De 46 landen van de Raad van Europa hebben een internationaal verdrag aangenomen over het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI). Daarbij moet er respect voor de mensenrechten, de rechtstaat en de wettelijke standaarden van de democratie worden verzekerd.
Ook partnerlanden als Japan en Mexico hebben het verdrag ondertekend. De Verenigde Staten, Israël en Canada deden mee aan het ontwerpen van de tekst, en ook academici en bedrijven waren betrokken. De landen moeten onder meer zorgen dat AI-systemen niet worden ingezet om democratische instituten of de toegang tot de rechtspraak te ondermijnen. Mensen die slachtoffer worden van een AI-tool moeten ook steeds naar een rechter kunnen stappen.
De hoop is dat door deze afspraken in zo veel mogelijk landen wereldwijd de verdere ontwikkeling van AI hand in hand blijft gaan met respect voor mensenrechten, de rechtstaat en de democratie.
Voordelen AI gebruiken en risico’s beperken
Secretaris-generaal Marija Pejčinović van de Raad van Europa spreekt van ‘een eerste wereldwijd verdrag dat ervoor zal zorgen dat AI de rechten van mensen respecteert’. ‘Het is een antwoord op de behoefte van een internationale wettelijke standaard, ondersteund door landen op verschillende continenten die dezelfde waarden delen om de voordelen van AI te gebruiken en tegelijkertijd de risico’s te beperken.’
Het verdrag kwam er op initiatief van de Raad van Europa, de organisatie van 46 Europese landen waartoe ook het Europese Mensenrechtenhof behoort. Behalve de landen van de Raad van Europa mogen ook niet-Europese landen straks het verdrag bindend tekenen.