuk vinden om ondernemend bezig te zijn.’

*Een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) is een verklaring waarmee de Belastingdienst beoordeelt of een opdrachtgever verplicht is om loonbelasting en sociale premies te betalen over de werkzaamheden die een zelfstandige uitvoert.


5 tips voor startende ondernemers

  1. Ga eerst op zoek naar je allereerste klant. Dat is meteen een toetsing aan de markt: zijn er mensen die willen betalen voor je product? Zaken als administratie en de belasting worden pas van belang als je die eerste klant een factuur hebt gestuurd.’ (Erwin la Roi)
  2. ‘Steek heel veel tijd in de voorbereiding van je onderneming: wie zijn je klanten en wie je concurrenten, wat is je businessmodel, op wat voor manier wil je je geld gaan verdienen, hoe zet je jezelf in de markt, hoe zet je een netwerk op…’ (Peer Froehling)
  3. ‘Vind je eigen niche.’ (Margreet Windhorst)
  4. ‘Bezwijk niet snel voor een opdracht omdat het geld oplevert; dan drijf je al snel allerlei kanten uit, zonder doel. Een goede focus van je onderneming is belangrijk.’ (Annemieke Jurgens)
  5. ‘Ontzorg jezelf. Besteed bijvoorbeeld je boekhouding uit, zodat je in die vrijgekomen tijd (voor een hoger uurtarief) zelf aan het werk kan.’ (Chris Bellekom)

 

Ronald de Nijs is eindredacteur van InformatieProfessional.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2014. Het gehele nummer kun je hier lezen