Christiaan Triebert (Bellingcat): ‘Je kunt al ontzettend veel uitvogelen door open bronnen te gebruiken’

Het Bellingcat-collectief dat zich bezighoudt met burger-onderzoeksjournalistiek, is in Nederland vooral bekend geworden door hun onderzoek naar de MH17-ramp. Een Nederlandse deelnemer, Christiaan Triebert, is spreker op de komende VOGIN-IP-lezing. Voor IP een goede aanleiding om hem te vragen over hoe het er bij Bellingcat aan toegaat.

Productie: Eric Sieverts

Hoe ben jij bij dat Bellingcat-collectief terechtgekomen?

‘Najaar 2015 analyseerde ik – aanvankelijk uit interesse, maar vervolgens ook voor mijn studie – openbare informatie die beschikbaar was over internationale luchtaanvallen in landen als Jemen, Syrië en Irak. Zo raakte ik betrokken bij een project van Bellingcat dat officiële video’s van deze luchtaanvallen factcheckt, en publiceerde ik ook een artikel op de Bellingcat-website. Nog een tijdje later maakte ik toen zelf ook deel uit van het collectief.’

Wordt iedereen die zich aanmeldt ook automatisch als lid geaccepteerd?

‘We staan altijd open voor pitches wat betreft sterke analyses, interessante artikelen en gedetailleerde onderzoeken op de website, maar een Bellingcat-publicatie maakt je nog geen lid van Bellingcat. We accepteren niet automatisch elke aanmelding, zeker gezien de gevoeligheid van de onderwerpen waarover we publiceren. Maar we krijgen eigenlijk nooit spontane aanmeldingen om “lid” te worden; het zal eerder een uitnodiging van onze kant zijn.’

Aan welke onderzoeken heb jij intussen deelgenomen of werk je nu nog aan?

‘Er lopen aardig wat projecten binnen Bellingcat, zoals factchecking en monitoringprojecten met betrekking tot luchtaanvallen in het Midden-Oosten, het gebruik van zelfmoordauto’s door Islamitische Staat en de oorlog in Oost-Oekraïne. Ondanks dat we een kleine groep zijn, vind ik het belangrijk dat we ook minder belichte conflicten onder de loep nemen. Er zijn dan ook projecten gestart voor andere regio’s, zoals Latijns-Amerika, Afrika en Azië. Soms is dit simpelweg monitoren en niet per se al een specifiek onderzoek. Soms loopt een onderzoek ook op niets uit.’

Zelf bezoek je ook wel gebieden waar je onderzoek naar doet. Is dat belangrijk om de te verwerken informatie beter te kunnen duiden?

‘Je kunt al ontzettend veel uitvogelen door open bronnen te gebruiken. Dat heeft het onderzoek naar het neerhalen van MH17 wel aangetoond. Maar soms zijn er open einden aan een onderzoek, en kom je alleen verder met bijvoorbeeld traditionele journalistiek of een veldonderzoek.’

‘Een voorbeeld: afgelopen jaar ontplofte een autobom in Bagdad, waarbij volgens verschillende nieuwsberichten meerdere doden vielen. Een paar dagen later verscheen op internet een filmpje dat de indruk wekte dat het vooropgezet was, inclusief een toneelspel met doden. Reden voor ons om dit incident eens nader te onderzoeken (zie: tinyurl.com/j9t6d4b). We konden vaststellen waar de auto ontploft was en we vonden nog meer materiaal. Toch bleven er nog vragen. Een contact van ons in Irak heeft toen de locatie bezocht om meer uit te zoeken. Maar nog steeds zaten we met vragen: wie waren de bronnen bij de politie en het ziekenhuis die beweerden dat een x-aantal doden was gevallen? Waar baseerden zij dat op? Wie heeft de autobom geplaatst? Van wie is de beveiligingscamera? Zulke vragen zijn alleen te beantwoorden door een traditionele vorm van journalistiek.’

‘Ik denk dat de combinatie van open bronnen en veldonderzoek ontzettend sterk kan zijn, en soms werken we als Bellingcat al samen met de schrijvende pers of televisieomroepen. Ik hoop zelf ook meer veldonderzoek te gaan doen.’

