AI-lessen in Rotterdam: ‘Prompt engineer & librarian gezocht’

Door Cindy Lammers

Het World Library and Information Congress (WLIC) vindt elk jaar plaats in een ander land. Voor de 88ste editie (21-25 augustus) streek het na lange tijd weer neer in Nederland, met het Rotterdam Ahoy Convention Centre als basis. Er was een programma bomvol sessies en activiteiten, commotie over de keuze voor Dubai in 2024 (zie ook pagina 3 en 8) en veel aandacht voor de impact van AI op het vak. Verslag van een vroegeochtendsessie.

Een Nederlandse vakgenoot-vrijwilliger staat bij de toegangsdeur te turven met haar tellertje: ‘Session about AI, over kunstmatige intelligentie? This way.’ Als ik in haar moerstaal reageer met ‘present, dankjewel’, zegt ze lachend: ‘Veel succes! Ik moet er niks van hebben, van die AAIE.’ Intussen klikt ze vrolijk verder – en weer iemand naar binnen. De eerste sessie op de tweede dag van het WLIC begint al vroeg, om half 9, maar de zaal is een kwartier voor aanvang al behoorlijk volgelopen. Een aanzienlijke ruimte, die later op die dag, bij de volgende sessies over opkomende technologieën en de impact daarvan op bibliotheek- en informatieprofessionals, tot de nok toe gevuld zal zijn. Stoelen tekort zelfs. ‘Het is een hot topic’, constateert ook moderator Xuemao Wang (Charles Deering McCormick university librarian en dean of libraries bij Northwestern University). 

Vriend of vijand 

De openingssessie, georganiseerd door de specialinterestgroepen Digital Humanities/Digital Scholarship en Artificial Intelligence van de International Federation of Library Associations and Institutions (IFLA), organisator van het WLIC, haakt in op generatieve AI, een vorm van AI die iets kan genereren (denk aan tekst en beeld). Een technologie met het potentieel om de toekomst van bibliotheken en documentatiecentra radicaal te veranderen, zo schrijft het programmaboekje. ‘Zoals bij de meeste nieuwe en groeiende (AI-)technologieën worden de implicaties ervan, zowel positief als negatief, iedere dag duidelijker. Ze leiden tot hoop én zorgen van veel industrieën, en tot veel discussie. De release van ChatGPT in november vorig jaar heeft deze gesprekken versneld, ook in de bibliotheek- en academische wereld. Hoewel AI enorme kansen voor innovatie biedt en de volgende revolutionaire ontwrichting kan zijn, moeten er ook problemen worden aangepakt – die van nu, maar ook problemen die nog moeten worden ontdekt.’

Aan zes sprekers uit vijf continenten de schone taak om ieder in zes minuten, met de hulp van maximaal drie sheets, hun punt te maken in reactie op de stelling van de sessie: is (generatieve) AI een vriend of een vijand van de bibliotheek- en informatieprofessional? Daarna mag de zaal reageren. Dat laatste komt goed, de lezingen echter zijn soms een flinke kluif want dat de voertaal Engels is wil niet zeggen dat iedereen dit accentloos en daarmee verstaanbaar kan spreken. Een puntje voor de organisatie van de volgende editie.


‘De nieuwe era vraagt om een nieuwe skillset: prompt engineering’

De aftrap is voor decaan en professor Leo Lo (College of University Libraries and Learning Sciences (CULLS), University of New Mexico). Lo ‘husselt’ digitaal wat met zijn sheets: ‘Ik moest er helaas vier gebruiken’, verontschuldigt hij zich lachend. Niet nodig, zo blijkt; zijn verhaal is helder: ‘Ik weet niet hoe het met jullie is, maar voor mij is de wereld veranderd sinds ChatGPT afgelopen november beschikbaar werd voor het grote publiek. Daarmee is zoiets als code niet langer alleen iets voor de tech-elite, maar voor iedereen. Modellen als ChatGPT zorgen voor democratisering. Het potentieel is enorm, we worden alleen begrensd door onze eigen fantasie en onze mate van begrip van technologie.’

Generatieve AI zal het information discovery landscape blijven veranderen, stelt hij. ‘Met Microsofts Bing en Googles Bard erbij heeft dit gevolgen voor de essentie van zoeken; we gaan naar meer intuïtieve en gepersonaliseerde zoekervaringen. De technologie is nog niet perfect, maar ontwikkelt zich razendsnel en we zullen ons daaraan moeten aanpassen.’ De nieuwe era vraagt om een nieuwe skillset: prompt engineering. Relevant voor bibliotheek- en informatieprofessionals, zegt hij, want dit gaat om het stellen van de juiste vraag en het geven van een precieze instructie om de meest bruikbare informatie te genereren – ‘and information is our business.’

