DISH2105: Cultural Heritage is NOT a Business

Onder de titel ‘Money and Power’ vond op 7 en 8 december in Rotterdam het tweejaarlijkse congres DISH2105 (Digital Strategies for Heritage) plaats. Een van de sessies was gewijd aan ‘Cultural Heritage is NOT a Business’. Een levendige bijeenkomst, dankzij de actieve deelname van het publiek en de prikkelende, soms hartstochtelijke 5-minuten-presentaties van zes sprekers over de waarde van open data. 
Door: Marjan Derksen (namens Archief 2020)
Toegankelijkheid door open toegang en open data is een belangrijk programmadoel van Archief 2020. Daarom was Archief 2020 aanwezig op DISH2015 met de prikkelende improvisation session ‘Cultural Heritage is NOT a Business’. Zes sprekers daagden deelnemers in de zaal uit om na te denken over nieuwe verdienmodellen, de waarde van data én hun eigen rol. De hosting was in handen van Tine van Nierop (Archief 2020, Nationaal Archief) en Maarten Brinkerink (Open Cultuur Data).
Tine van Nierop is blij verrast met de opkomst – er is immers stevige concurrentie van andere DISH-sessies. “Open data en het faciliteren van hergebruik van data maken dat archiefinstellingen opnieuw moeten nadenken over hun verdienmodel en over hun eigen rol,” aldus Van Nierop tijdens de introductie. “Ik ben heel benieuwd naar de ervaringen van u allen hier. Zou het niet mooi zijn als we tot inzichten kunnen komen waaraan anderen die hier niet aanwezig zijn ook wat hebben?”
Open
Maarten Brinkerink zet kort op een rij wat er allemaal van erfgoedinstellingen wordt verwacht, nu ze ‘open’ moeten. Dat varieert van het vergroten van de zichtbaarheid van cultureel erfgoed, tot het implementeren van standaarden voor linked open data. “Belangrijke zaken”, zo stelt Maarten. “Maar we zijn hier nu om te horen hoe het in de praktijk gaat. En wat wij daarvan kunnen leren”. Waarmee hij vanzelf bij de zes sprekers komt. Elke spreker krijgt precies vijf minuten. Nét lang genoeg om krachtige een visie neer te zetten.
Opvallend is dat het concept ‘open toegang’ bij geen van de sprekers ter discussie staat: open moet, en dat is goed. Ook zijn ze het met elkaar eens dat het er niet om gaat hoeveel je met de open data kunt ‘verdienen’. Waar de waardevermeerdering dan wel in zit? Daarover hebben ze elk hun eigen opvatting.
Waarde
Voor Tom Kunzler van de Open Data Foundation is het duidelijk: “Geef zoveel mogelijk mensen toegang tot ons culturele erfgoed. Want dáár, op het maatschappelijk vlak, liggen de nieuwe verdienmodellen.” Ook Walther Hasselo van Erfgoed Leiden & Omstreken (ELO) – “ik heb alleen maar positieve ervaringen met open data” – wil zoveel mogelijk mensen laten profiteren van al het schoons dat ELO te bieden heeft. Mooi meegenomen: sinds ze in Leiden ‘de boel hebben opengegooid’, is ELO veel zichtbaarder geworden. Ook dát is waarde.
Annelot Vijn, informatiemanager bij Het Utrechts Archief, is nog concreter. Ze vertelt dat gebruikers van digitaal beeld- en archiefmateriaal sinds 1 oktober niet meer hoeven te betalen voor scans en data. En dat levert nu al “hele blije bezoekers” op. En computerscientist Victor de Boer ziet vooral de ongekende mogelijkheden van linked open data: “Door data te linken genereer je waarde. Want door linken geef je data context. En dat geeft binnen en buiten je organisatie waarde.”
