Als het gaat over het ondersteunen van kinderen in het zoeken naar informatie via internet, verschillen de meningen. September jl. lanceerden WizeNoze de testversie van de eerste zoekmachine ter wereld die zoekresultaten afstemt op het leesniveau van de gebruikers: jouwzoekmachine.nl. Er waren veel enthousiaste reacties te lezen, maar ook een aantal kritische: een zoekmachine die kinderen informatie op maat aanbiedt zou bevoogdend zijn, of teveel filteren. Ook zou het internet voor kinderen niet beter hoeven: het is zoals het is en daar moeten kinderen maar mee leren omgaan.
Door: Maarten Sprenger
Informationeel zoeken is tijdverslindend lastig: veel internetteksten zijn te moeilijk, kinderen zien nauwelijks verschil tussen redactionele content en reclame, en kinderen en jongeren hebben geen enkele strategie rond het beoordelen van betrouwbaarheid en relevantie. Zo blijkt uit diverse onderzoeken, samengevat in ‘Dat zoeken we op’ van het SIOB (2014). Het is dus feitelijk irreëel en unfair om leerlingen vanaf groep 4 of 5 op te dragen zelf informatie te zoeken en te laten evalueren.
Leren zoeken is een complex proces. Er gaan jaren overheen om het onder de knie te krijgen – en dat is dan meestal door schade en schande, want gericht onderwijs ontbreekt, op wat incidenten na. Ook moet er veel meer dan tot nu toe het geval is, heel goed naar het zoekgedrag van kinderen gekeken worden. Welke competenties kunnen op welke leeftijd ontwikkeld worden? De meest toonaangevende onderzoekers op gebied van kinderen en internet-search, Allison Druin en Elisabeth Foss, formuleren het in hun studie “Children’s Internet Search (2013)” met betrekking tot de opzet van online informatie leren gebruiken als volgt: “The search role framework has a distinct advantage because it encourages adult stakeholders to design children’s search tools to support and educate children at their existing levels of search strength and deficit, rather than expecting children to adapt to a transient search landscape.”
Met andere woorden: natuurlijk moeten we kinderen leren internet te gebruiken. Maar er is ook een beter internet voor kinderen nodig en er moeten dringend tools gebouwd worden om het internet handzamer te maken voor kinderen. Niet alleen verkeerslessen dus. Maar ook goeie kinderfietsen zodat kinderen bij de trappers kunnen.
Waar liggen de bottlenecks?
Probleem 1. Educatie van informatievaardigheden schiet te kort (Oplosbaar, maar nog ver van het doel verwijderd)
Zoeken naar informatie op internet wordt kinderen door bijna niemand geleerd. Er wordt een beetje de weg gewezen, maar er worden nauwelijks duidelijke handvatten gegeven voor het hoe en wat. Gemiddeld genomen wordt dit aan kinderen verteld: ‘je moet wel de juiste zoekwoorden gebruiken’ en ‘meer bronnen raadplegen’. Meestal blijft onvermeld hoe je bijvoorbeeld aan de juiste zoektermen komt. Dat is te tijdrovend, al wordt er wel soms gesuggereerd een mindmap te maken om nieuwe zoekwoorden te bedenken. Ook worden er soms een nog paar zoekcommando’s aangereikt of er wordt verwezen naar Google’s geavanceerd zoeken.
Leren zoeken is van groot belang: maar wie krijgt er structureel les in? Wie leert kinderen het verschil tussen navigational en informational search – en op welke leeftijd? Gelukkig zijn er beleidsveranderingen te signaleren. In het “Hoofdlijn advies over het onderwijs van de toekomst: (Onderwijs 2032) staan digitale vaardigheden en leren omgaan met informatie in brede zin genoemd en ook het SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) heeft warme belangstelling voor de ontwikkeling van ‘Online Geletterdheid’.
Probleem 2. Kinderen zijn niet in staat informatie te beoordelen (En dit is veel erger)
Als kinderen de resultaten in een algemene zoekmachine al zouden kunnen lezen – maar vaak is dat niet het geval, want de meeste teksten zijn gewoonweg te moeilijk (pakweg niveau Havo 2/3) en zelfs het ontcijferen van de Google-snippets kost al veel tijd – dan nog kunnen de meeste kinderen veel informatie überhaupt niet beoordelen. Jonge kinderen missen immers de basiskennis over het onderwerp waar ze voor het eerst iets over gaan zoeken en lezen. Het minste wat je hier moet doen is een besef over betrouwbaarheid en bruikbaarheid opbouwen. Maar kennis daarover is feitelijk alleen bij informatie professionals aanwezig – en niet elke leraar is dat, helaas.
