De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsontwerp Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), kortweg de bibliotheekwet, aangenomen. Vanaf 1 januari 2015 is deze van kracht.
De bibliotheekwet regelt de digitalisering van de openbare bibliotheek en zorgt voor structurele financiering daarvan door de Rijksoverheid. In deze wet is vastgelegd dat iedere Nederlander toegang moet hebben tot een openbare bibliotheek, zowel in fysieke als digitale vorm. Ook zijn de functies en voorwaarden vastgelegd waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen. De digitalisering van de openbare bibliotheken wordt centraal belegd bij Koninklijke Bibliotheek (KB). Naast deze taak krijgt de KB de zorg voor de stelselbewaking en –coördinatie van openbare bibliotheken en de verantwoordelijkheid voor het stelsel van voorzieningen voor mensen met een leesbeperking.
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) vindt deze wet heel belangrijk. Ondanks het feit dat er geen verplichting voor de gemeente in de wet is opgenomen om een bibliotheek te hebben, biedt de wet aanknopingspunten voor goede en vernieuwende openbare bibliotheken voor de zes miljoen gebruikers in wijken, dorpen en steden in Nederland. De vijf functies waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen, bieden een goede basis voor vernieuwing van de bibliotheek en de maatschappelijke rol die de bibliotheek vervult.
Kars Veling (voorzitter van de Vereniging van Openbare Bibliotheken): “Het is heel belangrijk dat de bibliotheekwet er komt, omdat deze waarborgt dat de overheden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het netwerk van bibliotheken. Er zijn 6 miljoen Nederlanders die de openbare bibliotheek regelmatig gebruiken. 4 miljoen daarvan hebben een bibliotheekpas en 2,2 miljoen bibliotheekleden zijn jonger dan 18 jaar. Samen leggen zij zo’n 70 miljoen bezoeken af aan de bibliotheek. Die mensen weten heel goed wat er te halen is in de bibliotheek. Met deze wet worden de functies die de bibliotheek maatschappelijk vervult bij wet bestendigd.”