Proactieve informatiestrategie

Kijk naar deze job ad, vervolgt Lo: ‘Van Anthropic, een Amerikaanse AI safety and research company (opgezet door ex-OpenAI’ers, red.) dat een eigen large language model (LLM) heeft: Claude 2. Zij zochten recentelijk een prompt engineer & librarian, een jobcategorie die tot voor kort niet bestond. Onze skills in organiseren en information retrieval worden niet alleen herkend, maar ook als noodzakelijk en nuttig gezien.’ Hij stipt nog even de salarisrange aan: tussen de 250.000 en 375.000 dollar per jaar. ‘Onze mogelijkheden zijn niet alleen financieel waardevol,’ vindt Lo, ‘maar we hebben ook de potentie om bij te dragen aan de verandering van het informatielandschap. Zie het als evolueren van beheer van statische databases naar dynamische interactie met AI-generatorinformatie die aansluit bij de individuele behoeften van gebruikers. Onze rol verschuift van informatiecuratie, waarbij we bestaande kennis managen, naar een proactieve informatiestrategie, waarbij we het genereren en leveren van informatie vormgeven en begeleiden.’

Drie vitale vragen

Lo ziet prompt engineering als een skillset, ‘en niet als een nieuwe tool in je toolbox’. We moeten vooruit, zegt hij, en er zijn drie vitale vragen waar we over moeten nadenken. ‘De eerste betreft AI literacy, en die gaat over groei, aanpassingsvermogen en moed: zijn we er klaar voor om op ontdekkingsreis te gaan en vaardigheden te leren die nodig zijn om uit te blinken in prompt engineering? Kunnen we vanuit ons beroep bijdragen aan een cultuur van inspiratie en innovatie om gelijke tred te houden met de technologische vooruitgang?’

‘De tweede vraagt gaat over collaboration or competition: kunnen we AI zien als partner om onze mogelijkheden uit te breiden of zien we haar als rivaal die onze human touch bedreigt? Hoe maken we gebruik van the best of both worlds? De derde vraag betreft de toegang tot AI: hoe kunnen we ervoor zorgen dat bibliotheken en andere organisaties toegang hebben tot de technologie en dat iedereen ervan kan profiteren? Dat we geen verdere vergroting krijgen van de digitale kloof? Our answers will shape the path we take, the impact we make and the legacy we leave.’


‘IP’ers zijn information custodians, laten we dat niet vergeten’

Op een ander continent, in Afrika, is het enthousiasme voor de technologie iets minder groot. Fehintola Onifade, bibliothecaris bij de Federal University of Agriculture in Abeokuta, Nigeria, waarschuwt voor het effect van generatieve AI op kennisontwikkeling. ‘Information is the most valuable asset in any society. Als informatieprofessionals helpen wij om in de informatiebehoeften van onze gebruikers te voorzien. Daarvoor gebruiken we allerlei bronnen die we realtime presenteren. AI op haar beurt is gebaseerd op deep learning-modellen die het menselijk brein en de intellectuele capaciteit nabootsen. Maar ze is gelimiteerd – in originaliteit en in juistheid. AI is getraind op een zekere dataset, wat de uitkomst beïnvloedt. Daarom moeten we er voorzichtig mee zijn.’ Plus: als gebruikers technologie gaan inzetten, hebben ze de informatieprofessional, de intermediair, straks wellicht niet meer nodig. Dit kan leiden tot werkloosheid voor sommigen van ons, denkt Onifade.

Een professional kan realtime afstemmen op jouw behoeften, een-op-een, daar kan al wat kunstmatig is niet tegenop, wil ze maar zeggen. ‘Het risico van garbage in, garbage out, zoals bestaat bij AI, heb je niet bij een mens van vlees en bloed. Blijf dus op je hoede, anders kan AI destructief zijn voor het vakgebied. IP’ers zijn information custodians, laten we dat niet vergeten.’


‘We moeten vaardigheden verwerven om data kritisch te beheren – data literacy dus’

Wie het heeft over (generatieve) AI, komt ook al snel op het terrein van de ethicus terecht. Vanuit Slovenië doet Mojca Rupar-Korosec, research assistant bij de National and University Library (NUK), een duit in het zakje. Ze haalt meteen enkele ethische richtlijnen aan voor het gebruik van AI, specifiek de principes die wetenschappers Luciano Floridi en Josh Cowls in 2019 opstelden in hun A Unified Framework of Five Principles for AI in Society. Dit zijn: beneficency, justice, harmlessness, autonomy en explainability

Volgens Rupar-Korosec is data openess, ofwel data transparant maken voor gebruikers, de eerste en belangrijkste taak die informatieprofessionals kunnen uitvoeren. ‘Het toenemende gebruik en de groeiende afhankelijkheid van data betekent dat we tools en vaardigheden moeten verwerven om data kritisch te beheren, zeker in dit tijdperk van AI. Data literacy dus.’ Ze ziet de technologie daarnaast als een manier om de menselijke capaciteit uit te breiden of te verbeteren; ‘dat AI als een soort copiloot helpt bij moeilijke taken zodat de mens kan focussen op zijn creative responsibilities.’

