E-books en bibliotheken: klem tussen gebruiker en uitgever

Door Alie Bijker en Louise Otting

Torenhoge kosten, beperkte toegang: de vraag naar e-books is flink gestegen, maar tegelijk stapelen de problemen voor bibliotheken zich op. In het Verenigd Koninkrijk loopt de #ebooksos-campagne, waarmee geageerd wordt tegen de ongunstige ontwikkelingen op de e-booksmarkt voor bibliotheken. Geïnspireerd hierop schreven Alie Bijker en Louise Otting dit artikel, waarin ze het e-bookslandschap schetsen, alternatieven inventariseren en aanbevelingen doen.

Sinds de Covid-19-lockdown is de noodzaak voor het aanschaffen van digitale content groter geworden. Tegelijk is het voor bibliotheken, door de ontwikkelingen binnen de uitgeversbranche, nog moeilijker geworden om aan de vraag naar deze digitale content te voldoen. Academische bibliotheken zitten klem tussen de noodzaak/vraag van hun gebruikers en de beperkingen vanuit de uitgevers. Hoewel e-books veel voordelen hebben en de vraag ernaar duidelijk toeneemt, is het beschikbaar stellen van e-books voor het onderwijs aan studenten problematisch. Kijk naar de ongunstige prijsontwikkeling, de vaak beperkende gebruiksvoorwaarden en de beschikbaarheid die veelal onvoldoende is. Slechts een klein deel van de voorgeschreven literatuur is als e-book voor de bibliotheek verkrijgbaar, en dit strookt niet met het streven van bibliotheken naar duurzame collectievorming.

E-textbooks (studieboeken/leerboeken) zijn de laatste jaren eveneens sterk in opkomst, wederom met name sinds de pandemie. Ook hier lopen de kosten op: bedragen boven de 1.000 euro per titel zijn geen uitzondering. De aanschaf van gedrukte verplichte literatuur was en is vaak voor rekening van de student, maar de vraag naar digitale boeken en e-textbooks komt bij de bibliotheek terecht en dat brengt extra hoge lasten voor de bibliotheekbudgetten met zich mee.

Open research, open access

Een academische bibliotheek streeft naar de beste prijs-kwaliteitverhouding en naar duurzame licentiemodellen met optimale gebruiksopties voor een zo groot mogelijke gebruikersgroep (bij voorkeur de hele campus), waarbij garanties voor doorlopende toegang zijn gewaarborgd. De collectie sluit waar mogelijk aan bij open research, open access en open leermaterialen om zo bij te dragen aan het verspreiden van kennis vanuit het universitair onderzoek en onderwijs. Helaas zijn veel e-books niet als open educational resource (OER) beschikbaar. Door deze ontwikkelingen dreigen e-books onbetaalbaar te worden, een ‘e-preferred’ aanschafbeleid wordt zo heel kostbaar en onwerkbaar.

In het Verenigd Koninkrijk loopt de #ebooksos-campagne, waarin uitgebreid geageerd wordt tegen de ongunstige ontwikkelingen op de e-booksmarkt. In Nederland spelen soortgelijke issues. Hieronder diepen we een aantal veelvoorkomende problemen verder uit.

Hoge (aanschaf)kosten

Er worden enorme meerkosten gerekend voor digitale boeken ten behoeve van academische bibliotheken. Vaak is een e-book drie tot vier keer zo duur als een papieren versie, en vaak zelfs meer dan tien keer zo duur in het geval van een e-textbook. Drie voorbeelden van recente aanschaffen laten de volgende prijsverschillen zien:

Research Methods for understanding professional learning, Bloomsbury, 2019
– een gedrukte versie: $ 34,95
– een e-book voor één gebruiker per keer: $ 570
– een e-book voor drie gelijktijdige gebruikers: $ 1000

Study skills handbook, Macmillan International, 2019
– een gedrukte versie: $ 22,95
– een e-book voor één gebruiker per keer: $ 632

ISE Finance: applications and theory, McGraw-Hill, 2022
– een gedrukte versie: $ 64
 een e-book voor één gebruiker per keer: $ 625
 een e-book voor drie gelijktijdige gebruikers: $ 937,50

Het is onduidelijk waarop deze prijsverschillen zijn gebaseerd.

