Begin van dit jaar opende in Zwolle de Stadkamer, de ‘stadshuiskamer’ die is ontstaan uit de samensmelting van de Bibliotheek Zwolle, het kunstencentrum Muzerie en het servicepunt voor kunst & cultuur Kunst&Zo. Om tot financiering van de Stadkamer te komen heeft bibliotheekdirecteur Astrid Vrolijk-de Mooij een behoorlijke reis moeten ondernemen.
Door: Andrea Langendoen
Het verslag van die zoektocht heeft Astrid Vrolijk-de Mooij samen met Giep Hagoort (emeritus hoogleraar kunst en economie aan de Universiteit Utrecht) vastgelegd in de publicatie Koersvast Gefinancieerd! – Reisgids voor duurzame financiering van de Openbare Bibliotheek. Het boek wordt omschreven als ‘een hulpmiddel voor bibliotheken en andere erfgoedinstellingen op zoek naar een stabiele financiering’.
‘We hebben het altijd belangrijk gevonden om kennis te delen, intern en extern. Je leert de dingen toch met vallen en opstaan,’ aldus Vrolijk. ‘Daarom hebben we besloten om onze zoektocht naar duurzame financiering te delen, zodat andere organisaties gebruik kunnen maken van onze kennis.’
Duurzame financiering betekent niet per se meteen zoveel mogelijk geld binnenhalen. Het gaat erom dat je niet alleen afhankelijk bent van een basisfinanciering uit publieke middelen, maar daarnaast ook eigen inkomsten genereert, bijvoorbeeld door publiek/private samenwerking en het ontwikkelen van (maatschappelijk relevante) producten en diensten. Vrolijk: ‘We waren steeds op zoek naar extra geld voor de bibliotheek, maar op een bepaald moment viel bij ons het kwartje: het gaat niet om geld, het draait om de maatschappelijke waarde van wat je te bieden hebt. Voor mij was het een cruciaal moment toen we dat doorgrond hadden. Als het erom was gegaan om meer geld te verdienen hadden we de aanpak moeten kiezen van commerciële bedrijven als Karmac en Questum. Maar wij moeten nadenken waarom wij onze subsidie waard zijn, en ons stinkende best doen om zo veel mogelijk maatschappelijke waarde te creëren.’ En dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een duurzaam verdienmodel en een nieuwe organisatie: de Stadkamer.
Voor inspiratie voor haar zoektocht is Vrolijk met haar team gaan kijken bij vijf referentiebibliotheken in Nederland: in Delft, Oss, Utrecht, Arnhem en Almere. ‘We hebben met name gezocht naar bibliotheken die ongeveer even groot waren en innovatief bezig waren.’
Een van Vrolijks belangrijkste leerpunten voor andere organisaties is: gewoon beginnen. ‘Je hebt geen tijd om alles van tevoren helemaal uit te denken. We zijn eigenlijk de weg gaan bewandelen terwijl we erop liepen. We zijn veel proeftuintjes begonnen. Daar waren er ook bij die niet helemaal gelukt zijn. Maar uit sommige ideeën groeien weer andere ideeën. En van sommige hoop ik dat we die in de toekomst toch nog een keer kunnen uitvoeren.’
‘Toen we begonnen wisten we ook niet dat er een “stadskamer” zou komen. Maar we hebben het tot “Stadkamer” gedoopt omdat we graag wilden dat we de huiskamer van de stad zouden worden: iedereen kan hier terecht voor inspiratie en informatie, voor cultuur, maar ook om er gewoon even te zitten. Dat concept wordt breed gedragen, ook door de politiek hier. We zijn inmiddels door verschillende partijen uit de stad benaderd om samen te werken, en daardoor zullen de bezoekersaantallen naar verwachting nog verder toenemen. Dat is heel plezierig.’
‘Je kunt natuurlijk nooit stilzitten, je omgeving verandert constant. En we hebben nog wel wat financiële hobbels te nemen. Maar als ik kijk naar de toekomst dan zie ik voor de bibliotheek toch vooral kansen: om een verbinding te vormen tussen partijen als het gaat om kennis en cultuur.’
Track 2
Avontuur: the future is now
Astrid Vrolijk-de Mooij en Giep Hagoort spreken over een duurzame financiering van de bibliotheek van de toekomst
Deze bijdrage komt uit IP nr. 8 / 2015. Het gehele nummer kun je hier lezen.