Probleem 3. Er is te weinig begrijpelijke en betrouwbare content voor kinderen (Even erg)
Er is op allerlei gebied te weinig begrijpelijke en betrouwbare informatie voor kinderen. Laat je ze dan zelf zoeken? Naar iets dat er niet is? Heb je zelf goed gezocht, als je vindt dat kinderen zelf moeten zoeken? Hoe ging dat? Of denk je dat het er wel is, omdat er flink wat door kinderen zelf geschreven stukjes te vinden zijn, zoals spreekbeurten? Die zijn immers begrijpelijk en gaan over al die onderwerpen die kinderen interesseren. Maar zijn dat bruikbare bronnen? Ik neem kinderen heel serieus, ik geef les in creatief werk op allerlei gebied en ben enorm gespitst op persoonlijke kwaliteit en eigen leercurves. Maar zelf de betrouwbaarheid bepalen, is niet iets wat ik op de basisschool als maatstaf zou nemen voor een werkstuk. In het beste geval gaat een leerling gaandeweg een beetje gevoel krijgen voor wat klopt en wat niet. Toch refereren zelfs studenten in het HBO nog aan bronnen als „De Speld” in een scriptie (“het zag er heel realistisch uit”) en gaan ook volwassenen zelden op zoek naar de samenstellers van informatie via het colofon of de ‘about’-pagina. Het lijkt me dus oneerlijk om aan een kind van pakweg 10 jaar op te dragen “dat-ie de inhoud even checkt”.
Hoe leren we kinderen informatievaardigheden?
Kortom, kinderen horen zeker les te krijgen in zoeken, ook op jonge leeftijd en met regelmaat, maar in stappen. Een doorlopende leerlijn zoekvaardigheden vanaf groep vijf van de basisschool is noodzakelijk. In mijn boek “Slim Zoeken” open ik met het gegeven dat een kind het best kan beginnen met zoeken bij vertrouwde bronnen (trusted sources). Spreekbeurtensites horen daar niet bij. Wikikids ook niet; dit is geen vereenvoudigde Wikipedia voor kinderen, maar een wiki door kinderen. Prima om hiermee te leren publiceren, maar een mediawijze ervaring opdoen maakt Wikikids nog geen relevante bron voor anderen, niet zoals Het Klokhuis of Sciencespace.nl dat zijn. Beginnen bij geschikte bronnen is dus stap 1 van leren zoeken, dat is ook de insteek van leren (onder)zoeken met een model als Guided Inquiry. Guided, de term geeft het aan, start niet met vrij zoeken. Je leert het leerlingen in stappen. Eerst via afgebakende bronnen met aanwijzingen als: “Wat zie je hier?”, “Is een leuk uiterlijk hetzelfde als betrouwbaar?” en “Wat is wel/geen reclame?”. Later met aanvullende bronnen en feedback van de leraar om meer zoekervaring op te doen. Pas aan het eind van zo’n model worden meer academische vaardigheden getraind met vrije zoekopdrachten. Dat laatste moment ligt niet op 11 of 12 jaar, maar eerder ergens halverwege de middelbare school. En zelfs rond je 15e is het beslist nog niet voor elke leerling weggelegd om makkelijk zelfstandig te gaan zoeken.
Conclusie
Welnu: naast het ontwikkelen van onderwijs in zoekvaardigheden, lijkt het mij belangrijk om bij het zoeken maximaal geholpen te worden. Met teksten die leesbaar zijn voor je eigen leeftijd, op je eigen niveau. Dat biedt Jouwzoekmachine, samen met een gericht aanbod op kwaliteit. Dit is dubbel zo belangrijk in een tijd waar lezen een steeds grotere drempel wordt. Als we kinderen willen leren om webinformatie verstandig te gebruiken, moeten we ze niet bij de start kostbare tijd laten verspillen aan te moeilijke of vage informatie. De toegepaste zoek- en taaltechnologie van JouwZoekmachine.nl wordt inmiddels op 8 van de 10 basisscholen aangeboden.
Verder lezen
> www.wizenoze.com/2015/10/07/onderwijs-2032
> “Children’s Internet Search”, Allison Druin en Elisabeth Foss 2013 www.morganclaypoolpublishers.com/catalog_Orig/product_info.php?products_id=519
> “Dat zoeken we op”, SIOB, 2014 https://www.kb.nl/sites/default/files/dat_zoeken_we_op_-_hoe_kinderen_en_jongeren_te_werk_gaan_bij_het_zoeken_naar_informatie_2014.pdf
> “Slim Zoeken op internet, voor thuis op school en waar je ook bent”, Maarten Sprenger 2013 www.slimzoeken.nu
> “Mediawijsheid in de klas”, Paul Koning 2015 www.mediawijsheidindeklas.nl
> Online Geletterdheid – www.jeroenclemens.nl
> Een uitgebreid Engelstalig artikel over kinderinformatie (2013), met een analyse van het Nederlandse aanbod en gebruik, is te vinden bij Society of the Query: Children’s Information – Who cares? (Inhoud en titel van dit artikel waren de aanleiding voor mijn eerste gesprek bij WizeNoze. Hanna Jochmann belde mij en zei: we do!)
Maarten Sprenger is specialist kinderinformatie en zoekgedrag bij WizeNoze B.V.
Lees ook: ‘Boeken: zoektips voor kinderen‘