Beperkingen beschikbaarheid

De beschikbaarheid van nieuwe titels in digitale vorm is problematisch. Titels zijn vaak in eerste instantie alleen in print beschikbaar en pas na enige tijd als e-book toegankelijk. Verder zijn veel titels niet als e-book verkrijgbaar. In het wetenschappelijk onderwijs is het van belang om snel te kunnen inspelen op en gebruik te kunnen maken van nieuwe literatuur over de onderzoeksgebieden. De vertragingen door de beperkingen in beschikbaarheid zijn moeilijk uit te leggen. Steeds vaker blijkt dat ook titels van e-textbooks niet (meer) los verkrijgbaar zijn, of slechts beschikbaar voor een periode van een semester of een jaar en/of voor een beperkte groep gebruikers.

Daarnaast komt het met enige regelmaat voor dat de uitgever een eerdere licentie op een e-book intrekt – met name bij de grote huurpakketten van Ebook Central en EBSCO is dit het geval. Deze uitgevers sturen bibliotheken wel geregeld lijsten van titels die uit de collectie verdwijnen.

Beperkingen in het gebruik 

Veel e-books hebben beperkingen op gelijktijdig gebruik. Dit betekent dat een e-book door één persoon per keer kan worden gebruikt, door drie personen tegelijkertijd, of door een onbeperkt aantal personen tegelijkertijd, wat de voorkeur heeft van de bibliotheek omdat een titel vaak wordt voorgeschreven voor een groep studenten. Deze beperkingen zijn bijvoorbeeld te vinden bij titels op digital rights management (DRM)-platformen.

De prijsverschillen tussen de verschillende aantallen gelijktijdige gebruikers zijn, zoals ook hierboven is geschetst, enorm. Zeker als je bedenkt dat een e-book voor één gebruiker per keer al vele malen duurder is dan de gedrukte versie. Hierbij komt het probleem dat een uitgever eenzijdig kan bepalen dat een licentie voor een titel die voor drie gelijktijdige gebruikers is aangeschaft, verandert in een licentie voor nog maar één gebruiker per keer.

De DRM-e-books hebben ook beperkingen op printen, downloaden en bewaren van de content, terwijl het meestal voor een student niet mogelijk is om in een zitting het hele boek uit te lezen of een belangrijk deel over te schrijven voor later gebruik. De gebruikservaring van deze e-books is hierdoor lastig en frustrerend. Een andere problematische beperking is dat er regelmatig geen campusbrede toegang mogelijk is voor verplichte literatuur, iets wat juist voor e-textbooks enorm belangrijk is. Daarbij komt dat het afschermen van e-books voor verschillende groepen van studenten en docenten zo goed als onmogelijk is binnen de bestaande bibliotheeksystemen, waardoor veel titels alsnog niet door de bibliotheek kunnen worden aangeschaft.

Complexe business- en licentiemodellen 

Bibliotheken schaffen het liefst losse digitale titels aan – net als van gedrukte boeken. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan uitgeversplatformen, want die hebben geen beperkingen op gelijktijdig gebruik en op het bewaren en printen van boeken, en ook de voorwaarden voor perpetual access en interbibliothecair leenverkeer (IBL) zijn gegarandeerd. Veelal staan de titels echter op DRM-platformen en hebben ze in het algemeen dus meer restricties. Soms is een minimum aantal titels of een minimumbedrag vereist bij de aanschaf van e-books. Mogelijke business- en licentiemodellen zijn:

