Open data en oorlogsbronnen: Een erfenis van verzamelwoede

Vaak wíllen erfgoedinstellingen wel, maar ontbreekt het hen aan tijd en/of kennis om hun bronnen open beschikbaar te stellen. Het Netwerk Oorlogsbronnen startte daarom het project WO2 Open Data Depot. Resultaat is een online depot met 1600 vrij te gebruiken WO2-bronnen én een handvol ervaringen.

Door: Janneke Jorna

Postladingen vol dagboeken, propagandaposters, foto’s en ander materiaal over de Tweede Wereldoorlog kwamen binnen na een oproep van Loe de Jong, historicus, journalist én de eerste directeur van het NIOD. De Jong had Nederland tijdens de bezetting regelmatig toegesproken via Radio Oranje. Na de bevrijding deed hij dat opnieuw, ditmaal om het Nederlandse volk op te roepen om bij te dragen aan ‘een nationale verzameling waaraan iedereen een bijdrage kon leveren’.

De massaal beantwoorde oproep luidde het begin van de NIOD-collectie in. Deze verzameldrang is misschien wel kenmerkend te noemen voor WO2-collecties. Naast materiaal afkomstig van de overheid kwam op deze manier veel particulier materiaal in verschillende WO2-collecties terecht.

Voor het NIOD en vele andere individuele erfgoedinstellingen is het lastig om met terugwerkende kracht de juridische status van hun collecties te bepalen. Dit komt voort uit het gebrek aan documentatie: een erfenis uit het verleden.

‘In het wilde weg veronderstellen’

Want hoe zit het met de auteursrechten op al deze werken? Toentertijd werd aan collectievorming gedaan met weinig tot geen besef van de belangen van auteursrecht. En dat stelt ons nu voor uitdagingen. Veel collecties zijn gedigitaliseerd en online geplaatst, waardoor de zichtbaarheid vergroot is. Maar daarmee rijzen er ook mogelijke problemen rondom copyright. Het meest recente voorbeeld hiervan is de zaak van uitgever Voets over de foto’s van stadsfotograaf Jan Roovers tegen Erfgoed Leiden en Omstreken. Onder meer als gevolg hiervan haalden verschillende erfgoedinstellingen materiaal offline.

Ook op open data-platforms wordt het auteursrecht goed in de gaten gehouden. Tijdens ons eigen project gaf een Wikimediaan stevig commentaar op ‘het gebrek aan kennis van open data binnen de erfgoedsector’: ‘Het is goed om te weten dat beheerders van archieven helaas in het overgrote deel van de gevallen in het wilde weg veronderstellen dat het archief het auteursrecht bezit van elke afbeelding waarvan zich een exemplaar in de collectie bevindt. Vaak hebben we hier ook te maken met stagiairs of vrijwilligers die met goede bedoelingen maar zonder enige kennis van auteursrechten hier grote hoeveelheden bestanden gaan uploaden, zonder dat duidelijk is of en waarom deze bestanden onder een vrije licentie (PD of CC) vallen.’

Anders gezegd: de goede bedoelingen binnen de erfgoedsector leiden volgens deze Wikimediaan niet altijd tot goede resultaten op het gebied van open data. Hoe zouden we het als erfgoedsector beter kunnen doen?

Mogelijkheden

Een retroslag is moeilijk te maken als de auteursrechthebbenden nauwelijks zijn op te sporen. Nog lastiger wordt het als de maker onbekend is. Om zo’n ingewikkelde en tijdrovende klus voor erfgoedorganisaties te vergemakkelijken, startte Netwerk Oorlogsbronnen (NOB), een programma dat digitaal wegwijs maakt in fysiek verspreide WO2-bronnen, met het project WO2 Open Data Depot. Er is namelijk veel behoefte aan vrije oorlogsbronnen voor publicaties, tentoonstellingen, werkstukken et cetera.

In het project, mogelijk dankzij het Prins Bernhard Cultuurfonds, heeft Netwerk Oorlogsbronnen zo’n 1600 kwalitatief hoogwaardige WO2-bronnen geüpload naar Wikimedia Commons. Hierbij werd samengewerkt met zes projectpartners: Wikimedia Nederland, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45, Nationaal Comité 4 en 5 mei, Kennisland en Stichting Liberation Route Europe. Centraal in het project stonden de mogelijkheden op het gebied van open data: waar liggen de kansen voor het vrijgeven van oorlogsbronnen als open data?

#Hoedan

Gestart werd met de vraag waar behoefte aan is onder de projectpartners: wat voor kwalitatief hoogwaardige oorlogsbronnen ontbraken in het open domein? De partners leverden zo’n 150 specifieke WO2-onderwerpen aan, die zijn onderverdeeld in zes overkoepelende thema’s: bevrijding, verzet, vervolging, collaboratie, dagelijks leven en oorlogvoering.

