Column: Op Facebooks divan

Door: Eric Sieverts

Stephen Wolfram, de man achter de Wolfram|Alpha-feitenzoekmachine, blogde begin maart dat hij zijn leven had laten analyseren. Niet op de divan bij zijn psychiater, maar door een zelfgeschreven computerprogramma. Dat was een combinatie van de door hem ontwikkelde ‘Mathematica’-software en de analysemogelijkheden van de betaalde versie van Wolfram|Alpha. Dat destilleerde ‘zijn leven’ uit de ruim 300.000 mailtjes die hij sinds 1989 had verstuurd. Een flink deel daarvan aan zichzelf – soms automatisch gegenereerd – over wat hij dagelijks deed. En ook uit de ruim 1,5 miljoen mailtjes die hij in die tijd van anderen had ontvangen en uit de meer dan 100 miljoen toetsaanslagen die hij had gedaan (en geregistreerd – je bent een datajunk of niet). En ook was statistiek losgelaten op vergaderingen en telefoontjes. En zelfs op het aantal stappen dat hij had gemaakt op een tredmolen die hij gebruikte om tijdens zijn werk nog wat lichaamsbeweging te krijgen. Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.

Maar deze eigen analyse van een persoonlijk leven wil ik eigenlijk afzetten tegen de bezorgdheid over onze privacy bij webdiensten, waar je helemaal niet zelf in de hand hebt wat er allemaal geregistreerd en geanalyseerd wordt. Denk bijvoorbeeld aan de analyses die Facebook kan maken op basis van de gegevens die het over gebruikers verzamelt. Dat dat meer is dan je denkt, bleek uit enkele anekdotes in een lezing van Anne Helmond op het Bobcatsss-congres eerder dit jaar (www.annehelmond.nl). Een Oostenrijkse student die wilde weten wat Facebook over hem wist, ontving na veel getouwtrek uiteindelijk een document van meer dan 1200 bladzijden, uitgeprint een bijna 20 cm dikke stapel A4tjes, het resultaat van drie jaar Facebook-gebruik. En dat scheen nog lang geen compleet overzicht te zijn.

Dat er zo veel is, komt voor een deel doordat Facebooks ‘like’- button, op welke webpagina die ook staat, automatisch gegevens over het browsegedrag van gebruikers terugmeldt, oorspronkelijk zelfs zonder dat die knop beroerd werd. Hoewel dat intussen verboden is, blijven er nog altijd onvoorstelbare hoeveelheden data binnenkomen. En niet alleen bij Facebook, maar minstens zoveel bij Google en Twitter. Zie maar in Helmonds bijdrage aan het recente Unlike Us-congres.

Misschien moeten we dus toch maar onze toevlucht nemen tot de Web 2.0 suicide machine (suicidemachine.org), waarmee je digitale zelfmoord kunt plegen, naar keuze op Facebook, Myspace, Twitter of LinkedIn. Gegarandeerd ‘no resurrection possible’. Hoewel een digitaal kunstproject, kwam het zo serieus over, dat de bedenkers aanvragen van uitvaartondernemingen ontvingen, die deze optie in hun dienstenpakket wilden opnemen. Blijft de vraag of we de analyse van ons leven aan de Facebooks van de digitale wereld willen overlaten of het liever zelf in de hand willen houden, via tools als Wolfram|Alpha of heel radicaal door digitaal suïcide te plegen.

Eric Sieverts is redacteur van InformatieProfessional en freelance docent en adviseur.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen