Door: Eric Sieverts
In 1995 noemden we het nog een ‘Elektronische Bibliotheek’. Althans in Utrecht, waar de UB toen een project onder die naam afsloot. Dat moest de opstap worden tot wat nu een digitale bibliotheek heet. En is die er ook gekomen? Ja natuurlijk, die is er al lang. En niet alleen in Utrecht. Daarom was ik nogal verrast hoeveel commotie ontstond over het plan van Hogeschool Inholland om op een digitale bibliotheek over te gaan. Wat me daarbij vooral verbaast is de richtingenstrijd die dat anno 2013 – 18 jaar na die Utrechtse Elektronische Bibliotheek – nog blijkt op te leveren.
Aan de ene kant degenen die de aankondiging van Doekle Terpstra met de grootste afkeuring ontvingen. Aangevoerd nog wel door de NRC, die zonder wetenschappelijke onderbouwing beweerde dat wie van een beeldscherm moet lezen, onvermijdelijk studieachterstand oploopt. Aan de andere kant de ‘believers’ die zonder meer beweren dat alles wat je nodig hebt over twee jaar digitaal kan zijn, ongeacht de aard van het materiaal.
Sommigen lijken zelfs te denken dat alles al digitaal is, als het maar in een digitale catalogus zit. Over die catalogus herhaal ik nog maar eens wat ik al tien jaar verkondig, dat je daar in huidige vorm helemaal niets aan hebt. Althans als je hem voor onderwerpsvragen wilt gebruiken. Een opvatting die pas nu gemeengoed lijkt te worden. Voor dat onderwerpszoeken zijn de huidige Discovery-systemen een veel beter hulpmiddel. Het woord ‘discovery’ zit daar niet voor niets in. Wel inconsequent om daar dan ook je oude catalogus in te willen stoppen, want die was nu juist ongeschikt voor discovery.
Zo’n Discovery-systeem is natuurlijk een mooie opstap naar een digitale bibliotheek, zoals Inholland wil. Maar je moet dan wel genoeg digitale abonnementen hebben, die de Discovery-leverancier ook nog in zijn systeem moet kunnen opnemen. Dat kan voor een hogeschool – meer dan voor een universiteit – nog wel een knelpunt vormen. Voor mijn eigen lessen bij de HvA – ook een hogeschool – placht ik mijn studenten vrijwel altijd digitale literatuur aan te bieden. Gewoon blogposts, websites en pdf’s. Daartoe werd ik niet gedwongen door een college van bestuur of door een bibliotheek (die in mijn gebouw trouwens niet fysiek aanwezig was). Dat besloot ik gewoon zelf, als eenvoudig docent, bottom-up.
Waarom? Omdat het zoveel makkelijker was. Omdat ik makkelijker nieuwe dingen kon opgeven. Omdat ik veel fijnmaziger kon bepalen wat mijn studenten moesten lezen. En als er eens een echt boek nodig was, moesten ze dat gewoon kopen. Wat ik niet weet – en achteraf misschien te weinig heb onderzocht – is hoeveel mijn studenten daarvan ook echt gelezen hebben. En ik heb al helemaal geen dubbelblind onderzoek gedaan of mijn digitale leesvoer studievertraging heeft opgeleverd.
PS: De waarschuwing op de UvA-site ‘Digitale Bibliotheek verdwijnt per 1 maart 2013’ klinkt in dit kader wel wat verrassend.
Eric Sieverts is redacteur van InformatieProfessional en freelance docent en adviseur.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 3 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen