Startup Peerby: eeuwenoud principe als basis voor de deeleconomie

Peerby brengt al ruim drie jaar vraag en aanbod bij elkaar door middel van een platform waarop mensen spullen kunnen lenen. Nieuw is dit niet. Bibliotheken lenen al eeuwenlang materialen uit. Toch werd Peerby bij de oprichting gezien als revolutionair en groeide het al snel uit tot een aansprekend voorbeeld van de deeleconomie.

Door: Eric Kokke

Het concept van Peerby is simpel en volgt het oude principe van het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Een digitaal platform zorgt ervoor dat mensen snel en makkelijk met elkaar in contact komen. Het concept scheelt de deelnemers niet alleen in de portemonnee (weinig gebruikte producten zoals een boormachine hoeven niet te worden aangeschaft), het bevordert ook het contact tussen (buurt-) bewoners. En dan is er nog het bijkomende duurzaamheidsaspect (een bijdrage aan de besparing van de CO2-uitstoot), wat oprichter Daan Weddepohl diverse prijzen opleverde.

Een van de redenen om met Peerby te starten was een einde te maken aan de ‘wegwerp’-cultuur. Dit duurzaamheidsprincipe komt ook terug in de visie van het bedrijf. Peerby wil op den duur ‘toegang tot alle spullen voor iedereen’ realiseren. Het hoopt een kanteling teweeg te brengen van een lineaire economie, waarbij spullen gemaakt zijn om niet lang mee te gaan, naar een circulaire economie waarin de producten veel langer meegaan.

Crowdfunding

De vliegende start van Peerby in augustus 2012 is waarschijnlijk een combinatie van eenvoud en een gunstige tijdgeest geweest. Nog steeds bestaat er veel vertrouwen in het concept. Met een zeer succesvolle crowdfundingcampagne in maart 2016 – binnen één week werd ruim 2 miljoen euro binnengehaald – als bewijs. Deze kapitaalinjectie is nodig voor de verdere ontwikkeling en uitbreiding. En net als zoveel andere startups maakt Peerby nog geen winst.

Om het succes te kunnen vertalen naar winstcijfers zoekt de organisatie nieuwe verdienmodellen. Oorspronkelijk ging het bij Peerby om het ‘echte’ lenen. Zonder betaling, zonder tegenprestatie. Maar in 2015 is de dienst Peerby GO gestart. Hierbij gaat het om lenen – of eigenlijk huren – tegen een geldbedrag. Peerby GO zorgt voor de logistiek rond het ‘geleende’ product en vraagt daar 25 procent commissie voor. Daarmee verdienen dus zowel de uitlener als Peerby aan de dienstverlening.

Nieuwe wegen

Met dit nieuwe concept stapt het bedrijf af van het oorspronkelijke uitgangspunt: het kosteloos gebruik van spullen. Een keuze die zorgt voor kritiek en de voorspelling dat ‘het grote geld’ weer gaat profiteren van deze dienst. Peerby zelf geeft aan dat deze stap het gevolg is van de resultaten uit een klantenonderzoek. Veel gebruikers gaven daarin aan dat zij behoefte hebben om een tegenprestatie te leveren bij veelvuldig gebruik van de gratis diensten.

Peerby blijft zich steeds ontwikkelen om het bedrijf over een paar jaar winstgevend te maken. De focus ligt daarbij op internationale uitbreiding; denk aan locaties als Londen, New York, Chicago en Los Angeles. Inmiddels is Peerby al in San Francisco neergestreken, waar het experimenteert met nieuwe diensten zoals een hondenuitlaatdienst.

Lessen

Wat kan de informatiedienstverlening leren van het succes van Peerby? Eigenlijk maakt het gebruik van het businessmodel van een bibliotheek. Nu veel bibliotheken of informatiecentra ernaar streven om midden in de samenleving (openbare bibliotheek) of organisatie te staan, is een uitbreiding van (uitleen)diensten met ‘branchevreemde’ artikelen misschien nog niet eens zo’n gek idee. Eind 2014 schreef IP al over bibliotheken (voornamelijk in de VS) die al dan niet informatie gerelateerde producten aan het aanbod hebben toegevoegd. Dit lijkt in Nederland nog geen massale navolging te hebben gehad. Een gemiste kans in een oprukkende deeleconomie? Of een terecht genegeerde hype?

Eric Kokke is marketingmanager van GO opleidingen.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 4 / 2016. Het gehele nummer kun je hier lezen.