Groot-Brittannië had enige tijd een zeer goede reputatie op open access-gebied. De Britse overheid had Jimmy Wales, de oprichter van Wikipedia, ingehuurd om een plan te maken voor het vrijgeven van al het wetenschappelijk onderzoek dat door belastinggeld is gefinancierd. En de Research Councils UK (RCUK), de NWO van Groot-Brittannië, eiste van onderzoekers die een subsidie kregen dat ze hun werk op een open access-manier publiceerden. Het open access-beleid van de RCUK gold als het meest vooruitstrevende ter wereld.
Maar al na korte tijd zijn al die plannen verwaterd. Dat schrijft Mike Taylor, palaeontoloog aan de University of Bristol en voorstander van open access, op zijn weblog. Taylor wijt de erosie van het Britse open access-beleid aan de invloed van wetenschappelijke uitgevers.
Uitgevers hebben volgens Taylor onder meer afgedwongen dat artikelen die ook in commerciële tijdschriften worden gepubliceerd, niet voor commerciële doeleinden mogen worden hergebruikt. Taylor stelt de vraag waarom de overheid wetenschappelijke uitgevers zoveel invloed laat hebben op het open access-beleid. Tenslotte zijn het de belastingbetalers die het onderzoek financieren en niet de uitgevers. Ook in de Verenigde Staten bestonden vooruitstrevende plannen binnen de door de overheid gefinancierde gezondheidszorg en het bijbehorende wetenschappelijk onderzoek.
Het Amerikaanse technologietijdschrift TechDirt merkt op dat de voornemens van president Obama om artsen en onderzoekers die binnen de National Institutes of Health (NIH) werken te verplichten om open access te publiceren, ook verwaterd zijn. Onder invloed van de uitgeeflobby geldt nu een wachtperiode van twaalf maanden voor wetenschappelijke artikelen. Pas na die periode worden ze als open access gepubliceerd. Het hergebruik van artikelen, op commerciële of niet-commerciële basis, is helemaal niet geregeld binnen het NIH-beleid.
Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2013. Het gehele nummer kun je hier lezen