Fair use filters

Verder is het belangrijk om stil te staan bij het gebruik van fair use filters die kunnen identificeren of er bij AI sprake is van onjuiste informatie of bedrog, zegt ze. ‘Daar wordt al aan gewerkt – door AI-aanbieders en via de EU AI Act, maar waakzaamheid blijft geboden.’ Tot slot nog denkvoer voor de aanwezigen in de zaal: ‘AI is kwetsbaar, onbetrouwbaar en niet altijd in staat tot logisch redeneren, maar bedenk dat jij daarbij ondersteuning kunt bieden. En AI is buitengewoon krachtig en potentieel nuttig, maar de technologie mag niet de menselijke input vervangen.’


‘Het is van belang om onze eigen skills up-to-date te houden en anderen op te leiden’

Soraya Hariyani Putri, informatieprofessional bij de National Library of Indonesia, haakt in op de gevolgen van AI voor reference services in academische bibliotheken, al blijft haar bijdrage enigszins oppervlakkig. ‘AI wordt al in toenemende mate ingezet op allerlei terreinen in onze bibliotheekorganisatie. Denk aan indexing en retrieval, virtual assistence, data analytics, het aanbevelingssysteem, collectiepreservering en reference services. AI-technologieën transformeren de manier waarop bibliotheken opereren; hun patronen zullen verschuiven. Het is essentieel voor ons professionals om de implicaties hiervan te snappen. Dat we herkennen hoe AI de bibliotheekdiensten kan verbeteren en dat we tegelijkertijd de ethische, praktische en professionele aspecten aanpakken die met de implementatie ervan gepaard gaan. Dat betekent ook onze eigen skills up-to-date houden en anderen blijven opleiden.’


‘Er is een bredere en diepere kennis van collections as data nodig als we willen overleven’

‘Generatieve AI-modellen zijn assistents in information retrieval’, begint Rossana Morriello, bibliothecaris bij Sustainability Services aan de Polytechnic University of Turin. ‘En AI is niet nieuw, want ze wordt al langer in bibliotheken gebruikt, bijvoorbeeld in discovery services (diepgaand zoeken). Het probleem daarbij is dat deze AI is getraind op big data, inclusief bias en dergelijke, terwijl bibliotheekdata geen big data zijn. Wat dit betreft kunnen bibliotheken en bibliotheekprofessionals iets doen, namelijk een rol pakken in het bieden van metadata die open zijn vanuit een diversiteits- en inclusiviteitsperspectief. Zij kunnen documentatie geven over data – in het bijzonder als het gaat om historische bibliotheekdata. En proberen bij te dragen aan het personaliseren van data zodat deze aansluiten bij de behoeften van de gebruikers.’

Voice search

In de toekomst zal generatieve AI waarschijnlijk verder gaan dan alleen het beantwoorden van een vraag zoals nu het geval is, zo voorspelt Morriello. ‘Denk aan dingen suggereren of de gebruiker aanzetten tot het uitvoeren van een opdracht. Voice search op basis van AI is ook zoiets. Wij hebben al voice services als bibliotheekapplicatie; text-to-speech en speech-to-text gecombineerd met de API of OPAC (online public access catalog)-set. Ook discovery services biedt services op basis van voice input – een soort Alexa voor bibliotheken. Er is wat dit betreft nog wel wat te winnen. Google search gebeurt al voor meer dan 20 procent op basis van voice, zo blijkt uit cijfers.’

De rol van bibliotheek- en informatieprofessionals zal in de toekomst niet minder belangrijk worden, denkt ze. Ze kunnen een cruciale rol vervullen in de huidige data society, maar dan moeten ze wel mee met de trend: ‘Ze hebben een bredere en diepere kennis van collections as data nodig, een achtergrond in linking, connecting and documenting data. Ook kunnen ze een belangrijke support zijn voor data scientists. Doen ze dat niet, dan bestaat het risico op marginalisering.’