Van wat voor soort bronnen wordt bij Bellingcat vooral gebruik gemaakt?

‘Alle bronnen die we bij Bellingcat gebruiken zijn openbare, digitale bronnen. Dat kan dus van alles zijn: online archieven van een krant of een gemeente, satellietbeelden op Google Earth, foto’s op sociale media – noem maar op. Zodoende kan eenieder met een internetverbinding dezelfde stappen nemen om tot eenzelfde conclusie te komen. Dat is de kracht van onderzoek gebaseerd op openbare bronnen.’

Wat zouden informatiespecialisten die deskresearch doen van jullie aanpak kunnen leren?

‘Dat hangt echt af van het type onderzoek dat je voor je organisatie doet. We hebben een samenwerkingsverband met verschillende universiteiten, zoals UC Berkeley’s mensenrechtencentrum. Ook geven we trainingen aan bijvoorbeeld journalisten over de hele wereld hoe ze beter online onderzoek kunnen doen en berichten kunnen verifiëren. We passen elke training aan op de vraag: soms wil een medium alleen focussen op het verifiëren van foto’s en video’s zodat ze geen niet-gerelateerde beelden de lucht in sturen ten tijde van breaking news. Andere news desks zijn veel meer geïnteresseerd in diepgravend onderzoek, bijvoorbeeld corruptie in Oekraïne en gewapend conflict in Irak.’

Hoe wordt de betrouwbaarheid van het opgespoorde materiaal beoordeeld? Zijn daar vaste protocollen voor?

‘Zo goed als alles draait om de verificatie van de bronnen. Per openbare digitale bron gaan we automatisch een lijstje af. Stel: je hebt een foto waarvan geclaimd wordt dat deze op 24 januari 2017 is gemaakt in Parijs. Vragen die dan gesteld kunnen worden zijn: Kunnen we vaststellen dat de foto op die datum is gemaakt, en hoe dan? Waar in Parijs is deze foto gemaakt? Kunnen we vaststellen of er digitaal is gerommeld met de foto? Is de foto eerder op internet geplaatst? Wie is de originele uploader van de foto? Wie maakte de foto? Zijn er misschien andere openbare bronnen van die plek op hetzelfde moment? Et cetera.’

Hoe wordt ervoor gezorgd dat voor de betrouwbaarheid van de eigen rapportages en conclusies kan worden ingestaan?

‘Check, check, double check. Vooral bij elkaar. Mocht er wat doorheen glippen, of mochten we wat missen, dan staan we altijd open voor suggesties: dat is de kracht van de crowd. We proberen nu af en toe een artikel te publiceren met open einden, waarbij de lezers en de community rondom Bellingcat kunnen gaan helpen met het onderzoek. Vele handen maken licht(er) werk, zeker als er zo ontzettend veel informatie beschikbaar is. Op die manier zijn we meer dan eens gewezen op een nieuwe openbare bron. We hopen in de toekomst ook een senior editor aan te kunnen nemen die onze stukken ook vóór publicatie checkt, vooral wat betreft grammatica en stijl.’


Christiaan Triebert horen spreken?

Op de VOGIN-IP-lezing op 9 maart a.s. in Amsterdam geeft Christiaan Triebert een kijkje in de keuken van het Bellingcat-collectief en laat zien welke methoden en gratis tools hij en zijn collega’s gebruiken. Alvast een tipje van de sluier: heel veel draait om geolocation. Meer informatie op vogin-ip-lezing.net.


Christiaan Triebert (1991) deed een Bachelor ‘Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie’, alsook een Bachelor ‘Filosofie van een specifiek wetenschapsgebied’ bij de Universiteit in Groningen. Begin dit jaar rondde hij zijn Master-opleiding ‘Conflict, Security and Development’ af, bij het War Studies Department aan King’s College in Londen. Hij heeft veldwerk gedaan in allerlei landen, waaronder Syrië, Irak en Oekraïne. Hij is lid van het Bellingcat-collectief voor burger-onderzoeksjournalistiek (www.bellingcat.com). Daarnaast doet hij onderzoek naar burgerslachtoffers voor Airwars (airwars.org).


Deze bijdrage komt uit IP nr. 1 / 2017. Het gehele nummer kun je hier lezen