  • Aankoop of huur van pakketten: uitgevers bieden pakketten aan die op basis van onderwerp en jaar van uitgave kunnen worden aangeschaft. Deze pakketten staan meestal op een uitgeversplatform en hebben dan geen gebruiksbeperkingen.
  • Patron driven acquisition (PDA): veel bibliotheken werken met PDA-modellen, ook bekend als evidence-based acquisition (EBA) of demand driven acquisition (DDA). De uitgever zet tijdelijk grote aantallen e-books open, en voor een bepaald bedrag wordt een selectie van de meest gebruikte of gewenste boeken gedurende of aan het eind van de looptijd eigendom van de bibliotheek en dus blijvend toegankelijk (zie bijlage 2 in het UKB-document).
  • Leasemodellen: hierbij hebben beperkte groepen studenten gedurende een beperkte periode toegang tot (een aantal) titels. Dit kan bijvoorbeeld gaan om voorgeschreven literatuur voor een bepaalde tentamenperiode. Qua personele inzet vragen leasemodellen, net als de afzonderlijke beperkte en tijdelijk beschikbare textbooks, extra tijd en technische ondersteuning van de bibliotheek, waardoor de verwerving nog duurder en lastiger wordt. 

Verschillende soorten platformen

De duurzaamste toegang tot e-books bieden zoals gezegd de uitgeversplatformen. Boeken die daarop worden aangeboden, kennen nauwelijks of geen beperkingen. De e-books zijn wel vaak duur vergeleken met de versie in print en met titels op DRM-platformen. Veel uitgevers maken hun titels echter (ook) digitaal beschikbaar op DRM- of aggregator platforms. Deze hebben beperkingen op downloaden, printen en het aantal gelijktijdige gebruikers. IBL is hierbij niet toegestaan.

Een aparte vorm is het zogenaamde credit point model: een e-book wordt aangeschaft met een aantal jaarlijkse individuele toegangsopties ofwel credits, vaak tussen de 200 en 400 stuks per persoon (een credit staat voor 24 uur toegang). Voordeel is dat hierbij gelijktijdig gebruik mogelijk is, denk aan verplichte collegeliteratuur, maar ook voor dit model gelden weer de DRM-beperkingen op downloaden en printen.

Uitgevers hebben steeds vaker naast een ‘gewoon’ e-booksplatform ook een apart textbooksplatform ontwikkeld, vaak met extra digitale leercontent. Deze modellen hebben ook aparte (prijs)voorwaarden. Titels zijn veelal niet los te koop, maar zitten verpakt in een onderwerpgericht pakket – toegang wordt geregeld via het eigen uitgeversplatform op basis van een jaarlijks te verlengen licentie.

Uitgeversonafhankelijke textbooksplatformen zijn online leerplatformen waar toegang wordt gegeven tot digitale studieboeken, vaak met mogelijkheden tot gebruik van extra tools, bijvoorbeeld voor het maken van annotaties. De toegang is veelal gebaseerd op een individuele access code per student. Gebruiksbeperkingen zijn afhankelijk van de uitgever (zie bijlage 1 in het UKB-document).

Voor de bibliotheken is het lastig dat e-books en e-textbooks niet meer los te koop zijn via de uitgever. Onderhandelen gaat per titel, en het betreffende boek is vaak tijdelijk en voor slechts een beperkte groep beschikbaar, wat het regelen van toegang erg duur en arbeidsintensief maakt.

Gebruikers bewustmaken

Zoals uit het bovenstaande blijkt zijn bibliotheken wat het aanbod van e-books en e-textbooks betreft meer en meer overgeleverd aan het monopolie en de grillen van de uitgevers. Het is belangrijk om gebruikers van e-books bewust te maken van de geschetste problematiek en uit te leggen wat er mogelijk is en wat niet. We adviseren docenten die een e-book willen voorschrijven al in een vroeg stadium contact op te nemen met de bibliotheek om de beste versie of een alternatief te vinden. Ze weten bijvoorbeeld vaak niet dat er verschil is tussen een e-book voor de e-reader en e-books die de bibliotheek kan aanbieden.

