Het Literatuurmuseum is in het bezit gekomen van een manuscript van Gerard Reve. Het betreft een bundel met tien gedichten die hij op zestienjarige leeftijd schreef voor zijn jeugdvriendin. Ze zijn Reves oudst bewaarde geschriften en gelden als zijn ’pre-debuut’.
Reve tikte de tien gedichten uit op gelinieerde velletjes uit een schoolschriftje. De velletjes zijn met paperclips aan elkaar bevestigd, bijeengehouden in een groene kaft van een cahier. Hij schonk de bundel op 10 maart 1940 aan Christina (‘Stien’) Amende. Dit meisje, dat net als Reve op het Vossius Gymnasium zat, deed hij een schriftelijk huwelijksaanzoek, dat overigens vriendelijk werd afgewezen. Enkele van de gedichten nam Reve datzelfde jaar op in zijn debuutbundel Terugkeer (1940), die door hemzelf in 50 exemplaren werd verspreid.
“De ‘versjes’ vormen het prille begin van het omvangrijke en indrukwekkende oeuvre dat Reve heeft nagelaten. Het schriftje is een ontroerend jeugddocument,’ aldus directeur Aad Meinderts in een persbericht. Het Literatuurmuseum verwierf eerder al het manuscript van Reves bekendste roman, De avonden (1947), en twee versies van zijn novelle Werther Nieland (1949). Ook bezit het vele brieven van de ‘Volksschrijver’.