‘Zorg dat je bijblijft, betrek AI-experts, verdiep je in use cases, evalueer tussentijds en vergeet de ethische aspecten niet’

De laatste spreker is niet fysiek aanwezig in Rotterdam, maar deelt haar verhaal via een vooraf opgenomen video, made in TaiwanI-Ling Cheng, assistent-professor bij het Graduate Institute of Library and Information Sciences, National Chung Hsing University (NCHU) in Taichung, vat nog even de impact van AI op bibliotheken samen, om daarna over te gaan op waarom ze de technologie moeten omarmen: ‘Informatie beheren en bewaren voor toekomstige generaties, dat is de taak van informatieprofessionals, ook in het huidige AI-tijdperk.’ Dus: ‘Stay informed, zorg dat je bijblijft en regel ook educatie van je gebruikers, betrek AI-experts erbij, verdiep je in use cases, evalueer tussentijds hoe het gaat en wat AI je oplevert, en vergeet daarbij de ethische aspecten niet.’ Verder: veel succes voor iedereen vanuit Taiwan.


Gewend aan techuitdagingen

Na de sprekers is het aan de zaal om te reageren op stellingen als ‘AI: friend or foe’ en ‘welke belangrijke functies zullen door AI worden getransformeerd of zelfs vervangen’. Moderator Wang laat het helaas een beetje waaien. Er volgt geen discussie, en hij wakkert die ook niet aan. Alleen reacties. Gelukkig zijn die er in overvloed en uit alle hoeken van de wereld – van Kazachstan tot Canada en van professionals van universiteiten en nationale overheden tot Internet Archive en de Europese Unie (zie ook het kader).

Enkele reacties gaan in op de technologische innovatie van de afgelopen decennia die we allen kennen, en de IP’er in het bijzonder. Deze heeft, zeker degenen die wat langer in het vak zitten, al heel wat vernuft zien langskomen, zoals de wijziging in bestandformaten en de opslag van documenten en data. ‘Bibliotheken zijn gewend aan technologische verandering. AI is een stap verder wellicht, maar ik denk dat we ons prima kunnen aanpassen’, vat een aanwezige het positief samen.


Enkele reacties uit de zaal

‘Een menselijke schaker en een artificiële speler zijn samen beter dan ieder apart. We moeten gebruikmaken van elkaars kracht.’ (National Library Board Singapore)

‘AI zie ik als een frenemy – friend of enemy afhankelijk van de context. Ik ben wat cynisch vandaag de dag over techbedrijven, verkopers en uitgevers die AI-technologie integreren in producten die bibliotheken aanschaffen en dan beperken hoe we die informatie kunnen gebruiken. In de VS hebben we dergelijke problemen gehad met uitgevers van e-books en elektronische informatie. Er zijn veel goede mogelijkheden voor AI in de bibliotheek, maar ik ben ook bezorgd, onder meer over de macht van een relatief kleine groep uitgevers en over wat er gebeurt, bijvoorbeeld met copyright, als ze AI toepassen.’ (William & Mary University, Williamsburg)

‘We kunnen monotone, routinematige activiteiten door robots laten doen, daarmee houden we onze handen en ons hoofd vrij voor zaken waar we als mens goed in zijn.’ (National University of Nigeria)

‘Ik ben blij te horen dat veel aanwezigen hier openstaan voor de mogelijkheden van AI en ook dat LLM’s zijn ontwikkeld. Ik zoek tegelijk expertkennis van informatieprofessionals die kunnen helpen bij de duiding van deze systemen, ook richting gebruikers, en bij bijvoorbeeld de data-input, want een ander – minder prettig – aspect en mijn grote zorg is desinformatie. We zien een nieuwe vorm van desinformatie ontstaan door die LLM’s.’ (MIT Press)

‘We hebben het eerder gedaan. Toen Google kwam, hebben we mensen moeten leren hoe ze deze zoekmachine moeten bevragen. Met AI is hetzelfde nodig. De big thing dat we moeten zien te beïnvloeden, zijn de data pools die worden gebruikt voor training. Vanuit de EU focussen we op het creëren van data spaces van specifieke onderwerpgebieden zodat we weten dat wat wordt gebruikt autoriteit en validiteit heeft. We moeten gebruikers critical thinking bijbrengen, maar de basisdata zijn evengoed heel belangrijk.’ (Europese Unie)

‘We moeten waken voor monopolie. Zoals het nu gaat, kunnen alleen degenen met geld advanced content creëren te opzichte van degenen die de licenties niet kunnen kopen.’ (University of Pretoria)

‘Er ligt een kans voor informatieprofessionals als we AI gaan helpen trainen door mensen te helpen data beschikbaar te maken. Iedereen heeft het over data, en AI heeft goede data nodig. Als wij laten weten dat dit onze job is, dan rechtvaardigen we ons bestaan, onze rol en onze betekenis.’ (researcher Nederland)


Cindy Lammers is hoofdredacteur van IP.

Deze bijdrage komt uit de papieren IP #6-2023. Het hele nummer kun je hieronder lezen of downloaden.