Vervolgens werd begonnen met het laaghangend fruit: collecties die reeds zijn vrijgegeven. Denk bijvoorbeeld aan de Anefo (Algemeen Nederlandsch Fotobureau)-collectie van het Nationaal Archief met veel onder de CC-0-licentie vrijgegeven foto’s van de bevrijding van Nederland. Of neem het Duitse Bundesarchiv dat in 2008 zo’n 100.000 afbeeldingen aan Wikimedia Commons doneerde. Hieronder bevinden zich foto’s van Operatie Market Garden vanuit Duits perspectief.

Naast reeds vrijgegeven oorlogsbronnen zijn uniforme collecties kansrijk, omdat het vaststellen van auteursrechten over een bulk bronnen makkelijker is. Het gaat hierbij om collecties met werken van bijvoorbeeld één maker of één organisatie. Wanneer de maker uiterlijk in 1947 overleden is, zijn de auteursrechten, in principe, vervallen per 1 januari 2018. Het leeuwendeel van het WO2 Open Data Depot wordt dan ook gevormd door drie grote collecties met één maker of één organisatie.

Huizinga-collectie

De eerste grote collectie van het WO2 Open Data Depot is de Huizinga-collectie van het NIOD, bestaande uit bijna achthonderd foto’s. Fotograaf Menno Huizinga overleed op 14 september 1947, waardoor zijn werk sinds dit jaar in het publieke domein valt. Hij fotografeerde stiekem, de fotocamera verborg hij in een kaaskistje, in zijn woonplaats Den Haag. Zijn foto’s worden geassocieerd met de verzetsgroep De Verborgen Camera. Hij legde onder meer de sloop van verschillende wijken ten behoeve van de bouw van de Atlantikwall vast, samen met de bijbehorende evacuaties. Later fotografeerde hij de jacht op brandhout en vluchtende NSB’ers op Dolle Dinsdag. Natuurlijk ontbreekt ook de bevrijding niet.

Maar Huizinga’s vroege dood op 39-jarige leeftijd is een uitzondering op de regel. Het overgrote deel van de makers van WO2-bronnen overleed niet vóór 1948, waardoor hun werk nog lang niet in het publieke domein valt. Hiervoor moet een erfgoedinstelling de rechthebbende opsporen, waarna mogelijk een overeenkomst bereikt kan worden.

Geconfisqueerd oorlogsmateriaal

Naast vroeg overleden makers zijn collecties van één organisatie kansrijk voor vrijgave als open data. Wanneer een maker in betaalde dienst van een organisatie was, komen de auteursrechten toe aan de organisatie. Voor organisaties gelden auteursrechten tot zeventig jaar na publicatie van het werk. Dit betekent dat wanneer werken gepubliceerd zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog, of vóór 1948, deze in principe in het publieke domein vallen. Voorbeelden hiervan zijn de twee andere grote collecties uit het WO2 Open Data Depot, die van de Filmdienst der NSB uit de collectie van Beeld en Geluid en de Fotodienst der NSB uit de collectie van het NIOD.

De films zijn in beslag genomen en uiteindelijk als ‘geconfisqueerd oorlogsmateriaal’ beland in de collectie van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Met het Besluit Ontbinding Landverraderlijke Organisaties (BOLO) verwierf de Nederlandse Staat in 1944 de auteursrechten van de Film- en Fotodienst der NSB. Dit materiaal is dus ondertussen als publiek domein te bestempelen.

Ook zijn er met projectpartners discussies gevoerd over de vraag of het verantwoord is om ‘foute’ NSB-propagandafilms en -foto’s vrij te geven. Ons antwoord is volmondig ja. Via de metadata wordt voldoende context geboden om ook het brede publiek kennis te laten maken met het collaboratie-aspect van de Tweede Wereldoorlog. Bovendien maakt het vrijgeven van fout materiaal wetenschappelijk onderzoek makkelijker omdat bronnen beter vindbaar worden.

Scheldbrieven

Deze drie grote collecties, Huizinga, Filmdienst der NSB en Fotodienst der NSB, vormen het leeuwendeel van het WO2 Open Data Depot. Daarnaast is nog veel werk verricht om samen met erfgoedinstellingen kleine collecties of foto’s van objecten als open data vrij te geven met behulp van Creative Commons licentie-overeenkomsten. Dit is mogelijk wanneer de desbetreffende erfgoedinstelling zelf beschikt over de auteursrechten over de werken.

Zo konden foto’s van zeven objecten uit de tentoonstelling De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen worden vrijgegeven, waaronder foto’s van de vermommingsbril van Hannie Schaft uit de collectie van het Verzetsmuseum Amsterdam. Daarnaast gaf het Museon een aantal scheldbrieven gericht aan Anton Mussert vrij. Deze anonieme dreig- en scheldbrieven bevatten teksten als: ‘Hopen dat dit je laatste jaar is, vieze vuilak!’. Het Bevrijdingsmuseum Zeeland gaf op deze manier foto’s van objecten, inclusief de bijbehorende verhalen, vrij. Het gaat onder meer om een Waffen-SS-winterjas en een Nederlandse helm gebruikt tijdens de meidagen van 1940 in Middelburg.

