De rubriek Professional in het nieuws bestaat inmiddels ruim tien jaar. Hoe is het de deelnemers vergaan die hierin hun verhaal hebben gedaan? In de nieuwe rubriek Flashback kijken we met hen terug én vooruit. In de eerste aflevering: Wilbert Helmus.
In 2008 startte Wilbert Helmus als Hoofd Collectie- en kennismanagement bij het Fries Museum, Keramiekmuseum Princessehof en Verzetsmuseum Friesland. Het verschil met zijn vorige baan, inspecteur Collecties bij de Erfgoedinspectie, is groot. ‘Als inspecteur was ik vooral bezig met het controleren van anderen, nu sta ik met beide voeten in de klei.’ Helmus’ afdeling telt tien mensen. ‘We werken voor drie musea, dus het is met 7,5 fte roeien met de riemen die we hebben.’ Onder zijn collega’s bevindt zich een dataconservator, een van de eerste wapenfeiten van Helmus. ‘Ik heb altijd geroepen dat het behouden en conserveren van data even belangrijk is als het conserveren van je fysieke collectie. Dat hebben we vormgegeven door de aanstelling van een dataconservator. Zij staat op hetzelfde niveau als een museumconservator en richt zich op het conserveren van data en het toegankelijk maken ervan op een publieksvriendelijke en duurzame manier.’
‘Toen ik hier begon, lagen er plannen voor een Friese erfgoedportal – erg hot in die tijd.’ Maar Helmus wilde geen verwijssysteem naar de bronnen van de eigen musea en collega-organisaties Bibliotheekservice Fryslân en het Fries Film Archief. Zijn doel: het samenbrengen van alle data van de deelnemende organisaties en zo één bron vormen. ‘Dat is gelukt. We zijn hierbij zeer op weg geholpen door de ontwikkelingen bij Europeana en de Digitale Museale Collectie Nederland (DiMCoN).’
Een andere wens bij Helmus’ komst was het online brengen van de eigen museumcollectie. ‘We hebben ervoor gekozen dat wat we hebben, beschikbaar te stellen op het web. En niet nog een paar jaar te wachten tot we helemaal klaar zijn met digitaliseren.’
‘Mijn werkgever heeft mij steeds de kans geboden om me met sectorbrede projecten bezig te houden. Iets wat mijn positie binnen het museum heeft versterkt,’ aldus Helmus. Onlangs heeft hij samen met provinciale culturele instellingen een pilot afgerond voor een Friese erfgoed HUB, een knoopunt van erfgoeddata die op een ‘open’ manier gebruikt kunnen worden door bijvoorbeeld de creatieve sector. ‘Met een verdienmodel erachter. We treden hier in het voorjaar mee naar buiten.’
Merkt Helmus iets van de bezuinigingen waarmee de cultuursector zich gefronteerd ziet? ‘Het Princessehof is een van de circa dertig rijksmusea die zich nu buigen over de subsidieaanvraag voor de basisinfrastructuur 2013-2016. Ik vermoed dat de helft ervan niet voor deze structurele subsidie in aanmerking zal komen. Het is voor ons kleinschalige Keramiekmuseum – én een niche, én in Leeuwarden – een uitdaging om op die plek met een heel bijzondere collectie een publiekstrekker te worden. We kijken nu naar verdienmodellen en ondernemerschap. Mijn rol hierbij: onderzoeken hoe vooral de digitale collectie kan bijdragen aan het generen van meer publiek, zowel online als offline.’
De ambities spatten er vanaf. ‘Dat is natuurlijk goed,’ zegt Helmus (lacht), ‘maar het is ook belangrijk om de meer basale werkzaamheden op orde te hebben. Niet steeds van het ene nieuwe project naar het andere hoppen, want je moet ook de organisatie en je afdeling meekrijgen. En ervoor zorgen dat je zelf ook het tempo kunt bijhouden. Daarom is het goed om af en toe even stil te staan. Figuurlijk dan.’
Deze bijdrage komt uit IP nr. 1&2 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen