Overeenkomst is grote stap vooruit, maar foto’s zijn niet te vinden via Google.
Door: Marie-José Klaver
Het Nationaal Archief en Pictoright hebben in december een overeenkomst gesloten waarin wordt geregeld dat honderdduizend historische foto’s online zijn te bekijken via de beeldbank van het NA. 100.000 foto’s is een indrukwekkend aantal. Het gaat ook om interessant materiaal, te weten om naoorlogse persfotografie. De beschikbaar gemaakte foto’s, die in het kader van het project Beelden voor de Toekomst zijn gedigitaliseerd, geven een beeld van de Nederlandse politiek, het koninklijk huis en maatschappelijke ontwikkelingen. Toch noemde algemeen rijksarchivaris en directeur van het Nationaal Archief Martin Berendse de overeenkomst slechts een begin. “Het gebruik van de beelden is nog betrekkelijk beperkt.” Hij zei dit op een symposium over de auteursrechtelijke (on)mogelijkheden bij massadigitalisering en online beschikbaarstelling van historische fotocollecties in Den Haag dat op 10 december jl. plaats vond. Het gebruik van de foto’s beperkt zich tot bekijken in een besloten omgeving.
Geïnteresseerden mogen de foto’s alleen bekijken via de beeldbank van het Nationaal Archief. De overeenkomst met Pictoright voorziet niet in hergebruik van de beelden, zoals dat bijvoorbeeld mogelijk is met materiaal dat onder een Creative Commons-licentie is gepubliceerd. De historische foto’s remixen of verrijken met informatie, zoals bij de doelstellingen van Beelden van de Toekomst hoort, is dus niet mogelijk.
Ook Google en andere zoekmachines mogen niet bij de foto’s. Dat betekent dat mensen die aan het ‘googelen’ zijn naar beeldmateriaal niet uitkomen bij de foto’s die nu via de NA-beeldbank beschikbaar zijn gemaakt.
De nieuwe overeenkomst zorgt volgens het Nationaal Archief voor een werkbare oplossing. Het Nationaal Archief is sinds 2007 bezig met het digitaliseren en ontsluiten van 1,2 miljoen historische foto’s. Het opsporen en aanschrijven van alle auteursrechthebbenden is een enorme klus, die vele jaren menskracht vergt. Na een jaar had het archief 350 rechthebbenden opgespoord en met 160 van hen concrete afspraken gemaakt, vertelde Wouter Daemen, ten tijde van het symposium werkzaam als projectmedewerker Beelden voor de Toekomst bij het Nationaal Archief. Op die manier zou het zeven jaar duren voor alle rechthebbenden benaderd waren en toestemming was verkregen van ongeveer 50 procent van hen. Die methode was te duur en te tijdrovend voor het NA. De inspanning weegt niet op tegen het resultaat, aldus Daemen, die inmiddels als archivaris bij het Regionaal Archief Nijmegen werkt.
De facto is er binnen de overeenkomst sprake van een collectieve vrijwaring van auteursrechtinbreuken voor foto’s waarover geen of onvoldoende auteursrechtelijke informatie bestaat. Pictoright vertegenwoordigt de beroepsgroep en is het aanspreekpunt voor fotografen en andere auteursrechthebbenden die achteraf menen dat hun werk ten onrechte in de beeldbank van het Nationaal Archief is opgenomen. Pictoright vrijwaart het Nationaal Archief voor aanspraken van rechthebbenden van beeldmateriaal waarvan geen of onvoldoende gegevens aanwezig zijn.
Berendse is tevreden met de overeenkomst omdat hij het van ongelooflijk groot belang vindt om een oplossing te vinden voor massadigitaliseringsvraagstukken waarbij de rechten en belangen van alle betrokkenen – erfgoedinstellingen, rechthebbenden en het publiek – worden gerespecteerd. In Nederland verkeren we eigenlijk nog in het stadium van het polderen als het gaat om afspraken over massadigitalisering, aldus Berendse. Pictoright zet volgens Berendse een stap vooruit door te zeggen dat de organisatie gesprekspartner wil zijn voor een bepaalde categorie auteursrechtelijke werken en afspraken kan maken met erfgoedinstellingen zodat werk waarvan de rechthebbenden niet te traceren zijn toch ontsloten kan worden.
Tijdens de discussie aan het einde van het symposium kwam Paul Keller van Kennisland, die zowel voor Beelden voor de Toekomst als voor Creative Commons Nederland werkt, terug op de beperkte gebruiksmogelijkheden van de foto’s die onder de overeenkomst vallen. Keller is ook zijdelings bij de totstandkoming van de overeenkomst betrokken geweest, vertelde hij. Toch plaatste hij een paar kanttekeningen bij het contract. Keller is van mening dat niet voldoende rekening is gehouden met de belangen van de gebruiker, die via de belasting financier van Beelden voor de Toekomst is. “De vraag is wat krijgt de burger hier nu eigenlijk voor terug? Dat is uiteindelijk heel weinig”, aldus Keller. “Je mag er naar kijken en dat is het.” Keller spreekt van een “babystapje” in de goede richting. “De baby moet nog leren lopen op het internet.”
Keller bekritiseert het uitsluiten van Google en andere zoekmachines. Het publiek heeft volgens hem daarom weinig aan deze overeenkomst. Volgens Keller willen gebruikers niet in de beeldbank van het Nationaal Archief zoeken naar foto’s. Ze willen gewoon zoeken. “99,9 procent van de internetgebruikers kunnen deze foto’s nu niet vinden.”
Vincent van den Eijnde, directeur van Pictoright, zei in een reactie op Keller dat het om een pilot gaat en dat het Nationaal Archief voor een gering bedrag een vrijwaring krijgt. “Daarbij moeten we ons realiseren dat niet alle rechthebbenden ons gevraagd hebben dit te doen. Daarom moeten we een zekere voorzichtigheid betrachten. Wij kunnen niet alles zomaar toestaan en helemaal opengooien”, aldus Van den Eijnde.
Zie ook de FAQ Auteursrechten Fotocollecties (pdf) van het Nationaal Archief en Pictoright. In het januari/februarinummer van InformatieProfessional zal een uitgebreide versie van dit artikel verschijnen.
Marie-José Klaver is nieuwsredacteur van InformatieProfessional.