Mira Feticu, werkzaam bij de Bibliotheek Den Haag, publiceerde onlangs haar eerste Nederlandse roman. In haar geboorteland Roemenië verschenen eerder een verhalenbundel en een roman van haar hand. Ook werden haar gedichten uitgegeven.
Zes jaar woont Mira Feticu (1973) nu in Nederland. Die eerste jaren waren niet gemakkelijk, zegt ze. Samen met haar Nederlandse man, die ze in de collegezalen van de universiteit van Boekarest had leren kennen, verliet ze het land dat haar voor altijd zal blijven herinneren aan de (voorbije) dictatuur van Ceausescu. ‘Het vertrek voelde als het begin van een nieuw leven.’
‘In Roemenië zijn boeken altijd mijn reddingsboei geweest,’ vertelt ze. ‘In boeken ontdekte ik een andere wereld dan de communistische waarin ik op dat moment leefde. En ik kon zo mezelf leren ontdekken.’
Om ook in Nederland weer ‘tussen de boeken te zijn’, schreef ze een open sollicitatie naar de Bibliotheek Den Haag. Tot haar verrassing werd ze meteen uitgenodigd voor een gesprek, liep vervolgens twee maanden stage en kreeg een baan als baliemedewerker aangeboden. ‘Het was mijn eerste grote kans in Nederland,’ zegt Feticu, die toen niet meer dan een paar honderd woorden Nederlands sprak.
De eerste tijd in de bibliotheek noemt ze een ontdekkingsreis. ‘Iedere dag leerde ik nieuwe woorden.’ Het was ook een thuiskomen in figuurlijke zin. ‘In Nederland heb ik alleen mijn dochter en mijn man, maar nu heb ik er een “familie” bij gekregen.’ Ze spreekt liefkozend over haar collega’s op wie ze in moeilijke tijden kon – en kan – rekenen. In haar geboorteland werkte Feticu als radiomaker, schrijver en publicist. ‘Dat werk heeft me enorm geholpen om dit alles te doen: ik durf veel.’ Op grond van haar ervaring en haar studie Letterkunde gaf de Bibliotheek haar nóg een kans: ze maakt nu het programma Literatuur Late Night, waarin de schrijvers Abdelkader Benali en Oscar Kocken samen met gasten nieuwe boeken bespreken.
Feticu wist dat ze de levenslessen van de afgelopen jaren ooit aan het papier zou toevertrouwen. Niet in het Roemeens maar in haar nieuwe taal, het Nederlands. In 2010 brak dat moment aan. ‘Dat voelde als een soort van zwangerschap.’
Onlangs is bij uitgeverij De Geus haar roman Lief kind van mij uitgekomen. Het boek gaat over een meisje dat opgroeit in een Roemeens dorp, naar een internaat wordt gestuurd en langzaam de weg naar volwassenheid bewandelt. Lief kind van mij bevat autobiografisch elementen, zegt Feticu, die in haar boek thema’s als immigratie, moederschap, seksualiteit, het huwelijk en het communisme aansnijdt.
Bij het schrijven van de roman realiseerde ze zich pas dat je je geschiedenis moet kennen om te weten wie je bent. ‘Ik besefte toen pas goed dat ik door mijn geschiedenis anders ben dan de meeste Nederlanders. Ik krijg nog steeds rillingen als ik boodschappen moet doen; we hadden bijna niets te eten in Roemenië. Nu kan ik in de supermarkt mijn mand vol laden. Nog steeds is dat voor mij een bijzondere ervaring. Het staat symbool voor de vrijheid.’ ‘Het voelt alsof de zeven vette jaren, zoals in de bijbel verwoord, nu zijn aangebroken. Niet iedereen krijgt, zoals ik, de kans om twee keer te debuteren: zowel in Roemenië als in Nederland.’
Deze bijdrage komt uit IP nr. 6 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen