Dankzij een fellowship verbleef Marjo Bakker (NIOD) de gehele maand september in Washington. Hier deed ze onderzoek naar ‘Collections as a service’ bij het United States Holocaust Memorial Museum. Een paar bevindingen.
Door: Marjo Bakker
Gelegen aan de National Mall in downtown Washington ligt het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM). Van buiten een gebouw van kalk- en baksteen, passend in het straatbeeld. Van binnen een postmodern spel van diagonale lijnen, lichtval, glas en staal, trappen die smal toelopen – als een treinrails naar een concentratiekamp. Deze onvoorspelbaarheid van het interieur is bedoeld om de bezoekers (jaarlijks bijna 2 miljoen) aan het denken te zetten over de tentoonstellingen die ze gaan zien.
In de rij
Het hart van het USHMM is de Holocaust gerelateerde collectie, een van de grootste ter wereld. De collectie bestaat uit publicaties, (kopieën van buitenlandse) archieven, objecten, foto’s, interviews, audio, films en een database met de namen van slachtoffers en overlevenden van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Internationaal staan Holocaust-onderzoekers in de rij voor een research fellowship; de bronnen die hier beschikbaar zijn, vind je nergens anders zo bij elkaar. Bovendien is de kennis van de reference librarians and archivists óver die collectie fenomenaal. Maar je hoeft niet per se naar Washington te komen; online is er ook al ontzettend veel bronmateriaal beschikbaar. Want access – access – access en digital presence zijn belangrijke drijfveren. Men werkt actief aan copyright clearing om vervolgens het materiaal te digitaliseren, al dan niet in samenwerking met het Internet Archive. Het fair use-principe maakt dat net iets makkelijker dan in Europa.
Ontsluiten
Waar in Nederlandse wetenschappelijke bibliotheken inmiddels veel nadruk ligt op het leveren van diensten (informatievaardigheden, research datamanagement, open access, registratie van wetenschappelijke output) en de activiteiten ten behoeve van de collectie lijken af te nemen, staat bij de informatieprofessionals van het USHMM het vormen en ontsluiten van de collectie nog steeds voorop. De bibliothecarissen zijn trots op hun catalogiseerwerk en op hun bijdrage aan de Library of Congress Subject Headings (LCSH). Ook nog imperfecte archiefbeschrijvingen worden sinds dit jaar online gezet, om maar te laten zien wat de collectie biedt. Een relatief kleine afdeling Digital Assets Management (5 fte) zorgt voor onder andere één zoekinterface op de hele collectie.
Datavisualisaties
Bij de onderzoeksafdeling van het instituut is outreach naar de wetenschappelijke achterban een belangrijk onderdeel van het werk. De collectie speelt hierin een centrale rol. Voor universitaire docenten ontwikkelt men programma’s om het gebruik van primaire bronnen te bevorderen. Ze hergebruiken hiervoor ook hun eigen bronnenpublicaties. Een boek met verzamelde dagboekfragmenten krijgt bijvoorbeeld (deels) een nieuw leven als experiencinghistory.com. De afgeleverde papers van studenten geven vervolgens inzicht in de onderwerpen van interesse.
Ook digital humanities scholars en data scientists vinden hun weg naar de collectie. Voor het museum werken zij bijvoorbeeld aan datavisualisaties, voor de collectie aan verbetering van de zoekresultaten.
Lessons learned
Gefascineerd door de grote hoeveelheid (informatie over) Holocaust-collecties die bij het USHMM online staat en de duidelijke band met de achterban, heb ik vier weken lang onderzoek gedaan naar Collections as a service, oftewel: hoe je collecties beter beschikbaar kunt stellen voor verschillende soorten gebruikers. Wat is me opgevallen? Digital humanities-onderzoekers en datascientists hebben behoefte aan collecties als data, niet aan een plaatje van een archiefstuk. Andere mensen hebben uitleg nodig over hoe je een concentratiekamparchief moet ‘lezen’. Een glossary met alle afkortingen die de nazi’s gebruikten kan dan helpen, net als meer context-informatie op de website in plaats van die in gedrukte publicaties of in de hoofden van medewerkers te laten zitten. Ook samenwerken met het Internet Archive en het integreren van hun viewer in jouw catalogus helpt om beschikbaarheid te bevorderen. Voor de doorzoekbaarheid zijn thesauri en andere authority records onmisbaar. Met fellowships en samenwerking met docenten kun je een nieuwe generatie onderzoekers aan je binden.
Het Europese Horizon2020-programma European Holocaust Research Infrastructure (EHRI) ondersteunt Holocaust-onderzoek door het ontwikkelen van een infrastructuur die collecties en onderzoekers bij elkaar brengt. Marjo Bakker is een EHRI-fellow.
Marjo Bakker is vakreferent bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en voorzitter van de KNVI-afdeling Onderwijs & Onderzoek (O&O)
Deze bijdrage komt uit IP nr. 7 / 2018. Het gehele nummer kun je hier lezen.