Robert Darnton, cultuurhistoricus en directeur van de Harvard Library, was in Nederland. In de Singelkerk in Amsterdam hield hij op 26 september jl. een lezing over de toekomst van het boek in het kader van de viering van het 5-jarig bestaan van cultureel centrum Spui25.
Bibliotheken hebben niet altijd uitgeblonken in toegankelijkheid, zo begon hij zijn betoog. En hij illustreerde dit met een hele reeks foto’s van gebouwen beveiligd door hoge muren met ijzeren pinnen. Op de eerste foto zien we de jonge student Darnton in Oxford een poging doen over de muur te klimmen van de in zijn ogen veel te vroeg gesloten bibliotheek. Darnton haalde verder voorbeelden aan van bibliotheken die de functie hadden de kennis die er in opgesloten lag bij voorkeur juist verborgen te houden voor het grote publiek.
Door: Jos van Dijk
Maar dat alles kunnen we nu achter ons laten. De digitalisering maakt het in principe mogelijk dat iedereen alles overal en altijd kan lezen. Een lang gekoesterd verlichtingsideaal wordt werkelijkheid. In principe. Want er zijn nieuwe bewakers aan het werk die de spreiding van kennis ernstig belemmeren. Aan de schaduwkant van het succes van internet zien we uitgevers alles doen om het tij te keren. De gigantische bedragen die wetenschappelijke uitgevers als Elsevier vragen voor toegang tot digitale publicaties breken bibliotheken af ten gunste van de aandeelhouders.
En dan Google. Google books wil in zijn eentje alles toegankelijk maken in een wereldomspannende bibliotheek. Darnton acht een dergelijk monopolie “een gevaar voor de volksgezondheid.” Daarom werkt hij nu samen met een groot aantal andere informatieprofessionals aan een alternatief: de Digital Public Library of America. Zoiets als Europeana. Darnton’s DPLA gaat volgend voorjaar officieel open, zo kondigde hij aan. In de tussentijd moeten er nog veel problemen opgelost worden. Technisch en financieel gaat het allemaal wel lukken. Het grootste probleem betreft het copyright. Darnton hoopt dat de DPLA als niet-commercieel project een beroep mag doen op het principe van fair use. En op een soepele regeling voor het opnemen van verweesde werken. Met de huidige wetgeving kunnen alleen boeken van voor 1873 zonder risico worden opgenomen. In de strijd om het copyright is volgens Darnton onlangs een belangrijke slag gewonnen. Door de uitspraak van rechter Denny Chin kunnen auteurs nu gezamenlijk optrekken tegen de monopolist Google die het liefst iedereen individueel had willen uitkopen.
De DPLA moet een serieuze concurrent voor Google worden. Daarvoor wordt een beroep gedaan op professionals en het publiek om mee te werken. Het is de bedoeling alle al bestaande digitale bibliotheken in één netwerk bijeen te brengen. De initiatiefnemers hebben daarvoor een wiki geopend waar in groepen gewerkt kan worden aan juridische, technische en financiële aspecten van het project. Darnton verwacht dat de kwaliteit van de DPLA daardoor die van Google books verre zal overtreffen. De kwaliteit van de scans bijvoorbeeld, waar Google nogal slecht op scoort.
Op 18 april 2013 is de opening gepland van de DPLA. Een van de trekkers van deze nieuwe bibliotheek moet het complete gedigitaliseerde archief van handschriften van Emily Dickinson worden. Met de DPLA, zo haast Darnton te verzekeren, is de toekomst van het fysieke boek niet eindig geworden. Het boek zal altijd blijven bestaan, schreef hij onlangs in de New York Review of Books (een vertaling is hier te vinden). De digitalisering van boeken houdt wel de belofte in dat we nu alle kennis definitief openbaar toegankelijk kunnen maken.