Om wel te kunnen beantwoorden aan de vraag naar e-books binnen het onderwijs en om de kosten beheersbaar te houden, is het bundelen van expertise en het ontwikkelen van onderhandelingsvaardigheden een must. Maar vooral ook: een sterke focus op het (zelf) ontwikkelen van digitale open leermaterialen (zie het Rapport Digitale leermaterialen in het hoger onderwijs).

Alternatieven zoeken

Collectie- en informatiespecialisten kunnen ondersteuning bieden bij het vinden van goed bruikbare alternatieven voor e-books die in de eigen collectie of open access beschikbaar zijn. Hierbij kan worden gebruikgemaakt van een handige tool, ontwikkeld door California State University, waarmee op basis van een ISBN-nummer vrij beschikbaar digitaal lesmateriaal kan worden gevonden dat qua onderwerp gerelateerd is aan een bepaald e-textbook.

Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in de digitale leeromgeving is bij elke bibliotheek informatie te vinden over regels, mogelijke kosten en de Easy Access-regeling van Stichting UvO.

Open leermaterialen

Het stimuleren en ondersteunen van het gebruik van open leermaterialen in het onderwijs is een weg om het gebruik van commerciële content in te perken. Dit is in lijn met de onlangs verschenen Verklaring en rapport Nationale Aanpak Digitale en Open Leermaterialen binnen het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT, waarin de ambitie wordt uitgesproken om meer de regie te voeren op de gebruikte digitale leermiddelen in het onderwijs.

Er is al veel open materiaal beschikbaar dat kan worden gebruikt ter vervanging van commercieel onderwijsmateriaal. Kijk hiervoor op de lokale websites van de universiteiten. Ook het stimuleren en ondersteunen van het zelf maken en delen van open leermateriaal wordt aanbevolen. Voor docenten is nuttige informatie te vinden bij:

Gericht zoeken naar leermaterialen kan via Wikiwijs, een nationaal platform waar docenten lesmateriaal kunnen maken, vinden, bekijken en downloaden.

Open access publiceren

Een belangrijk alternatief is het publiceren van boeken onder een open access-model, zodat iedereen er vrij toegang toe heeft. De OA Books Toolkit is een geweldige hulpbron hierbij, en elke universiteitsbibliotheek heeft een open access/OER-team dat kan helpen. De bibliotheken ondersteunen open access e-booksinitiatieven zoals:

Sommige bibliotheken hebben een open access-fonds voor het publiceren van boeken.

Diverse universiteiten hebben een eigen uitgeverij die redacties en auteurs ondersteunt bij het oprichten en publiceren van diamond open digitale wetenschappelijke tijdschriften en boeken. Voorbeelden zijn:

Eigen uitgeverij

De uitgeverij kan auteurs ook adviseren bij de contractonderhandelingen met andere uitgevers.

Adviseren auteurs

Veel studiemateriaal wordt geschreven door de eigen docenten van een onderwijsinstelling. Academici kunnen worden begeleid bij de onderhandeling over contracten met uitgevers. Bij het onderhandelen kan aan de hand van specifieke vragen worden geïnformeerd naar het e-booksbeleid van de uitgever, en als deze uitgever geen bevredigend antwoord geeft, kunnen specifieke contractclausules een oplossing zijn (zie hiervoor het UKB-document).

Uiteindelijk zijn het de uitgevers die de bovengenoemde problemen met e-books en e-textbooks kunnen aanpakken. Samen met de bibliotheken kunnen ze duurzame modellen ontwikkelen en de voordelen van e-books en e-textbooks inzetten om universiteiten te ondersteunen. Wij denken graag mee en staan open voor verdere gesprekken.

Aanvullende informatie:


Alie Bijker is teamleider Licentiemanagement en beleidsmedewerker Collecties bij de Universiteitsbibliotheek Groningenen, Louise Otting is collection manager bij de TU Delft Library; beiden zijn lid van de UKB-werkgroep Collectiemanagement.

Deze bijdrage komt uit de papieren IP #6-2022. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.