Overheid en providers mogen internetgebruikers bespioneren en verbinding blokkeren.
Enige tijd geleden maakten liefhebbers van het vrije internet zich grote zorgen om SOPA en PIPA, twee Amerikaanse wetsvoorstellen die de digitale vrijheid aan banden wilden leggen. Felle acties van onder meer burgerrechtenorganisaties, grote sites als Wikipedia en Google en informatieprofessionals hebben ervoor gezorgd dat de voorstellen op de lange baan werden geschoven.
Maar het vrije internet is niet gered want nu is er CISPA. CISPA, de afkorting staat voor Cyber Intelligence Sharing and Protection Act, is een nieuwe Amerikaanse afluisterwet die de Amerikaanse overheid en internetaanbieders vrijwel onbeperkte bevoegdheden geeft om internetgebruikers te bespioneren en verbindingen af te sluiten als er sprake is van een ‘bedreiging’.
Een bedreiging kan een poging tot hacken of het downloaden van een liedje zijn. Bij de verdenking dat een gebruiker iets illegaals doet, kunnen overheidsdiensten en netwerkbedrijven meteen in actie komen. Tegenstanders van de wet zijn woedend omdat illegaal downloaden een van de gronden is om gebruikers te bespioneren en af te sluiten van internet. De Electronic Frontier Foundation (EFF) vreest dat CISPA zal leiden tot censuur, privacyschendingen en minder vrijheid op internet.
Het wetsvoorstel voor CISPA is ingediend door een Democratisch en een Republikeins lid van het Huis van Afgevaardigden. Momenteel zijn 100 leden van het Congres voor CISPA.
In InformatieProfessional nr. 3 /2012 staat een achtergrondartikel van Jeroen de Boer over SOPA en PIPA.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 5 / 2012. Het gehele nummer kun je hier lezen