René Kok (60) is beeldonderzoeker bij het NIOD. Samen met collega Erik Somers maakte hij een tentoonstelling en een fotoboek over de Jodenvervolging in Nederland, nog tot 7 oktober in het Amsterdamse Nationaal Holocaust Museum te zien. ‘Gek genoeg wisten we vrijwel nooit wie er op de beelden stonden.’
Door: Ronald de Nijs
Werkstudent
‘Als werkstudent ben ik in 1976 terechtgekomen bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, in 2010 omgedoopt tot NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Samen met mijn collega Erik Somers, die in hetzelfde jaar als werkstudent binnenkwam, heb ik me op de foto’s in de collecties van het NIOD gestort. We hebben ons er altijd hard voor gemaakt om foto’s en filmmateriaal als historische bron te gebruiken. Wat je vaak zag en nog steeds ziet is dat een foto wordt gebruikt ter illustratie. Zeg maar een plaatje bij een verhaaltje, terwijl de beelden veel vertellen. Daarom hebben we ook talloze fotoboeken en -exposities gemaakt. We richten ons daarbij op de publieksgeschiedenis, wat onze oud-directeur Loe de Jong in zijn standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ook deed. Zijn boeken zijn niet voor een wetenschappelijk, maar voor een breed publiek. Dat sprak ons erg aan.’
Kloppend hart
‘Mijn huidige functie is “beeldonderzoeker”, maar ik heb ook jarenlang de fotocollecties beheerd en ik heb destijds mede de Beeldbank WO2 opgezet. In deze beeldbank is veel materiaal van het NIOD opgenomen en beschreven. Heel handig, natuurlijk, maar het is spannender als er een schenking binnenkomt. We hopen altijd dat er foto’s tussen zitten. En is dat het geval, dan volgt het mooiste wat er is: wellicht een nieuwe ontdekking doen.’
Privékiekjes
‘Buitenlandse fotoarchieven over de Tweede Wereldoorlog bevatten vooral propaganda-, leger- en persfoto’s, maar van die kleine privékiekjes met zo’n wit kartelrandje, die vind je niet in die archieven. Wel in onze collecties, en dat maakt ze zo bijzonder. Van meet af aan heeft ons instituut ook zijn best gedaan om die amateurbeelden binnen te halen.’
Nederlands fenomeen
‘Ik noem die privéfoto’s wel eens een Nederlands fenomeen. Nederlanders beschikten in de Tweede Wereldoorlog gewoon nog over fototoestellen (het fotografeerverbod kwam pas in 1944); Nederlanders willen altijd over de nieuwste technische snufjes beschikken. In 1940 was de kleurendia een van de nieuwe ontwikkelingen – en hup, Nederlanders waren er snel bij en legden hun omgeving in kleur vast.’
‘Maar mensen hadden ook het historisch besef om die foto’s te maken. Dat vind ik bijzonder, en daar moet je de amateurfotografen ook erkentelijk voor zijn. Want anders hadden we nooit kunnen laten zien wat in de oorlog bijvoorbeeld een razzia behelsde. Of wat een executie op straat inhield – en dat de lijken vervolgens 24 tot 48 uur op straat moesten blijven liggen. Het zijn foto’s die stiekem vanonder een jas – heel gevaarlijk! – of in een paar seconden vanachter een raam zijn genomen.’
Namen
‘De foto’s in onze collecties ken ik, bij wijze van spreken, op mijn duimpje. Maar gek genoeg wisten we vrijwel nooit wie er nu precies op die beelden staan. Nooit hoorden we van mensen verhalen over deze of gene op het fotomateriaal. Maar nu het Joods Monument een site heeft met de namen van Nederlandse joden die werden vervolgd en de Holocaust niet overleefden, kunnen we veel makkelijker gaan speuren. Voor de huidige tentoonstelling De Jodenvervolging in foto’s. Nederland 1940-1945 en het gelijknamige boek hebben we veel namen kunnen achterhalen en verhalen aan die foto’s kunnen koppelen. Die verhalen hakken er wel in hoor, zeker met betrekking tot de kinderfoto’s. Gruwelijk als je weet wat hun lot uiteindelijk is geweest.’
Onderduikers
‘Bij het maken van deze tentoonstelling ontdekten we ook dat er heel veel foto’s van Joodse onderduikers zijn gemaakt. Het eerste wat je denkt is: wat gevaarlijk, want in handen van de Sicherheitspolizei was het bewijsmateriaal. Maar toch legden mensen met onderduikers in huis hun tijdelijke gasten vast. We hebben zelfs een serie van een beroepsfotograaf die een groepje mensen op hun onderduikadres kwam vastleggen. Ze probeerden er onder moeilijke omstandigheden het beste van te maken.’
Ronald de Nijs is eindredacteur van IP
Deze bijdrage komt uit IP nr. 2 / 2019. Het gehele nummer kun je hier lezen.