Hergebruik stimuleren

Als laatste stap in het project zijn de oorlogsbronnen via verschillende, al bestaand populaire online platforms actief verspreid richting het brede publiek. Het belangrijkste medium hiervoor vormde Wikimedia Commons, het centrale media-archief van Wikipedia. Dit platform heeft een enorm publieksbereik. Bovendien gaat de community zelf aan de slag met de oorlogsbronnen: ze worden gekoppeld aan Wikipedia-artikelen en de metadata kan aangevuld en of verbeterd worden.

Toch kent dit medium ook risico’s. Door een kleine fout in de upload was het bijbehorende rechtensjabloon niet goed meegekomen. In plaats dat een waarschuwing volgde, waarna de fout simpel opgelost had kunnen worden, werd de gehele batch verwijderd. Via de OTRS (Open-source Ticket Request System)-procedure, waarbij bewijsmateriaal aangeleverd moet worden voor de rechtenstatus van de geüploade werken, was het uiteindelijk mogelijk om een gedeelte van de bronnen terug te plaatsen. Het andere gedeelte werd niet geaccepteerd.

De striktheid van Wikimedianen biedt ook voordelen. Terwijl het Imperial War Museum (IWM) zijn eigen Non-Commericial Licence hanteert voor het Crown Copyright, zijn veel van deze foto’s gewoon te vinden op Wikimedia Commons. Het auteursrecht op de Crown Copyright is namelijk inmiddels verlopen, waardoor de beelden in het publiek domein vallen. Ondanks dat Wikimedia Commons alleen licenties accepteert die commercieel gebruik toestaan, is hier een omweg mogelijk en blijken de onjuiste copyrightstatements en het achterhaalde verdienmodel van het IWM niet houdbaar. Wanneer werken worden vrijgegeven als open data, betekent dit een verlies van controle. De werken mogen, onder de eventuele licentievoorwaarden, vrij gedeeld worden. Het enige controleerbare is de metadata die je meegeeft.

Heft in eigen handen

Dankzij de Creative Commons-licenties en -overeenkomsten kunnen nieuwe, ingekomen schenkingen voortaan goed worden gedocumenteerd – en dat biedt weer een handvat voor de retroslag die nodig is om de erfenis van de verzameldrang op WO2-materiaal in te halen. Hierbij is standaardisatie van copyrightstatements nodig, waarbij samenwerking en afstemming binnen de erfgoedsector cruciaal zijn. Dit kan bijvoorbeeld via het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE): collectiebeheerders worden bewust gemaakt van dit probleem en van de noodzaak om hun collectiebeheersystemen hierop aan te passen.

Het WO2 Open Data Depot was een eerste aanzet, waarna de opgedane kennis zoveel mogelijk wordt gedeeld met het veld. En het Netwerk Oorlogsbronnen blijft zich inzetten voor het open beschikbaar stellen van WO2-bronnen en -collecties. Om deze vervolgens met linked data-technieken te verrijken met bijvoorbeeld informatie uit andere bronnen over hetzelfde onderwerp én daarna beschikbaar te maken voor hergebruik.


Noten

1. Annemieke van Bockxmeer, De oorlog verzameld. Het ontstaan van de collectie van het NIOD (Amsterdam 2014) 288.

2. De rechtszaak ging om de publicatie van vijfentwintig foto’s door Erfgoed Leiden. Voets beweerde het auteursrecht te bezitten en vorderde €112,50 per foto. Erfgoed Leiden weigerde en na verder overleg kwamen beide partijen niet tot een overeenkomst waardoor de zaak voor de rechter kwam. Erfgoed Leiden verloor de rechtszaak en moest daarom de proceskosten van Voets betalen. Erfgoed Leiden is in hoger beroep gegaan, de uitkomst hiervan is op moment van schrijven nog onbekend.

3. Onder open data wordt vrij beschikbare informatie verstaan, waarbij de voorwaarden waaronder deze informatie beschikbaar is wordt beschreven in licenties. Er wordt naar gestreefd om de beperkingen tot hergebruik tot een minimum te beperken.

4 In dit geval gaat het om werken gemaakt in dienst van het leger. Voor meer info over Crown Copyright zie: en.wikipedia.org/wiki/Crown_copyright#United_Kingdom.

5. Dat wil zeggen: de Public Domain Mark waarbij het auteursrecht vervallen is, CC0 waarbij de auteursrechthebbende afstand heeft gedaan van zijn rechten, CC-BY en CC BY-SA.

6 Het uitgebreide eindrapport is te vinden op de website van Netwerk Oorlogsbronnen.


Janneke Jorna is collectiespecialist en projectleider van WO2 Open Data Depot-project bij Netwerk Oorlogsbronnen.

Deze bijdrage komt uit IP nr. 8 / 2018. Het gehele nummer kun je hier lezen; de Smart Humanity-special hier.