Verdienvermogen
Paul Suijkerbuijk bekijkt de zaak van de andere kant. Als rondreizend open data-expert stuit hij vaak op weerstand van instellingen tegen het open stellen van hun beeld- en archiefmateriaal. Waar moeten ze dan geld mee verdienen, als ze gebruikers niet meer mogen laten betalen voor hun data? Paul vraagt de instellingen dan altijd hoeveel ze zouden verdienen als ze hun data niet zouden openstellen. Zijn conclusie: “het verdienvermogen van data blijkt dan vaak verrassend klein”.
Joepie!
Vincent Robijn, gemeentearchivaris van Archief Eemland in Amersfoort, sprong een gat in de lucht toen op 1 juli de wet hergebruik overheidsinformatie van kracht werd: “Joepie! Eindelijk hoeven we geen geld meer te verdienen!” Maar na de aanvankelijke vreugde volgde teleurstelling toen hij merkte dat veel collega’s terughoudend zijn. Hij denkt dat dat een cultuurkwestie is. “Wij archivarissen zijn bang om informatie weg te geven aan mensen die we niet kennen.” Vincent vindt het daarom vooral belangrijk dat archiefinstellingen hun rol opnieuw uitvinden.
Levendige discussie
Dat je als archiefinstelling of andere erfgoedbeheerder je data toegankelijk moet maken en beschikbaar moet stellen voor hergebruik: daar is iedereen het wel over eens. Maar hoe ver moet je daar in gaan? Wie bekostigt dat? Welk nieuw businessmodel past daarbij?
De discussie in de zaal leidt tot verrassende inzichten. Zoals deze: “Als je iets digitaliseert, ontbreekt het de gebruiker aan context en kwaliteit. Dat vind ik een groot bezwaar”, vond een bezoeker. “Context geven is een van de kernwaarden van ons archivarissen”, reageerde Vincent. “Maar misschien moeten we dat met de digitalisering wel opnieuw uitvinden.” En dat kan, volgens Victor, want “Linked data gaat over context geven. Daarmee krijg je als instelling ook een nieuwe rol. Je bent niet alleen maar de bewaker van content, je wordt ook de bewaker van context.”
De opbrengst: nieuwe inzichten en inspiratie
Wat leverde de sessie op? Een goed gevoel bij publiek een sprekers, maar geen heldere richtlijnen of blauwdrukken voor nieuwe verdienmodellen. Wel inzichten waar iedereen zijn voordeel mee kan doen. En hopelijk de inspiratie om niet alleen je data open te stellen, maar vooral ook je instelling en jezelf. We zetten de drie belangrijkste inzichten op een rij.
Inzicht 1: We moeten de waarde van context opnieuw uitvinden
Context geven is een van de oude kernwaarden van archivarissen. Maar misschien moeten we, dankzij beschikbaarstelling als open data, het geven van context wel opnieuw uitvinden. Misschien moeten we aan de gebruikers overlaten wat ze met de data willen. Linked open data kunnen verschillende contexten rond één onderwerp samenbrengen. Daarmee krijg je als instelling een nieuwe rol. Je bent niet alleen maar de bewaker van content, je wordt nog veel meer dan nu de bewaker van context.
Inzicht 2: Nieuwe businessmodellen gaan over een andere visie op waarde en waardevermeerdering 
En dus niet zozeer over geld verdienen met data. Het kan gaan om waarde voor je eigen instelling (bijvoorbeeld: zichtbaar en relevant zijn, of je eigen data kunnen verrijken) of waarde voor de maatschappij (toegang tot collecties en innovaties). Kijk bijvoorbeeld naar de farmaceutische industrie. Daar stellen ze ook hun data open. Dat is verrassend in een wereld die van beschermde patenten aan elkaar hangt. Maar de sector is om, nu ze door hebben dat ze met die openstelling innovaties genereren waar de hele sector baat bij heeft.
Inzicht 3: Niet alles hoeft in één keer perfect te zijn 
Je hoeft niet alles tot in de puntjes geregeld te hebben voordat je je data open stelt. Begin gewoon, bijvoorbeeld met een proef zoals ze in Utrecht hebben gedaan.